Eivind Buene’s opera September naar Ibsens Hedda Gabler

Eivind BueneConcertante uitvoering in Groningen
Maandag 30 oktober (aanvang 20:30 uur) wordt in de Lutherse Kerk, Haddingestraat 19A te Groningen, een concertante uitvoering gegeven van de gloednieuwe kameropera getiteld September, naar het drama Hedda Gabler, uit 1890, van de Noorse toneelschrijver Henrik Ibsen (1828-1906). Het is een opdrachtwerk van de componist Eivind Buene (*1973), die zowel het libretto alsmede de muziek schreef. De opera is zeer recentelijk in Noorwegen in première gegaan, en wordt daar thans in Oslo en Bergen opgevoerd. De presentatie in Groningen is de eerste buiten Noorwegen, en deze heeft plaats ter gelegenheid van het afscheidscongres ― op de beide laatste dagen van oktober ― van Professor dr. Alan Swanson, die hoogleraar Scandinavische Talen en Culturen aan de Rijksuniversiteit Groningen is.
Het Kamerorkest Helicon, onder leiding van Pieter van der Wulp, werkt voor deze gelegenheid samen met twee Scandinavische zangeressen: De Noorse mezzo-sopraan Marianne E. Andersen, en de Zweedse alt Monica Danielson. De uitvoering zal worden gegeven in aanwezigheid van de componist, die daaraan voorafgaand zal worden geïnterviewd door Janke Klok.
In de plaatselijke huis-aan-huispers is deels onvolledige, deels onjuiste informatie over dit project gepubiceerd. In de éne krant ontbrak de naam van de componist, de andere krant meldde dat de uitvoering in Groningen een wereldpremière zou zijn.

Componist Eivind Buene
De in 1973 geboren Eivind Buene studeerde aan de Noorse Staatsacademie voor Muziek ― Norges Musikkhøgskole ― bij Lasse Thoresen (*1949) en Olav Anton Thommessen (*1946). In 1998 behaalde hij zijn kandidaatstitel. Privélessen kreeg hij nog van Asbjørn Schaathun (*1961), en voorts heeft Eivind Buene deelgenomen aan seminars van onder anderen Brian Ferneyhough (*1943), Luca Francesconi (*1956), Jan W. Morthenson (*1940) en Walter Zimmermann (*1949). Voordat hij een professionele carrière als componist is begonnen, heeft Eivind Buene eerst nog een gitaarstudie gevolgd bij Erik Stenstadvold, en een studie muziekpedagogiek aan hetzelfde staatsinstituut waar hij ook zijn compositiestudies had gerealiseerd.
Eivind Buene had in 1999 een voltijdcontract als composer in residence bij het Oslo Sinfonietta. Voor de Noorse Radio (NRK P2) heeft hij programma’s gemaakt en daarnaast is hij redacteur en één der oprichters van het Noorse muziektijdschrift Parergon. Eivind Buene heeft gewerkt als dirigent en als arrangeur, en thans neemt hij deel in een samenwerkingsproject met de Architect Group Oase, die de raakvlakken exploreert tussen moderne computertechnologie en kunstzinnige expressie in vormen van tijd en ruimte.Henrik Ibsen
De muziek van Eivind Buene bestrijkt een breed scala: hij componeerde zowel voor symfonieorkest alsook voor andere ensemblevormen, en hij schreef kamermuziek en elektro-akoestische stukken. Zijn muziek is niet alleen in de Scandinavische landen uitgevoerd, maar ook in Duitsland en aan de overzijde van de Atlantische Oceaan.

Eivind Buene’s September
In antwoord op ons verzoek schreef componist Eivind Buene per kerende, elektronische post, het hier volgende over zijn nieuwe kameropera:
“In this piece I have taken the character Hedda out of Ibsen’s play and made a piece where she is in a dialogue with herself, or in a kind of split monologue, if you wish. The character is staged by two singers, simultaneously acting out different parts of Hedda’s personality. The piece is commissioned by the Norwegian opera company Opera West as part of the centenary of Ibsens death in 2006. I chose to work on the character of Hedda since she (in my view) is one of Ibsen’s most fascinating and complex characters. The libretto is made of fragments from Hedda’s lines in Ibsen’s original piece, and in some places I have written in new pieces of text.
“My main image is Hedda in duel with herself (also a central image in the staged version). I have also accentuated her longing for beauty, and how this longing transmutes into perversion and terrible actions. I do not wish to see Hedda only as a monstrous woman, but also to try to understand the underlying reasons for her despair and evil. (I feel that many stagings of Hedda Gabler focus too much on her cruelty, making the character less complex than she really is in Ibsen’s play.)
“In the piece you will also hear a quotation from Edvard Grieg’s Klokkeklang (from the Lyrical pieces, opus 54) (1), which was written about the same time as Ibsen’s Hedda Gabler, and I imagine Hedda playing this piece on her piano in the safe but claustrophobic bourgeois environment of her life.
September is written for 2 singers and 10 instrumentalists (sax, clarinet, trombone, electric guitar, fender rhodes electric piano, percussion, violin, viola, cello and doublebass. Stage director for the stage performances was Tzara Tristana from Danmark.”
Is er een betere afsluiting denkbaar van een hoofdstuk (van en) over een Noorse componist, die een opera heeft gebaseerd op een drama van Henrik Ibsen, dan met een gedicht van diezelfde schrijver, in de Duitse herdichting van Max Bamberger:

EINEM KOMPONISTEN INS STAMMBUCH
Geist im Tier und Brand im Steine
Weckte Orpheus Spiel, das reine

Steine gibt’s hier allerorten,
Auch von Tieren manche Sorten.

Spiel’, daß Glut aus Steinen dringt,
Und das Tierfell rasselnd springt!

Het drama Hedda Gabler
Ongeveer ten tijde van het ontstaan van het drama Hedda Gabler schreef Henrik Ibsen één van zijn kortste gedichten, die we hier presenteren in de Duitse vertaling van Christian Morgenstern (1871-1914) (2):

EIN VERS
L e b e n heißt — dunkler Gewalten
Spuk bekämpfen in sich.
D i c h t e n — Gerichtstag halten
Über sein eigenes Ich.

Het is een toepasselijke tekst in verband met Ibsen en Hedda Gabler. De eerste twee regels zouden een aansporing aan de protagoniste van het bovengenoemde drama kunnenTheo Mann-Bouwmeester (1850-1939), hier als Hedda Gabler zijn, het tweede paar regels kan iets over de (een, deze en/of gene) schrijver tot uitdrukking brengen.
Hedda Gabler is één van Ibsens vrouwengestalten die zich enerzijds heel nadrukkelijk afzetten tegen tal van burgerlijke conventies, en daar tegelijkertijd in zijn verankerd, door hun maatschappelijke positie als gevolg van hun huwelijk. Juist dat laatste zorgt voor, hier en daar zeer hoog oplopende, zielsconflicten met heel directe gevolgen voor het subject en diens onmiddellijke omgeving.
In een bekende Duitstalige theatergids (3) wordt Hedda Gabler als volgt gekwalificeerd: “…. die schönheitstrunkene, von starken Instinkten getriebene Generalstochter, der Mittelpunkt tragischer Auseinandersetzungen.”
En elders lazen we: “On the one hand Hedda Gabler is a model for women’s lib, on the other hand, she is too much part of the same society that she rejects. This ‘failure’ must have evoked ’the devil within’ as it practically always does, in almost all of us, in situations we cannot cope with.”

De schrijver Henrik Ibsen
Henrik Ibsen ― die op 20 maart 1928 als zoon van een koopman in Skien was geboren, volgde vanaf zijn zestiende tot en met zijn tweeëntwintigste jaar een opleiding tot apotheker, waarna hij overstapte naar een studie medicijnen in Oslo. Een jaar later werd hij echter al benoemd tot artistiek leider van het theater in Bergen. Later reisde hij veel naar het buitenland waar hij geruime tijd doorbracht: vier jaar in Rome, waar hij twee van zijn grote drama’s schreef: Brand (1866) en Peer Gynt (1867). Zeven jaar na de gereedkoming van Peer Gynt zocht Ibsen zelf contact met Edvard Grieg, met het verzoek, de muziek voor zijn toneelstuk te schrijven. Ook verbleef Ibsen enige tijd te Dresden en München, waar tijdens zijn aanwezigheid Hedda Gabler in première is gegaan.
Edvard Grieg Ibsen werd de pionier van het realistische drama met maatschappijkritische inhoud. De huichelachigheid en de burgerlijke vijandigheid ten opzichte van de kunsten zijn steeds terugkerende thema’s in zijn toneelwerk. Tijdens zijn leven mocht Ibsen zich reeds verheugen in roem en aandacht, niet alleen in zijn geboorteland en in de rest van Scandinavië, maar tevens en vooral in Duitsland. De ensceneringen van Ibsens stukken door Otto Brahm (1856-1912) en door de inmiddels legendarische Max Reinhardt (1873-1943), hebben hem veel krediet bij het Duitse theaterpubliek verschaft.
Twee jaar na de première van Hedda Gabler, in 1893, verscheen van Hugo von Hofmannsthal (1874-1929) de tekst Die Menschen in Ibsens Drama. Daarin stelt hij: “Alle diese Menschen leben ein schattenhaftes Leben; sie erleben fast keine Taten und Dinge, fast ausschließlich Gedanken, Stimmungen und Verstimmungen. Sie wollen wenig, sie tun fast nichts. Sie denken übers Denken, fühlen sich, fühlen und betreiben Autopsychologie.” In onze tijd zijn het de Franse regisseur Patrice Chéreau (*1944) en de Duitser Peter Stein (*1937), die Ibsens drama’s aan een nieuwe interpretatie hebben onderworpen. Tal van andere, grote tot zeer grote, regisseursnamen duiken steeds opnieuw op in verband met de stukken van Ibsen, hetgeen een zekere garantie is voor de inhoudelijke of maatschappelijke actualiteit.
Henrik Ibsen overleed op 23 mei 1906 te Oslo. Aldaar en in Bergen ― de beide Noorse steden waar hij een onuitwisbaar stempel op het theaterleven heeft nagelaten ― is vanaf mei dit jaar nadrukkelijk het eeuwfeest te zijner nagedachtenis gevierd. Daar is ook de opera September van Eivind Buene zeer recentelijk enkele malen opgevoerd.

Discrepantie
Menigeen is de overtuiging toegedaan dat Ibsen met de geportretteerde vrouwen in zijn drama’s meer heeft gedaan voor de verbetering van hun positie dan enig ander negentiende eeuwse schrijver. Toch kon hij geen geduld opbrengen voor vrouwen die zich persoonlijk in de praktijk hiervoor hebben ingezet, en al helemaal niet als die ook nog eens schrijfsters waren. Tijdens een diner in het Grand Hotel van Kristiania (Oslo) dat Georg Brandes (1842-1927) (4) in 1891 voor Ibsen had georganiseerd, werd de grote dramaschrijver witheet toen hij tot de ontdekking kwam dat hij naast de middelbare schilderes en intellectueel Kitty Kielland (1843-1914) moest zitten. Toen deze het ook nog bestond om kritiek te spuien op de figuur van mevrouw Elvsted in Hedda Gabler, snauwde hij: “Ik schrijf om mensen te portretteren en het laat me volkomen onverschillig wat fanatieke blauwkousen prettig vinden of niet.”Dirigent Pieter van der Wulp
Ibsens idee van de Hel was het bijwonen van een tijdrovend banket waarbij hij naast een oudere suffragette of naast een schrijfster moest plaatsnemen ― en er waren nogal grote aantallen van beiden in alle Scandinavische hoofdsteden omstreeks 1890.

Ensemble en dirigent
De muzikale leiding van de kameropera berust bij Pieter van der Wulp, die als dirigent zeer actief is bij vele ensembles in den lande. Naast zijn functie als vaste dirigent van het Kamerorkest Helicon is Pieter van der Wulp ook verbonden aan het inmiddels 120 jaar oude Studentenorkest Bragi te Groningen. Met dit ensemble heeft hij de Vijfde Symfonie van Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) gespeeld, tijdens een buitenlandse tournee, onder meer in Boedapest. Van diezelfde componist leidde hij een van de twee Celloconcerten, maar dan weer met Helicon. Het ensemble trad onder zijn leiding niet alleen op in Groningen en Amsterdam, maar tevens tijdens een muziekfestival in het Franse Belfort. Sedert 2005 is Pieter van der Wulp ook dirigent van het Apeldoorns Symfonie Orkest.

De beide solistes
De twee zangeressen, die de tegengestelde elementen in de persoonlijkheid van Hedda Gabler vertolken, zijn de Noorse mezzo-sopraan Marianne E. Andersen en de Zweedse alt Mezzo-sopraan Marianne E. AndersenMonica Danielson. De eerstgenoemde is cum laude afgestudeerd aan de Londense Royal Academy of Music, en in dezelfde stad heeft ze aan de National Opera Studio gestudeerd. Ze vertokte rollen in Puccini’s Madame Butterfly en in het eerste (Das Rheingold) en laatste deel (Götterdämmerung) van Wagners Ring-tetralogie. Ook in Mozarts Zauberflöte heeft ze gezongen. Aan diverse muziekprojecten in Europa,De alt Monica Danielson in het Nabije Oosten en in de Verenigde Staten heeft Marianne Andersen meegewerkt: onder meer in het Noorse Trondheim, en verder in Jeruzalem en in het Schotse Edinburgh.
Monica Danielson heeft aan twee vooraanstaande muziekinstituten in het Zweedse Gotenburg haar opleiding gevolgd: aan de Högskolan för Opera en aan de Högskolan för Musik. Haar repertoire omvat kamermuziek, orkestmuziek, kerkmuziek en verder opera. In Zweden wordt ze veel uitgenodigd, zowel voor operaproducties in Gotenburg en in Stockholm, maar eveneens in Karlstad. Samen met Per Sjögren heeft ze in 2005 het ensemble EGO opgericht dat zang combineert met slagwerk, in eigentijdse composities.

*****

(1) De Lyrical Pieces, opus 54 van Edvard Grieg (1843-1907) zijn zes pianostukken uit 1891, het jaar dat Hedda Gabler in première is gegaan, op 31 januari, in het Hoftheater te München. Het zesde daarvan draagt de titel Klokkeklang. De eerste vier stukken hiervan zijn in 1904 tot orkestwerk (Lyrische Suite) omgeschreven: het eerste door Grieg zelf, de andere door derden, echter met instemming van de componist. Grieg was bijna volledig een tijdgenoot van Ibsen. Die was vijftien jaar toen Grieg werd geboren en hij stierf één jaar eerder dan de componist.
(2) Zie ons artikel over Morgensterns Galgenlieder in de versie van Sofja Goebajdoelina, verschenen op woensdag 18 oktober.
(3) Reclams Schauspielführer.
(4) De Deen Georg Brandes wordt beschouwd als de man achter de Grote Doorbraak in de cultuur van Scandinavië, vanaf de jaren zeventig van de negentiende eeuw. Op zijn dertigste formuleerde hij zijn ideeën omtrent het nieuwe realisme en naturalisme zoals hij dat voorstond. Overmatige fantasie en esthetiek in de literatuur wees hij af. Deze kunstvorm zou moeten dienen als vehikel voor de thema’s vrijheid en vooruitgang van de mensheid. Veel auteurs in dat tijdsgewricht, zoals Ibsen, deelden Brandes’ mening. Hij schreef tal van omvangrijke werken en een aantal stilistisch briljante monografieen, over Deense, Franse, Engelse en Duitse schrijvers. Die over Henrik Ibsen is in 1899 verschenen.

*****

Afbeeldingen
1. Eivind Buene.
2. Henrik Ibsen.
3. Theo Mann-Bouwmeester (1850-1939), hier als Hedda Gabler. Foto overgenomen uit het deel Dramatische Werken van Henrik Ibsen, vertaald naar de oorspronkelijke Noorsche uitgave door J. Clant van der Mijll-Piepers, met daarin o.m. Hedda Gabler, uitgegeven door Meulenhoff & Co. te Amsterdam in het jaar MCMXVI.
4. Edvard Grieg.
5. Dirigent Pieter van der Wulp.
6. Mezzo-sopraan Marianne E. Andersen.
7. De alt Monica Danielson.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *