Een Franse Assepoester na een NL-Amerikaanse Snow White

Sprookjes in overvloed
Sprookje in beeld. Viktor Vasetsov Hoewel het fenomeen sprookje na het ontstaan eigenlijk nooit een echt dieptepunt heeft gekend, of het erop zelfs op heeft geleken dat deze vorm van vertelling niet bepaald een lang en gelukkig leven zou zijn beschoren, is het in de literatuur en ook de daaraan gekoppelde wetenschap een constante factor gebleven. Juist in onze dagen, met overmatige drukte en een op vele fronten dreigende neergang van welzijn en wellust kan er, althans in onze contreien, worden gesproken van een extra opleving van het verschijnsel. Immers, niet alleen is er reeds twee maanden in het Groninger Museum een schitteremde tentoonstelling [1] over Russische sprookjes in de schilderkunst van dat gebied, maar parallel daaraan heeft tot en met gisteren in het hoge Noorden van ons land het aldaar gevestigde symfonieorkest een sprookjesachtige compositie van Anatol Ljadov, verspreid over het speelgebied, zes keer voorgesteld. Verder toert de Nationale Reisopera al vanaf 19 januari, tot en met dinsdag 12 februari met een Amerikaans sprookje, Snow White – dat in de jaren zestig van de vorige eeuw is ontstaan als ‘roman’ – als eigentijds muziektheater, gerealiseerd door het Nederlandse multitalent Micha Hamel die daar van 2004 tot en met 2007 aan heeft gewerkt, en kan men deze uitzonderlijke oper(ett)a heden, zaterdag 9 februari, ’s avonds via de radio beluisteren.

Première in 1899
Nauwelijks zal de laatste voorstelling van Hamels Sneeuwwitje — op 12 februari te Apeldoorn— zijn gegeven, of drie dagen later, op vrijdag 15 februari, realiseert Neerlands andere reizende muziektheatergezelschap, Opera Zuid, in de Poster van de Opera Zuid voor ´Cendrillon´Vrijthof te Maastricht de première van een ander sprookje dat ruim een eeuw eerder in muziektheater is omgezet door Jules Massenet (1842-1912): Assepoester, beter bekend onder de Franse naam Cendrillon. Op 24 april 1899 is dit muzikale sprookje in première gegaan in de Parijse Opéra Comique, hetzelfde theater dat ook reeds Massenets eerste voltooide opera, in 1867, had opgevoerd.
Diverse andere componisten hebben het sprookje Assepoester verwerkt, hetzij eveneens als muziektheater, zoals Gioacchino Rossini (1792-1868) in 1817, dan wel Sergej Prokofjev (1891-1953) als ballet in de jaren 1940-44. De belangrijksten van hen tijdens het fin de siècle zijn Ermanno Wolf-Ferrari (1876-1948) in 1900 en Leo Blech (1871-1958) in 1905.
Jules Massenet heeft zijn opera gecomponeerd op een libretto van Henri Cain [1], naar het befaamde sprookje Cendrillon ou la petite pantoufle de vair, van Charles Perrault (1628-1703) uit de verzameling Ma mère l’Oye (Moeder de Gans) — voor het eerst verschenen in 1683. Perrault wordt beschouwd als de grondlegger van het nieuwe literaire genre: le conte de fées – het sprookje.
We zien af van het oprakelen van de gehele handeling van Cendrillon, aangezien we deze bij jong en oud, bij groot en klein, bij rooms en rood, bij groen en net zo sterk bij andersdenkenden in onze westerse cultuur, bekendVoorplat van de Cendrillon-boekversie uit 1957 veronderstellen. Daarbij mogen wij echter niet onvermeld laten dat librettist Henri Cain op één punt van het oorspronkelijke verhaal is afgeweken, en wel door er een scène aan toe te voegen: na het grote feest ontmoet Assepoester de Prins in het bos. Wensdenken en sprookjes hebben, nog altijd, wel enige gemeenschappelijke gronden.

Manco in de naslagwerken
Opvallend is de overeenkomst in de meeste handboeken, gidsen en Führer: Massenet komt er steeds in voor, en variërend van één tot vier van zijn veertig werken voor het muziektheater kunnen we erin Kostuumontwerp voor de opvoering van ´Cendrillon´ door de Opera Zuidvinden. Soms wordt er nog een lijstje toegevoegd met alleen andere titels, maar daarin hebben we er ook niet meer dan negen gevonden. En in geen van die vele naslagwerken komt deze Cendrillon voor, waar tegenover staat dat Rossini’s La Cenerentola uit 1817 – eveneens gebasseerd op een libretto dat Perraults sprookje als uitgangspunt heeft genomen – wel wordt behandeld. Daarin laten de bekende opzoekboeken schouder aan schouder verstek gaan: Reclams Opernführer en Kloibers Handbuch, Knaurs Opernführer, Otto Schumanns boek met dezelfde benaming. Ook The Decca Book of Opera, en zelfs Kobbe’s Complete Opera Book – waarin overigens diverse van Massenets andere opera’s wel aan een relatief ruime analyse worden onderworpen – laten het hier afweten. Uitzondering op dit consequente negeren vormt het in deze kolommen al eens eerder geroemde Dictionnaire chronologique (de 1597 à nos jours), uitgeven door Livre de Poche (een vertaling uit het Italiaans). De auteur van het artikel over Cendrillon is echter niet overtuigd van de kwaliteiten van deze opera; hij vindt dat Massenet te zeer heeft geprobeerd de sfeer van Humperdincks Hänsel und Gretel op de Franse bühne te creëren en hij uit de mening dat de componist daarin niet voldoende zou zijn geslaagd.

Lees ook:  Opera Andrea Chenier in Klara's programma Scala

Bekend in dit weblog
Jules Massenet is voor de vaste lezers van deze elektronische kolommen geen onbekende componist: op zaterdag 3 maart 2007 hebben we, in het kader van een langer artikel over het ruime opera-aanbod op radio en televisie, al een flink hoofdstuk gewijd aan zijn opera Manon Lescaut uit 1881-1884, naar de gelijknamige roman van Théophile Gautier (1811-1872) en voorts heeft Thaïs uit 1891-92, naar een roman van Anatole France (1844-1924; Nobelprijs Literatuur 1921) hier eveneens enige aandacht gekregen op vrijdag 26 oktober 2007.

Uitvoerenden en speeldata bij Opera ZuidJules Massenet, componist van ´Cendrillon´
De juiste invulling van alle medewerkenden, zoals die zijn voorzien in de reeks van tien voorstellingen van Opera Zuid vanaf vrijdag 15 februari, is onder deze link beschikbaar.
Onder de overzichtelijke lijst van spelers en de protagonisten binnen het technische gebeuren is tevens een chronologische lijst afgedrukt van de speeldata en -plaatsen. Het zal niemand, die weet dat Opera Zuid niet voor niets die naam draagt, verbazen dat het gros van de voorstellingen in de provincies Limburg en Noord-Braband zal worden gegeven. Dat ook steden als Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Groningen daarnaast zijn opgenomen, kan alleen maar een aanwinst zijn voor het programma van de aldaar gevestigde theaters.
_____________

[1] Daarover binnenkort naders in deze kolommen.
[2] Deze Franse tekstdichter (1857-1931), die een beeldhouwersgezin was opgegroeid, was eerst schilder en tekenaar en hanteerde tevens de letterpen. Hij heeft nog drie andere libretti voor Massenet geschreven: La Navarraise, Sapho en Don Quichotte.
____________
Afbeeldingen
1. Sprookje in beeld. Viktor Vasnetsov: Snegoerotsjka (Снегурочка = Het Sneeuwmeisje), olieverf op doek, 115 x 79,8 cm (Tretjakovskaja Galereja, Moskou). Tot 6 april te zien in het Groninger Museum, in het kader van de tentoonstelling Russische Sprookjes.
2. Poster van Opera Zuid voor Cendrillon.
3. Voorplat van de Cendrillon-boekversie uit 1957 (samen met diverse andere sprookjes uit Ma mère l’Oye), verschenen in de reeks Bibliothèque Précieuse van Librairie Gründ te Parijs.
4. Kostuumontwerp voor de opvoering van Cendrillon door de Opera Zuid.
5. Jules Massenet, componist van Cendrillon.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *