Neo-décadence in De blauwe nacht van Jan Siebelink

Sâr Peladan, Lorrain, Céard, De Maupassant, Gide, Valéry, Pierre Louÿs, Lucien Descaves, Hennique, Daudet, Marcel Schwob, Villiers de l’Isle-Adam, Huysmans, De Goncourt, Barrès, Stanislas de Guaita, Jean de la Ville de Mirmont, Rachilde, Coppée, Mirbaud, Rémy de Gourmont. En nog enkelen. Met die uitgelezen schare liet hij zijn studenten in het fin de siècle onderduiken. … Lees verder “Neo-décadence in De blauwe nacht van Jan Siebelink”

About a possible non-fictional encounter between Oscar Wilde and Carel de Nerée

Our motto, ‘All art is quite useless,’ derives from The Picture of Dorian Gray. Oscar Wilde makes a regular appearance here, just as the artist Carel de Nerée tot Babberich — the latter on account of his being a personal interest of yours truly. This time we present you with a — perhaps equally useless — article on the two of them, about a case of non-fictional reception, yes, about an encounter between the two artists that may have occurred in reality. […]

Over een mogelijke niet-fictionele ontmoeting tussen Oscar Wilde and Carel de Nerée

[Engelse versie] ‘All art is quite useless’ luidt ons aan The Picture of Dorian Gray ontleende motto. Oscar Wilde komt hier dan ook vaak voorbij, evenals de kunstenaar Carel de Nerée tot Babberich – de laatste wegens een persoonlijke interesse van de schrijver dezes. Deze keer een, wellicht ook volstrekt nutteloos stukje over hen tezamen, over een geval van … Lees verder “Over een mogelijke niet-fictionele ontmoeting tussen Oscar Wilde and Carel de Nerée”

Over twee onbekende foto’s van een legendarische uitgever van rond 1900

‘Om de geschiedenis van een uitgever in al zijn facetten te kunnen beschrijven is grondige kennis van o.a. het leven van die uitgever vereist. Het ontstaan en de groei van zijn fonds hangt nauw met zijn leven samen. Zeker als het fonds een hoofdzakelijk literair karakter heeft. De kwaliteit en diversiteit wordt mede bepaald door … Lees verder “Over twee onbekende foto’s van een legendarische uitgever van rond 1900”

Een gedicht voor Carel de Nerée tot Babberich

Suist weer de avondtijd /en spreekt geluid van zachte dooden; / mijn lieve, zachte dooden zéér gewijd. /
Ik zie, hoe allen dag / de dingen sterven in oud dagelicht. / Ik zie tevreden naar dien dood en hoe ik lach. […]

Polderdecadentisme (12)

Dit is wel een heel zwakke variant, maar ik noem hem voor de volledigheid. Deze maal betreft het het debuutbundeltje Aan den verlaten vijver (1909) van Jan Greshoff De link met het decadentisme, dat Greshoff zijn ‘moderne’ Fransche literatuur kende, blijkt in dit bundeltje eigenlijk enkel uit de auteurs van wie hij enkele motto’s ontleende: … Lees verder “Polderdecadentisme (12)”

‘Aan P.C. Boutens’

‘Donkere bloedbloem in diepnacht geween. Zoo zijt gij Boutens in mijn zielelijf; nachte bloedbloem. Ik heb uw woorden zóó wonderteer in machtig weedom goud op marmer gehoord. Ze bekoorden mij, zóó zeer, Laat me waardeeren uw klanken-rein, nachtbloemen rood, ziel, grootmachtig teer.’ Henri van Booven, Witte Nachten, 1901 p.51-52