François Truffauts drama Jules et Jim op Canvas-televisie

Scène uit de film Jules et Jim met Henri Serre als Jim, Oskar Werner als Jules, en Jeanne Moreau als CatherineRomantisch drama
Vrijdag 4 mei begint om 23:05 uur op het tweede Belgische, Nederlandstalige televisienet Canvas de speelfilm Jules et Jim, een romantisch drama uit 1962 van François Truffaut (1932-1984) naar de gelijknamige roman uit 1953 van Henri-Pierre Roché (1879-1959). De auteur was al 74 jaar oud toen hij deze, zijn eerste roman, heeft voltooid. Het verhaal is in principe de beschrijving van een vriendschap tussen twee mannen — de Fransman Jim en de Duitser Jules, die elkaar in 1900 in Parijs hebben ontmoet en heel direct een zeer harmonieuze relatie hebben ontwikkeld, die al snel door sommige lieden om hen heen als homoseksueel werd beschouwd. Dat zou thans, bijna exact een eeuw nadien, nog steeds gebeuren, al is het zelden meer dan de projectie van een pervers gebrek aan denkvermogen. Later delen die twee een vrouw zonder enige vorm van rivaliteit.
De hoofdrollen in deze rolprent worden gespeeld door Oskar Werner [1], Henri Serre en Jeanne Moreau.

Toevallige ontdekking
In 1955 kreeg regisseur François Truffaut de roman van Henri-Pierre Roché bij een boekenstalletje in handen, en het viel hem op dat het daarbij om het romandebuut van een vierenzeventigjarige ging, en al snel concludeerde hij dat de lichtvoetigheid van het serieus-romantische verhaal juist na een lang rijpingsproces op die manier aan het papier had kunnen worden toevertrouwd. Die periode van een halve eeuw had het mogelijk gemaakt dat de schrijver de telegramstijl had gecreëerd van een dichter die zijn eigen culturele ontwikkeling terzijde had geschoven en had gekozen voor een vormRegisseur François Truffaut van uiten in woorden, die men wellicht van een onverstoorbaar-directe boer had kunnen verwachten.
Zoals wel meer is gebeurd met een stof, die Truffaut had uitgekozen om te verfilmen, is het ook in Jules en Jim gebeurd dat de regisseur allengs tot het besef kwam dat de ontwikkeling van het verhaal, dat hij in eerste instantie als amusant beschouwde, slechts kon worden gered door een element van droefheid.
De zeer directe stijl van Roché’s roman is er dan ook debet aan dat de maker van de film heeft gekozen voor een serieel, tamelijk traag ritme, waarin hij af en toe een frame tot foto reduceert, en daarmee wil aangeven dat het lineair voortschrijdende verhaal — ondanks de levenslust en pikanterie dat het uitstraalt — een relatief verre terugblik betreft.
De secretaresse die Truffaut had ingehuurd om een transcriptie te maken van de dagboeken, legde het werk neer omdat ze die polygamie schandalig vond en deze als niets anders dan wreedheid beschouwde.

Veel feiten, weinig fictie
Voor het grootste deel wijkt de roman weinig af van de werkelijkheid. De latere schrijver Henri-Pierre Roché ontmoette in Oskar Werner en Henri Serre aan het inmiddels betekende cafétafeltje1906 in Montparnasse de jonge Duitser Franz Hessel, zoon van Joodse bankiers, die met zijn kleine, rondachtige uiterlijk een tegenpool vormt van de grote, slanke dandy Roché. Vrijwel onmiddellijk werden die twee onafscheidelijk, en toen Franz op een avond in een café een beschrijving gaf van de vrouwen in München en deze daarna op de koffietafel uittekende, wilde Roché deze tafel onmiddellijk kopen. Dat paste in het kader van zijn wens, zich te concentreren op de (wereld van) de kunsten, waar hij zich wenste te profileren als adviseur van vermogende verzamelaars.
Toen de schilderes Marie Laurenen, die illustraties maakte voor de poëzie van de jonge Duitser en die twee een verhouding krijgen, ging Roché deel uitmaken van hun intimiteit, en zo ontstaat het unieke trio in vriendschap, liefde, erotiek en seksualiteit. Maar zodra Franz de schilderes Helen Grund ontmoette, heeft hij Henri te kennen gegeven: “Deze niet!” En daarmee was de toon voor de resterende muziek gezet.

Cesuur door de oorlog
De oorlog van 1914-1918 maakte een einde aan het samenzijn, maar toen dat conflict ten einde was, wist Roché de weg naar zijn oude gelieven snel te vinden. Franz bleek echter intussen met Marie getrouwd en ze leefden in een bos bij München. De beide vrienden kussen elkaar en gaan direct verder met de intellectuele conversatie en het uitdiepen van problemen zoals ze dat vanaf het begin van hun vriendschap deden. Helen daarentegen bleek wat verlegen met die situatie en — zoals dat dikwijls het geval blijkt — dat was een inleiding tot een, flink wat, gepassioneerdere opstelling. De tamelijkVoorzijde van het boek in Nederlandse vertaling (1963), in Nederland uitgegeven door Contact Amsterdam ongebruikelijke verstrengeling van liefde en vriendschap is tot grote bloei geraakt. In Roché’s dagboeken van 1920-21 is dat alles acribisch en zonder enig voorbehoud opgetekend, die nooities zijn in wezen diens literaire monument voor de intieme relatie met de beide vrienden: het voorportaal voor de dertig jaar later te roman verschijnen Jules et Jim.

Dagboeken

In de volgende jaren heeft de schrijver elk samenzijn, en vooral die met amoureuze gebeurtenissen, vastgehouden, inclusief elke copulatie, die hij ondergaat als groot een wonder en die hij beschouwt als blijk van waardering en eveneens voor het genoegen van de vrouwen. Vanaf zijn eerste liefde voor twee Engelse zusters [3] tot aan de tijd dat hij een redelijk normaal leven was gaan leiden, zijn er maar liefst 346 De schrijver Henri-Pierre Roché in 1957 in zomerhuis te Saint-Robert, hier met de lievelingsvogel van zijn echtgenotenotitieboeken volgeschreven.
Daarin komen dolkomische en zeer gevoelige momenten voor, commentaren en meningen.
Op een oudejaarsavond bij de regisseur Abel Gance 1889-1981), nodigde de schrijver Blaise Cendrars (1887-1961) — die ten gevolge van de oorlog maar één arm meer had — hem uit voor een partijtje tennis met een blauwe bal; eenmaal buiten onder de sterrenhemel vraagt hij hem echter ten dans, en Roché is bereid: die weigerde nimmer iets.
Met een uiterst bewonderenswaardige onpartijdigheid heeft hij geschreven over James Joyce (1882-1941) en Pablo Picasso (1881-1973) over Marcel Duchamp (1887-1968) en Erik Satie (1886-1925), over Henri Matisse (1869-1954), Ferdinand Léger (1881-1951) en over Colette en zijn eigen regisseur Truffaut. Deze heeft Henri-Pierre Roché pas persoonlijk ontmoet toen deze al achtenzeventig jaar oud was, en hij signaleerde onmiddellijk dat de man een verregaande passie had voor de goede dingen van het leven. Roché kende iedereen en hij bracht iedereen met iedereen in contact, is de overtuiging van Gertrude Stein (1874-1946).

De film
Als de twee vrienden Jules en Jim, die in het Parijs van 1900 heel snel onafscheidelijk zijn geworden, op een dag een foto van een standbeeld van een vrouw ontdekken en door haar glimlach helemaal worden meegesleept, vertrekken ze samen naar Griekenland om het beeld aldaar te zoeken. Tijdens hun zoektocht ontmoeten ze Catherine, die dezelfde glmlach heeft. Jules trouwt met haar, ze blijven onafscheidelijk, maar de oorlog houdt hen gescheiden.
Nadat de wapenstilstand een feit geworden is, wordt Jim uitgenodigd de oude vrienden die inmiddels Sabine, een dochtertje hebben, in Duitsland te komen bezoeken. Catherine vertrouwt Jim toe dat ze niet gelukkig is, en vervolgens twijfelt ze aan welke van de beide mannen ze de voorkeur geeft. Uiteindelijk neigt ze meer in de richting van Jim, en wil ze een kind van hem. Dat lukt echter niet en daarom slaat de schaal weer over naar Jules. Daarop treedt Jim in het huwelijk met Gilberte, die ooit zijn minnares is geweest. Catherine ontmoet Jim opnieuw en nodigt hem daarbij uit voor een autorit. En onder de ogen van Jules rijdt Catherine naar een afgebroken brug en daar plonst de auto het water in. Jules is aanwezig bij de crematieplechtigheid voor de twee doden. [3]

De filmgegevens
De film is pas gerealiseerd zeven jaar nadat François Truffaut het boek van Roché had ontdekt en drie jaar na het overlijden van de auteur. Het draaiboek, de adaptatie en de dialogen zijn van de regisseur zelf, in samenwerking met JeanGeorges Delerue, componist van de muziek voor de film 'Jules et Jim' Gruault. De commentaren zijn ingesproken door Michel Subor. De muziek voor de film werd gecomponeerd door Georges Delerue (1925-1992). De daarin voorkomende chanson Le Tourbillon van Bassiac (Serge Rezvani, geb. 1928) wordt gezongen door Jeanne Moureau.
Raoul Coutard [4] was de directeur de la photographie. Het geheel is een zwart/wit-film in Franscope en heeft een duur van zo’n 100 minuten. De rolprent, die werd onderscheiden met tal van filmprijzen, is op 24 januari 1962 in Parijs voor het eerst vertoond.
Na afloop van de film bekende Helen Hessel, de vrouw in het werkelijke trio, die de première incognito had bijgewoond, zij: “Ik ben de vrouw die uit wrok in de Seine is gesprongen, die met de lieve, ruimhartige Jules is getrouwd en die inderdaad Jim heeft neergeschoten.”

Hitlers lange arm
Helens liefde voor Roché eindigde toen deze haar bekende dat hij zelf ook was getrouwd en dat hij bij kinderen heeft van twee andere vrouwen. Helen heeft hem weliswaar neergeschoten, maar beiden leven nog heel lang verder. Alleen Franz Hessel stierf veel eerder en te vroeg: als Jood werd hij geïnterneerd in een concentratiekamp in Frankrijk [5] en daar is hij in 1941 omgekomen. En misschien is dat de aanleiding voor het einde in het boek — en in de film — dat nu juist niet in overeenstemming is met de werkelijkheid. Maar misschien heeft de schrijver wel toegegeven aan de verleiding de drie onafscheidelijken van anno ooit weer te verenigen, zij het dan ook nogal passief en onherroepelijk: in de Dood.

Het boek
De roman is in 1953 bij de Franse uitgeverij Gallimard verschenen, en pas tien jaar later, nadat de film eenmaal in roulatie was gekomen, ook in Nederland, in een vertaling van Jean A. Schalekamp, bij uitgeverij Contact in Amsterdam. De stevige paperback, geheel in de stijl van de jaren zestig heeft op de voorzijde van het omslag een foto uit de film en in het binnenwerk is nog eens een twaalftal ‘scenes de la vie de bohème’ — in dit geval van de eerste helft van de twintigste eeuw en daarmee zo ongeveer een eeuw later dan die van Henri Murger— opgenomen.

François Truffaut

*****

[1] Oskar Werner is, als tegenspeler van Julie Christie, eveneens te zien in de rol van brandweerman in Fahrenheit 451, eveneens een film van François Truffaut, in 1966 uitgekomen, en gebaseerd op het gelijknamige verhaal uit 1953 van de (onder meer science fiction) schrijver Ray Bradbury (geb. 1920).

[2] Uit die aantekeningen is de roman Les deux anglaises et le continent (1956) ontstaan, dat in 1971 door Truffaut is verfilmd met onder meer diens lievelingsacteur Jean-Pierre Leaud, en opnieuw met muziek van Georges Delerue, die overigens ook een rol in de film speelt.

[3] De film is verkrijgbaar als laserdisc en tevens als VHS-videoband.

[4] Raoul Coutard (geb. 1924) heeft snel naam gemaakt met zijn bijzondere camerawerk en werd al snel in één adem genoemd met de Nouvelle Vague van de Franse cinema. Naast eigen films, heeft hij veel gerealiseerd voor grote regisseurs,Raoul Coutard, directeur de la photographie als Jean-Luc Godard en François Truffaut. Als cinematograaf heeft hij op zo’n zeventig films zijn stempel gedrukt. Als regisseur heeft hij een veel kleiner doch zeer gewaardeerd oeuvre.
Peter Lennon verkondigde in een artikel van 9 juni 2001 in The Guardian dat Coutard er door bluf in was geslaagd in de filmwereld door te dringen, en hij voegde daar aan toe dat als Godard en Truffaut de ouders van de Nouvelle Vague waren, dat Coutard in dat geval de vroedvrouw van die filmbeweging was. Aan zeventien van Godards films heeft hij meegewerkt, aan vier van Truffaut.
In 1958 was Coutard vijfendertig jaar oud en veteraan van het conflict tussen Frankrijk en Indochina; voor het tijdschrift Paris Match had hij als oorlogsfotograaf gewerkt. Toen hij de vraag kreeg of hij aan een film wilde meewerken, reageerde hij bevestigend zonder ooit een filmcamera te hebben vastgehouden. De film werd later onderscheiden met de Prijs van de Duitse filmkritek.

[5] Als Jood was hij in 1933 voor Hitler gevlucht naar Parijs, zoals zovelen in dat jaar hebben: schrijvers, dichters, musici en beeldende kunstenaars, maar Hitler en diens handlagers zouden hen inhalen en alsnog hun plannen ten uitvoer brengen. En als dat niet in het Duitsland tussen 1933 en 1940 was gelukt, dan moest het maar in bezet gebied, in dit geval in het Frankrijk van na de abject-demonstratieve intocht.

*****

Afbeeldingen

1. Scène uit de film Jules et Jim met Henri Serre als Jim, Oskar Werner als Jules, en Jeanne Moreau als Catherine.
2. Regisseur François Truffaut.
3. Oskar Werner en Henri Serre aan het inmiddels betekende cafétafeltje.
4. Voorzijde van het boek in Nederlandse vertaling (1963), in Nederland uitgegeven door Contact Amsterdam.
5. De schrijver Henri-Pierre Roché in 1957 in zijn zomerhuis te Saint-Robert, hier met de lievelingsvogel van zijn echtgenote.
6. Georges Delerue, componist van de muziek voor de film Jules et Jim.
7. Was getekend: François Truffaut.
8. Raoul Coutard, directeur de la photographie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *