Twee vrouwbeelden rond 1900: femme fragile en femme fatale

In onze door het christendom gevormde cultuur is er vaak een uitgesproken scheiding tussen goed en kwaad, tussen geest en vlees, en tussen man en vrouw. Vanuit deze strikte tegenstelling werden ook vrouwen doorgaans getypeerd; was zij een heilige of een hoer? Vertegenwoordigde zij het spirituele of de vleselijke lust? Gaandeweg de negentiende eeuw kregen deze twee tegenpolen een bijzondere gestalte in de literatuur en de schilderkunst: het type van de femme fragile en de femme fatale. […]

In onze door het christendom gevormde cultuur is er vaak een uitgesproken scheiding tussen goed en kwaad, tussen geest en vlees, en tussen man en vrouw. Vanuit deze strikte tegenstelling werden ook vrouwen doorgaans getypeerd; was zij een heilige of een hoer? Vertegenwoordigde zij het spirituele of de vleselijke lust? Gaandeweg de negentiende eeuw kregen deze twee tegenpolen een bijzondere gestalte in de literatuur en de schilderkunst: het type van de femme fragile en de femme fatale. […]

Jan Siebelink — Suezkade (2008)

Kijkt u eens aan. Een voortreffelijke, nieuwe roman van een bestsellende schrijver. Waarom in hemelsnaam deze alhier bespreken? Welnu, omdat ondergetekende op zeer bescheiden wijze een gut feeling heeft voor de décadence littéraire, en Suezkade kan mijns inziens hieronder geschaard worden. Dat aan werk van Siebelink dit predikaat gegeven kan worden is niets nieuws: zo schijnt het nimmer door mij gelezen Nachtschade (1975) behoorlijk decadent te zijn. Het is wat mij betreft echter iets te ver in de tijd verwijderd van the real thing om echt tot het decadentisme te kunnen behoren. Ook Suezkade kan ik niet onder het kopje polderdecadentisme scharen, maar opvallende en mij zeer behagende affiniteit heeft het hier zeker mee. […]

Kijkt u eens aan. Een voortreffelijke, nieuwe roman van een bestsellende schrijver. Waarom in hemelsnaam deze alhier bespreken? Welnu, omdat ondergetekende op zeer bescheiden wijze een gut feeling heeft voor de décadence littéraire, en Suezkade kan mijns inziens hieronder geschaard worden. Dat aan werk van Siebelink dit predikaat gegeven kan worden is niets nieuws: zo schijnt het nimmer door mij gelezen Nachtschade (1975) behoorlijk decadent te zijn. Het is wat mij betreft echter iets te ver in de tijd verwijderd van the real thing om echt tot het decadentisme te kunnen behoren. Ook Suezkade kan ik niet onder het kopje polderdecadentisme scharen, maar opvallende en mij zeer behagende affiniteit heeft het hier zeker mee. […]