Alom ethergolven vol met muziek ter herdenking van Gustav Mahler (3)

Driemaal televisie, viermaal radio
In deze derde, en laatste, aflevering van onze korte, maar hopelijk krachtige reeks – waarin we werken uit het oeuvre van, en programma’s over, de allergrootste muziekmeester die heeft geleefd op het breukvlak van twee eeuwen, en die zijn meest indringende muziek in die periode heeft gecomponeerd – is onze focus gericht op zeven ether-programma’s in de komende week: drie daarvan staan gepland voor televisie op één en dezelfde avond en ook nog direct achtereen, en voorts zullen vier composities van Mahler worden uitgezonden in drie programma’s van verschillende radiozenders.
Het ligt voor de hand dat Gustav Mahler – nu zijn voorspelling van ruim een eeuw geleden, “Meine Zeit wird kommen”, al werkelijkheid is geworden, en de belangstelling voor zijn muziek alweer ongeveer een halve eeuw steeds verder is geïntensiveerd en vooralsnog alleen maar meer zal toenemen – een vooraanstaande plaats zal blijven innemen in de wereld der klassieke muziek, en dat niet alleen via ether-media en geluidsdragers in enigerlei vorm, maar tevens in concertzalen vrijwel overal ter wereld. Wij zullen, in deze elektronische cultuurkrant, ook na heden nog diverse keren delen van zijn oeuvre en aspecten van zijn persoonlijk leven de revue zullen laten passeren, maar de op een hausse gelijkende stroom aan, soms aaneengeregen, programma’s, zoals die de laatste dagen her en der werden gepresenteerd, zal iets afnemen, nu zijn honderdste sterfdag (18 mei) achter ons ligt.

Andere focus
Op maandag 23 mei en direct in aansluiting, overlopend naar dinsdag 24 mei, heeft Arte-televisie opnieuw enkele programma’s op de rol staan in verband met het Schwerpunkt Wien 1900 dat in de afgelopen mei-weken reeds een enkele keer voor het voetlicht is gekomen. In alle drie achtereenvolgende bijdragen via dat ethergebeuren in beeld en geluid komt Gustav Mahler weliswaar in een vooraanstaande rol voor, doch ligt de focus niet in eerste lijn op de muziekmeester. Eén van de drie films is gewijd aan zijn echtgenote Alma Maria Mahler, die enerzijds de grote stimulans voor de man en zijn werk vormde, doch tegelijkertijd een castrerende functie had door haar buitenechtelijke verlangens en de (pogingen tot) vervulling daarvan. Een andere film toont een ballet waarin de muziek van Mahler is, en de derde film is een documentaire over Freud en Mahler.

Documentaire
De speelfilm over de ontmoeting tussen Gustav Mahler en Sigmund Freud – gerealiseerd een eeuw na de ware gebeurtenis – is een veelzijdig droomspel dat zich afspeelt in een hotel met een gering aantal figuren, en verder tijdens een vier uur durende wandeling door een totaal leeg Leiden van 1910, waar de tijd was blijven stilstaan, en waar de beide mannen, (on)eerbiedig gezegd, een extra lange aflevering van Herenleed ten beste hebben gegeven en dat – vanwege het feit dat zo’n rolprent, ondanks alle daarin geregistreerde, extravert emotionele, uitbarstingen, naast de introverte aspecten in de, voor zover dat mogelijk is, documentair gehouden gedeelten, een statisch kunstwerk blijft – steeds opnieuw zullen doen. De meer passieve dynamiek speelt zich, door de oren en ogen van de kijker getransporteerde informatie, in het brein van de kijker af, waardoor die op diverse momenten niet kan ontkomen aan de indruk dat de beide heren, op basis van hun hier en daar overmatige fröbelen, schijnen te schreeuwen om een therapeut die goed uit de voeten kan met haantjesgedrag, al dan niet aangestuurd door een pik-orde.
Arte-televisie begint de reeks bijdragen over Mahler cum suis om 22:30 uur met de documentaire Mahler – im gemessenen Schritt, eveneens over de ontmoeting tussen de beide heren, daar in Leiden. Het is een Franse documentaire van Pierre-Henry Salfati uit 2009. [1] Voor degenen die de speelfilm hebben gezien, kan het een aardige confrontatie worden: in hoeverre komen de beelden en hun zeggingskracht van de beide producties overeen, en waar verschillen ze; wat bevalt de kijker beter: een compleet gedramatiseerde versie of een documentaire met gedramatiseerde elementen? Hoezeer beïnvloeden al die bewust gekozen gedeelten van Leiden – inclusief een straatje als dat van Vermeer – de kijker, bewust of onbewust?
In de film van de beide heren Adlon zegt Freud tegen Mahler dat zich iets in diens onderbewuste zou afspelen, doch het is niet erg waarschijnlijk dat Freud juist dat begrip in de praktijk zal hebben gebruikt, simpelweg vanwege het feit dat dit woord een onjuiste uitdrukking is voor onbewuste. Latere analytici, al dan niet Freud-adepten, hebben veel en veel meer het nieuwere begrip geïntroduceerd. Maar een regisseur moet Leiden niet laten lijden door het in last te brengen, als gevolg van het onnodig en onterecht belast zijn.

Alma de Grote
Die eerste documentaire is alleen tot stand kunnen komen vanwege het historische gegeven dat de componist totaal werd verscheurd door depressies als gevolg van het onvermogen om te gaan met de ontrouw van zijn echtgenote, die hij had verboden binnen het huwelijk te componeren, en niet alleen op basis van de gedachte dat zij in de keuken hoorde te staan en kinderen zou moeten baren, maar tevens – wellicht vooral onbewust – als gevolg van zijn afgunst en jaloezie, die is ontstaan doordat hij zich bedreigd heeft gevoeld door een ander scheppend wezen op het gebied van de muziek, dat zich in zijn binnenste cirkel bewoog. Mahler Alma’s stukken immers zo hoog geprezen, en niet alleen in het kader van zijn Brautwerbung, doch qualitate qua.
De tweede documentaire van die avond, met de verwerpelijke titel Big Alma [2], duurt met intro, aftiteling en een korte vooruitblik op wat komen gaat, vijfenvijftig minuten, van 23:30 uur tot 00:25 uur in de nacht op dinsdag 24 mei. Het is een film van Susanne Freund (Oostenrijk 2007), gemaakt voor Arte, in samenwerking met het Oostenrijkse publieke televisienet ORF. [3]
Tal van auteurs, die zich hebben beziggehouden met het leven van Alma Schindler (1879-1964) – een componiste en schilderes van joodse komaf, die zich in de loop van haar leven steeds meer ontpopte als een onbedaarlijke antisemiet – die in de wereld der kunsten in het Wenen van het fin de siècle bewondering en verregaande geilheid wist af te dwingen. Een meer dan oppervlakkige lichamelijkheid die Alma Schindler op alle daarvoor haar geschikt, dan wel simpelweg gewenst, lijkende momenten aan haar muziekleraar Alexander von Zemlinksy (1871-1942) bood, gaven voldoende indicaties voor de stelling dat ze er in zowel erotisch opzicht, alsmede qua veel directer seksueel gerichte uitingen, van haar lichaam geen moordkuil wenste te maken. Onvoorwaardelijke passie noemde publicist Willy Haas (1891-1973) dat.

Autobiografie, dagboeken, brieven, biografieën
Zo staat dat in zijn voorwoord bij de publicatie, in 1960, van de Memoires onder de kort gehouden titel Mein Leben van Alma Mahler-Werfel, een boek dat een ruime verspreiding heeft genoten. Toch worden er door onderzoekers af en toe flink wat vragen gesteld met betrekking tot de gedetailleerde juistheid. Nu zijn autobiografieën en gebundelde memoires niet zelden publicaties waarin meer verdichting voorkomt dan in menige roman. Dat vereist dus per definitie de nodige kritische afstand. En juist die was, voorzichtig uitgedrukt, in het
geheel niet te vinden in het boek Alma van Berndt W. Wessling [4]. Reeds voordat Oliver Hilmes in 2004 zijn standaardwerk over Alma Mahler, Witwe in Wahn [5] daarover nader heeft bericht, waren er al anderen, die hadden vastgesteld dat er niet veel in Wesslings publicatie uit 1963 serieus kon worden genomen, behalve de naam van Alma Mahler en haar citaat: “Niemandem wird es gelingen, mich vollkommen zu beschreiben, nicht einmal mir selber ist es gelungen. Ich stecke voller Rätsel, die nicht zu lösen sind. In fernen Tagen wird man von mir sagen: Sie ist eine Sphinx gewesen.” De vraag zij toegestaan in hoeverre dat nu precies een uiting van wensdenken, en tegelijkertijd van angst voor het eigen wezen, is geweest.
Sigmund Freud begreep al snel dat niet alleen Gustav Mahler bij hem op de couch zou moeten plaatsnemen, maar dat ook die wederhelft zich, al dan niet in een (half)hypnose zou moeten overgeven aan de broodnodige projecties. Misschien zou haar jodenhaat zich dan ook niet zo sterk hebben ontwikkeld en geprofileerd als dat na het verscheiden van Gustav Mahler, in goed een halve eeuw, tot aan haar dood is gebeurd. Diezelfde specialist op het gebied van neuroses en andere zielsziekten zou eveneens het nodige hebben gedacht, en wellicht op enigerlei wijze geuit, omtrent de problematiek van de schrijver Wessling.
Het valt in ieder geval te hopen dat de rolprent van Susanne Freund een waardevolle bijdrage is aan de documentatie, in dit geval in bewegende beelden, met betrekking tot Alma Mahler-Werfel. Oliver Hilmes is met betrekking tot de overige literatuur in boekvorm, van en over deze protagoniste, evenmin erg enthousiast. Hoewel een publicatie als Het Binnenhof zeer enthousiast was over de Nederlandse versie van het boek uit 1988 (NL-vertaling 1989) van Françoise Giroud (1916-2003): Alma Mahler of de kunst te worden bemind, denkt Oliver Hilmes, samen met tal van anderen, dat er in haar boek iets te veel de nadruk is gelegd op de feministische aspecten in de persoonlijkheid van Alma Schindler: aspecten die er zeker waren, doch met iets meer afstandelijkheid zou je diezelfde vrouw, in diverse fasen van haar leven evenzeer als een vagina dentata kunnen kwalificeren, al wordt zoiets bijna niet meer gedaan omdat men, als man, de toorn van gepreoccupeerde vrouwlui niet meer over zich wil afroepen. Doch wellicht initiëren we een nieuwe feministische golf door het nu juist wel te doen. En zo’n golf, op het juiste moment, in de juiste context en op de juiste plekken, en niet in de laatste plaats in de politiek, kan geen kwaad.
Alma Mahler was, anders gezegd dan hierboven cursief, een castrerende vrouw, doch dat is slechts de helft van het verhaal, zolang de mannen in haar leven niet in het juiste perspectief worden mee ‘genomen’.

Lees ook:  Gustav Mahlers Achtste en Negende Symfonie op Mezzo-tv

Ballet met muziek van Mahler
De korte reeks met drie bijdragen over en met Gustav Mahler wordt in de nacht op dinsdag 24 mei besloten met een balletfilm, dat wil zeggen een met camera’s geregistreerd ballet dat als film zal worden uitgezonden. De titel luidt Schneewittchen; het is een ballet van Angelin Preljocaj. De choreograaf heeft zelf gezorgd voor een variatie op het sprookje van de Gebroeders Grimm. In 2009 is dit ballet, met muziek van Gustav Mahler en kostuums van Jean Paul Gaultier, vastgeleged als co-productie van de Berlijnse Staatsopera en het Ballet Preljocaj. Deze uitzending start om 00:20 uur en duurt tot 01:50 uur.
In tegenstelling tot de beide voorafgaande documentaires, staan er van dit ballet vooralsnog geen herhalingen op het programma van Arte-televisie. De film, die eerder werd uitgezonden, is mede tot stand gekomen door samenwerking van Arte France en Mezzo-televisie.

Radiouitzendingen
De vier radiouitzendingen, welke in de week van maandag 23 tot en met donderdag 26 mei, Mahler-muziek presenteren, kunnen hier korter worden vermeld, omdat er minder over mede te delen valt.
Voorafgaande aan de Arte-avond op maandag 23 mei kunnen de liefhebbers en andere geïnteresseerden luisteren naar twee Mahler-composities die door de Duitse regionale radiozender NDR Kultur zullen worden voorgesteld in een uitzending met de titel Hamburg feiert Mahler. Begrijpelijk, aangezien die musicus ook aan de Hamburgische Staatsoper verbonden is geweest. Twee van de vier onderdelen van dat programma, het tweede en derde, betreffen muziek van Gustav Mahler. Eerst klinken Frühe Lieder, maar dan in de bewerking van de Italiaanse componist Luciano Berio (1925-2003), een musicus die veel fascinerends aan het repertoire heeft toegevoegd. Daarna klinkt een als “fragment” omschreven deel uit de Symfonie nr. 10 in Fis. Wij denken dat het om het complete Adagio gaat, het enige deel dat van Mahler zelf stamt.
Op dinsdag 24 mei, wordt als tweede onderdeel van het programma van de regionale Duitse radiozender WDR 3, beginnend om 12:05  uur, het Pianokwartet, vermoedelijk uit 1876 gespeeld. Het bestaat uit één deel voor strijktrio en pano. Het is mogelijk dat het stuk in het jaar van ontstaan, aan het Weens Concervatorium, met de componist als pianist, is uitgevoerd, maar zekerheid dienaangaande bestaat niet. Wel is bekend dat de eerste openbare uitvoering op 12 september te Iglau is gegeven, eveneens met Mahler aan de piano. Bijna een eeuw later, op 12 februari 1974 werd deze compositie – die, afhankelijk van de uitvoerenden, elf tot veertien minuten vergt –, in New York publiekelijk voorgesteld.
Donderdag 26 mei valt het laatste Mahler-werk dat we in deze reeks onder uw aandacht willen brengen, te beluisteren in het programma Radio 3 live in concert van genoemde Britse zender. U kunt dan oorgetuige zijn van de Zevende Symfonie (Das Lied der Nacht), gespeeld door het Royal Liverpool Philharmonic Orchestra onder leiding van Vasily Petrenko. Ook daar is dit stuk het tweede onderdeel van het programma dat om 20:30 uur begint en wordt geopend met een Mozart-concert. Als men de gehele symfonie wenst te beluisteren, is het raadzaam vanaf kwart voor negen in de avonduren (onze tijd) klaar te zitten.
__________
[1] De film is een bijdrage van Arte France aan het programma van de Duits-Franse cultuurzender. De documentaire zal worden uitgezonden in HD-kwaliteit op het beeldformaat 16:9. Twee herhalingen heeft Arte geprogrammeerd, binnen een week na de eerste uitzending: de eerste daarvan is te zien op woensdag 25 mei, ’s ochtends om 05:00 uur, de tweede op zondag 29 mei, ook heel vroeg in de ochtend, doch dan vanaf o6:00 uur.

[2] Hoewel we hier zeker niet de purist ten koste van alles willen uithangen, dienen niet-Amerikaanse producties niet van een Yanken-titel te worden voorzien, aangezien zulks onderdeel van een razend slechte ontwikkeling is en een knieval voor de allesoverheersende Hollywood-cultus. Dergelijk a-cultureel, en niet zelden anti-cultureel, imperialisme dient met alle beschikbare middelen buiten de deur van de ware cultuur van het oude Europa te worden gehouden. Ook en vooral nu bepaalde machthebbers – en niet in de laatste plaats al te veel, kennelijk hersendode, politici op posten van doorslaggevende betekenis –, alles op alles willen zetten om ons avondland, in ieder geval in klassiek-cultureel opzicht, vakbekwaam om zeep te helpen.
Ondanks het feit dat we ons zouden kunnen voorstellen dat mevrouw Freund een link tracht te leggen naar een mannelijke protagonist met een enorm ego en (binnen de familie) de aanspreektitel Big Daddy, in Cat on a hot tin roof uit 1955 van Tennessee Williams (1911-1983), dienen dergelijke kwesties binnen het Yankendom te blijven. Een andere optie, die eveneens heel goed voorstelbaar is, en van de kant van de ‘producenten’ weloverwogen kan zijn, is de zakelijke kant ervan. Het ligt voor de hand dat een documentairemaakster die ervan overtuigd is dat ze een goed product heeft gemaakt met niet eerder aan de orde gekomen elementen, tracht een zo groot mogelijke markt voor haar film te vinden. Met zo’n titel is de kans groter, omdat daarmee in het onbewuste allerlei sentimenten kunnen worden beroerd. Is dat het geval, maak zo’n film dan maar met meer titels; dat is eveneens met tal van speelfilms gedaan.

[3] Deze documentaire wordt eveneens tweemaal herhaald in de komende weken: voor het eerst op donderdag 26 mei om 05:00 uur in de ochtend, en dan nog eens op zondag 5 juni, eveneens vanaf 05:00 uur in de ochtend.

[4] Hoewel het in de Verenigde Staten de gewoonste zaak van de wereld is als iemand zijn tweede voornaam alleen met een initiaal aangeeft, is het in onze contreien een mene-tekel. Altijd weer blijkt dat de mannen die het doen, heel erge ijdeltuiten zijn. Genoemde Duitse auteur Wessling heeft, blijkens onderzoekers, er wel heel flink op los gefantaeerd in zijn terloops genoemde boek, en aangezien dit artikel niet gaat over de mentale afwijking pseudologia fantastica, is het beter de focus te richten op een stuk cultuurgeschiedenis in boekvorm, geschreven door Oliver Hilmes, die zich eveneens op die wijze heeft geuit over Cosima Wagner en haar kinderen (2009) en over Franz Liszt (2011).

[5] Oliver Hilmes: Witwe in Wahn – Das Leben der Alma Mahler-Werfel. 476 pagina’s, met z/w-illustraties; paperback met flappen. Pantheon Verlag, München, Mai 2010. Heruitgave van de in 2004 bij Siedler Verlag in een gebonden versie uitgekomen biografie. ISBN 978-570-55112-7.
____________
Afbeeldingen
1. Gustav Mahler in 1878.
2. Alma Mahler-Werfel: voorplat van het omslag van de paperbackeditie van Mein Leben.
3. Oliver Hilmes, auteur van de beste biografie tot nu toe over Alma Mahler-Werfel.
4. Signatuur van Alma Mahler-Werfel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *