De afgelopen weken stond het Singer Museum prominent in de schijnwerpers met de diefstal van een aantal beelden, waaronder een versie van ‘De Denker’ van Rodin. Het beeld is inmiddels, zwaar beschadigd, door de politie in beslag genomen. Het museum met zijn prachtige beeldentuin verdient naast alle terechte ophef over de cultuurbarbarij en de ontluistering van een van de belangrijkste kunstwerken uit de negentiende eeuw, ook aandacht voor een aantal interessante tentoonstellingen die ditmaal gewijd zijn aan drie schilders die bij een groot publiek relatief onbekend zijn: Marius Bauer, Ferdinand Hart Nibbrig en Martin Borgord.
De naamgever van het museum in het rustieke Laren, William Singer (1868-1943) was behalve schilder ook een verwoed verzamelaar en kende twee van de drie kunstenaars, Borgord en Nibbrig, persoonlijk. Samen met zijn vrouw Anna vestigde hij zich in 1911 in Laren, waar na 1943 Williams collectie kunst werd ondergebracht in het Singer Museum. Singer apprecieerde het werk van de Larense kunstenaar Ferdinand Hart Nibbrig (1886-1915) en verwierf een deel van zijn schilderijen dankzij de schenking van de zoon van de schilder. Het museum herbergt momenteel een mooie collectie van impressionistische schilderijen in de stijl van de Amsterdamse School, waarvoor de schilder inspiratie opdeed in het Laren van de vroeg- twintigste eeuw en het nabije oosten. Onder invloed van Vincent van Gogh bekwaamde Nibbrig zich later in het pointillisme en werd een van de eerste beoefenaars in Nederland van het luminisme, dat terug te zien is in de heldere kleuren en de bijzondere lichtval op zijn doeken. De tentoonstelling loopt tot en met 4 maart 2007.
Een wat onbekendere schilder in de Lage Landen is de Noor Martin Borgord (1866-1935). Hij ontmoette het echtpaar Singer in Amerika en werd hun huisgenoot in Laren. Het werk van Borgord behoort tot de vaste collectie van het museum en het Singer is een van de weinige plaatsen waar zowel realistische stukken van voor 1910 als het meer emotionele romantische werk te zien zijn. De expositie loopt van 10 maart tot en met 7 oktober 2007.
Tot slot heeft men een expositie ingericht van de oriëntaalse schilderijen van Marius Bauer (1867-1932). Bauer was een reiziger in hart en nieren en legde zijn reisdoelen op indringende wijze vast in meer dan honderd tekeningen. Van zijn hand zijn ook etsen en schilderijen te zien met als onderwerpen het landschap en de kleurrijke bevolking van landen als India, Egypte en Israël. Bij de tentoonstelling is een begeleidende publicatie te verkrijgen van de hand van Bauer-kenner André Kraayenga. De doeken zijn nog te zien tot en met 29 april 2007.