Strauss’ Rosenkavalier door Opera Zuid — première en tournee

Nu de kunsten, en vooral de muzikale, in Nederland onder een waanzinnige druk komen te staan als gevolg van maatregelen die cultuurbarbaren wensen door te voeren, is elke vorm van publiciteit voor opera in Nederland een dwingende noodzaak; vandaar op deze plaats, in deze fase, een bijdrage over de herfstproductie van Neerlands Opera Zuid. […]

De Duitse componist (en dirigent)
Richard Strauss (1864-1949), getekend
door Jarko Aikens, Groningen 1984.
(Archief Heinz Wallisch, tevens ©.)

Bijna een eeuw oud
Voordat Opera Zuid met de herfstproductie van 2010 — Der Rosenkavalier uit 1911 van Richard Strauss (1864-1949) — door het hele land gaat toeren, worden er eerst twee voorstellingen in de vestigingsplaats van het gezelschap, Maastricht, gegeven. De première zal worden gerealiseerd op vrijdag 19 november — aanvangstijd 19:30 uur — in het Theater aan de Vrijthof in de Limburgse hoofdstad, en op zondag 21 november wordt er een matinee (vanaf 14:00 uur) gegeven in dezelfde entourage. Daarna begint de tournee door Nederland: op dinsdag 23 november in de Stadsschouwburg van Groningen en volgen nog negen steden. Waar en wanneer kunt u zien in de Speellijst van Opera Zuid.

Terugblik
Op 26 januari 1911 — op zo’n tien weken na een eeuw geleden — is in de Semper Oper te Dresden deze Komödie für Musik voor het eerst opgevoerd. De regisseur was Max Reinhardt (1873-1943) en Georg Toller, de aankleding was toevertrouwd aan Alfred Roller (1864-1935). Deze is heel lang de standaard voor opvoeringen van deze opera gebleven.
De tekst is afkomstig van Hugo von Hofmannsthal (1874-1929), daarbij in hoge mate profiterend van de ondersteuning van Harry Graf Keßler (1868-1937), die afgebeeld (door Edvard Munch) te vinden is op deze cultuurwebsite, op 11 maart 2007.

De handeling
Het gebeuren speelt zich af tijdens de eerste jaren van de regering van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia (1717-1780), omstreeks 1740 in Wenen.
Marie-Theres von Werdenberg, echtgenote van Feldmarchal von Werdenberg, beleeft, tijdens de afwezigheid van haar echtgenoot, een liefdesnacht met de jonge graaf Octavian Rofrano — die Quinquin wordt genoemd. Het ontbijt dat de beiden tijdens de ochtend na de nacht in rust willen genieten, wordt echter onverwacht verstoord door de komst van Baron Ochs auf Lerchenau, iemand uit de familie van de maarschalkse (Marschallin). Razendsnel weet Octavian zich te verkleden als kamenier Mariandl — daarom wordt de rol van de jonge minnaar gezongen door een vrouw (sopraan of mezzosopraan): zoiets noemt men een Hosenrolle.

Scènefoto uit de wereldpremière van Der Rosenkavalier, zoals gepresenteerd op 26 januari 1911 in de Hofoper Dresden. Hier maakt — in de tweede akte — de jonge graaf Octavian Rofrano met de zilveren roos (uitgebeeld door Eva von der Osten in een Hosenrolle) zijn opwachting bij Sophie, gespeeld door Minnie Nast. [1]
De baron koestert vergevorderde plannen om in het huwelijk te treden met Sophie, de dochter van een kort tevoren in de adelstand verheven Fininal, en hij hoopt dat de Marschallin hem een Bräutigamsführer terzijde wil stellen, die — geheel volgens de geldende traditie — aan de bruid (Sophie) een zilveren roos zal overhandigen. De Marschallin stelt Octavian voor. In aansluiting daarop mijmert zij melancholisch over de vergankelijkheid van de tijd.
Als Octavian de zilveren roos aan Sophie overhandigt, raken die beiden onmiddellijk verliefd op elkaar. Daarbij komt dat Sophie een hevige afkeer heeft van het onbehouwen gedrag van haar toekomstige wederhelft, en op grond daarvan vastbesloten is om niet de zijne te worden.
Maria Jeritza, een van de beroemdste
zangeressen van haar tijd speelt hier
de rol van Octavian in de versie van
Der Rosenkavalier in 1913 te New
York in de Metropolitan Opera.

Tijdens een duel met Octavian raakt Ochs licht gewond, maar hij toont zich verzoenlijk opgetogen als hij een van ene Annina een brief van de zogenaamde Mariandl krijgt, met daarin het verzoek om een rendez-vous.

Lees ook:  Strauss' 'Salome' op Mezzo-tv

In een kroegje aan de rand van de stad hebben Octavian, Annina en Valzacchi reeds alle voorbereidingen getroffen om Ochs tot op het bot te blameren. Tijdens het souper van de baron met kamenier Mariandl doemen plotseling allerlei spookachtige gestalten op, waarna Ochs in opperste verwarring en angst om de politie roept. Daarop verschijnen een politieman, Faninal met Sophie, de Marschallin en Mariandl, die direct weer de gestalte van Octavian aanneemt.
Dan kiest de baron de weg van de minste weerstand en laat hij de anderen verder ongemoeid. De Marschallin doet dan eveneens afstand van de jonge graaf Octavian, die ze deze uitkomst reeds had voorspeld.

Met deze Rosenkavalier is Richard Strauss er niet alleen in geslaagd één van zijn grote wensen — een opera in de trant van een Mozart-buffo te componeren — gerealiseerd, maar daarbij is het niet gebleven. Hier en daar kunnen we zelfs spreken van een  komedie der vergissingen zoals William Shakespeare die voor het toneel ‘componeerde’.

[1] Zie tevens onze bijdrage van 24 juni 2007.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *