Fraai verzorgde reeks van twintig delen
Voor een iegelijk die meer dan een oppervlakkige belangstelling koestert voor de grootmeesters der beeldende kunsten uit de periode 1875-1975, komt er een schitterende reeks boeken beschikbaar, te beginnen op zaterdag 24 april, als het eerste deel daarvan gratis bij de Volkskrant zal worden verstrekt. Niet alleen alle abonnees van dat dagblad krijgen het boek om niet, doch eveneens de kopers van een los nummer. Voor de lezers van dit, uw (en ons), elektronische tijdschrift, welke min of meer gefixeerd zijn op de periode die deze cultuurkrant bestrijkt, komen er diverse kunstenaars in die reeks aan bod, die een nadere beschouwing interessant maakt. Ongetwijfeld zullen ter zake dienende details aanstaande zaterdag in de krant in kwestie te lezen zijn.
De delen in de huidige reeks, op het formaat van 19 cm x 23,7 cm, zijn voorzien van een harde kaft — hardcover noemt men zulks met een eigentijds Nederlands woord.
Deel 1: Gustav Klimt
Dat eerste deel — Gustav Klimt 1862-1918 —, over wie we in deze, inmiddels vele meters lange, kolom wel meer hebben gepubliceerd, is geschreven door Gilles Néret. Uitgever Benedikt Taschen te Keulen heeft, voor de Nederlandse markt in samenwerking met Librero te Hedel, al eens eerder diverse van die kunstenaars in een grote, ruime A4-paperbackeditie in vertaling uitgegeven.
De paperbackeditie van het boek over Gustav Klimt kwam in mijn bezit op een vrijmarkt tijdens de koninginnedag van 2006, toen er in een voor mij aangrenzende wijk veel boeken in het ruime aanbod te vinden waren, en ik — na de vraag te hebben gesteld hoeveel dat boek over deze grootmeester moest kosten — te horen kreeg dat de prijs vijftig eurocent bedroeg, en ik er dan ook nog eens drie kunstkaarten gratis bij zou krijgen.
Door die aankoop toen te realiseren, ben ik er nu reeds van tevoren in geslaagd u nadere gegevens over dat koopje van de week te verstrekken. Dit deel telt 96 bladzijden en mijn verwachting is dat dit tevens voor de andere negentien delen zal gelden. Er zijn 92 illustraties op diverse formaten opgenomen, waarvan de meeste in kleurendruk; voor sommige is een hele pagina ingeruimd, al betekent dat niet dat de afbeelding meteen ook die hele bladzijde beslaat.
Zeven hoofdstukken
Het boek is opgedeeld in zeven hoofdstukken, gevolgd door een beschrijving met details van de opgenomen afbeeldingen, en dan volgen er, op de laatste bladzijde, nog enkele noten.
Door het plaatsen in de tijd waarin Klimt werkzaam was, ontstaat er een uitstekend beeld van de zich langzaam voltrekkende revolutie in kunst en cultuur en daardoor, in tweede instantie, eveneens in de meeste andere geledingen van de maatschappij.
Dat is terug te vinden in het eerste hoofdstuk, Wenen tussen werkelijkheid en illusie. De rol van de vrouw wordt belicht in het tweede kapittel, Secessionistisch Symbolisme en femme fatales.
Eén van de grotere projecten waaraan Gustav Klimt heeft gewerkt, is de Beethovenfries, welke een ode aan de vreugde betekende: te vinden in hoofdstuk drie. De exotische mozaïeken in de Villa Stoclet worden belicht in het vierde hoofdstuk. De titel van het daaraan aansluitende kapittel luidt De magische caleidoscoop. Een zeer belangrijk, zo niet het dominante onderdeel bij uitstek van de secessionistische kunst — maar in wezen in alle kunsten van alle tijden, al wordt dat, zelfs tot op heden nog niet altijd en niet door iedereen als zodanig ervaren — vormt de erotiek. De titel van het voorlaatste hoofdstuk is Alle kunst is erotisch. Een overzicht van leven en werk van Gustav Klimt is het thema van hoofdstuk zeven.
Afbeeldingen
Twee afbeeldingen uit het boek willen we u hier voorstellen, vooral omdat ze onverbrekelijk bij elkaar horen, al zal dat niet direct duidelijk worden bij het doorbladeren. Op de zwart-wit foto — in het boek op pagina 59 — zien we Gustav Klimt in lange schildersmantel met zijn vriendin Emilie Flöge (1874-1952). Zij draagt een door de kunstenaar zelf ontworpen jurk met twee motieven welke in die dagen zo populair waren: dat van het schaakbord en dat van de strepen.
Vier bladzijden verderop — pagina 63 — zien we het koppel opnieuw, doch nu als gestileerde eenheid in een omhelzing vol overgave. U ziet hier alleen het centrale deel van het doek met de twee personen.
In het oeuvre van Gustav Klimt als schilder betekent dit doek — De kus, 1907/1908 — een ommekeer: de femme fatale, die zijn werk tot dan toe beheerste, geeft zich hier met heel haar lichaam, dat ondanks de schitterende kleding domineert. Zo wist Klimt de taboevoorstelling van de kus / innige omhelzing langs de censuur te loodsen. Met dit doek over ‘hemzelf’ heeft Klimt het, ondanks alle gisting van de zich aandienende nieuwe tijd, toch nog puriteinse Wenen een spiegel voorgehouden, hetgeen exact de taak en de functie van alle ware kunst is.
Dit doek, 180 x 180 cm, olieverf op linnen, bevindt zich in de Österreichische Galerie te Wenen.