Een uitbeelding uit 1877 van necrofilie begin zestiende eeuw

In de loop der geschiedenis hebben sommige machtigen zich, in een (on)behoorlijke vlaag van onstuitbare necrofilie, veroorloofd het lijk-in-ontbinding van wijlen hun geliefde mee te (laten) zeulen. Volgens Petrarca deed keizer Karel de Grote aan die vorm van onwelriekende lijkliefde; Johanna van Castilië deed hetzelfde, en kreeg mede daardoor haar bijnaam: de Waanzinnige. […]

Bestand:Juana la Loca de Pradilla.jpg
Scène uit het leven van Johanna van Castilië (1479-1555), bijgenaamd Johanna de Waanzinnige (Juana la Loca). Hier zien we haar in de voorstelling van 1877 door de Spaanse schilder Francisco Pradilla Ortiz (1848-1921) naast de kist  met de stoffelijke resten van haar gemaal Philips van Oostenrijk (1478-1506), ook wel Philips de Schone.

De reden om de lezers van deze elektronische cultuurkrant met dit historische tafereel te confronteren, ligt niet in de historiciteit van het drama dat zich heeft afgespeeld in het leven van de figuur buiten en de verscheidene wiens stoffelijke resten zich binnen de getoonde lijkkist bevinden, en al evenmin in het feit dat een Nederlander, Rob Zuidam, begin deze eeuw een muziekdrama over het gebeuren heeft geschreven — Rage d’Amours —, dat gedurende dit tweede weekeinde van december 2010 in de Anton Philipszaal van Den Haag tweemaal zal worden uitgevoerd: zowel op zaterdagmiddag 11 december alsook op zondag 12 december, beide keren om 15:00 uur. Deze uitvoeringen zijn gratis toegankelijk. Bij die gelegenheid ontvangt componist Rob Zuidam de Kees van Baaren Prijs van de Gemeente Den Haag voor deze opera.
De opmerkelijke lezer heeft reeds zelf vastgesteld dat de reden voor publicatie alhier ligt besloten in het feit dat de schilder dit doek in 1877 heeft gerealiseerd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *