Een heel lange weg
In Parijs is, in het dagblad Le Figaro van heden, maandag 5 maart 2007, het overlijden bekend gemaakt van één van de meest vooraanstaande auteurs der moderne Franse literatuur, die tevens de deken was van de prestigieuze Académie Française: Henri Troyat. Hij werd op 1 november 1911 te Moskou geboren als Armeen onder de naam Lev Aslanovich Tarasov, ook wel genoemd Levon Aslan Torossian. Zes jaar daarna besloot zijn vader, die als zakenman goed begreep wat er zou kunnen gebeuren tijdens de Russische Revolutie, te vluchten, waarna het gezin zich in de Franse hoofdstad heeft gevestigd.
Russische achtergronden
Hoewel Troyat in het Frans schreef, hebben veel van zijn werken Russische thema’s, en bestaan diverse romans in de vorm van een cyclus met drie tot vijf delen. Die categorie beslaat ongeveer een vierde gedeelte van het gehele oeuvre van Henri Troyat, dat meer dan honderd boeken telt: niet alleen fictie, maar ook veel bijdragen over historische gebeurtenissen en figuren, essaybundels, reisverhalen en dito verslagen, alsmede toneelwerken en een aparte autobiografie. Zijn beschouwingen en herinneringen over zijn geboorteland zijn gebundeld in Sainte Russie, en over hetzelfde onderwerp schreef hij een werk over het dagelijks leven in dat land ten tijde van de laatste Tsaar.
De fictie, romans en novellenbundels beslaan meer dan een kwart van het geheel wat Henri Troyat heeft gepubliceerd. Meer dan tien biografieën schreef hij over historische figuren uit, ook hier weer, het oude Rusland: Ivan de Verschrikkelijke, Peter de Grote, Catharina de Grote, Tsaar Alexander de Eerste, en tevens over Tsaar Alexander de Tweede, de Derde en Paul de Eerste. Ook de uitzonderlijke monnik Raspoetin is protagonist in een biografie uit de koker van deze veelzijdige schrijver.
Onderscheidingen
Dat Henri Troyat de schone letteren zeer nadrukkelijk was toegedaan, is niet alleen gebleken uit zijn bijzonder werkzame en even vruchtbare pen, en niet in de laatste plaats tevens in de reacties van de zijde van publiek, kritiek en literaire instanties. Toen hij 24 jaar was, ontving hij zijn eerste letterkundige onderscheiding: de Prijs voor de ‘Roman Populiste’ voor zijn eerste roman, Faux jours. Drie jaar later, in 1938, werd aan Troyat de prestigieuze Prix Goncourt toegekend voor de roman L’Araigne. In 1940 is Henri Troyat begonnen aan een zeer omvangrijk epos in drie delen, dat is gebaseerd op zijn ‘herinneringen’ aan Rusland: Tant que la terre durera, dat echter eerst na de Tweede Wereldoorlog, vanaf 1947 is verschenen, het tweede deel in 1948 en het derde in 1950. Deze romancyclus keeg later nog een vervolg in het vijfdelige Les Semailles et les Moissons (1953-1958).
In 1959 werd Henri Troyat opgenomen in de Academie Française, waar hij bij zijn heengaan niet alleen bijna een halve eeuw lid van is geweest, maar tevens de oudste van al dezen was. Diverse officiële onderscheidingen van de zijde van de overheid zijn hem eveneens toegekend.
Biografieën van schrijvers
Een respectabel aantal van de Russische en ook diverse Franse collega-schrijvers zijn vereeuwigd in een biografie die Henri Troyat over hen heeft geschreven. Naast Gustave Flaubert (1988) en Guy de Maupassant (1989) zijn dat nog: Emile Zola (1992) en Paul Verlaine (1993), Charles Baudelaire (1994) en Honoré de Balzac (1995). Ook de vriendin van Victor Hugo, Juliette Drouet (1997) is door middel van een boek in die discipline vereeuwigd. In 2005 was Alexandre Dumas aan de beurt, wiens biografie de ondertitel meekreeg: Le cinquième mousquetaire.
Bijna een halve eeuw tevoren had Troyat zich reeds gewaagd aan de Russische schrijvers, die in het Franse taalgebied meer bekendheid hebben gekregen doordat een zo populaire schrijver als hij zich over die vele groten heeft ontfermd, en hen noemen we hier in chronologische volgorde van de biografieën: Fjodor Dostojevski (1940) en Alexander Poesjkin (1946) pas vanaf twee decennia later gevolgd door Lev Tolstoj (1965) en Nikolaj Gogolj (1971), Anton Tsjechov (1984) naast Ivan Toergenjev (1985) en Maksim Gorki (1986). Net in onze eeuw nog heeft Henri Troyat zijn ongeveer zeven decennia omspannende periode met biografieën van schrijvers met twee nieuwe boeken aangevuld: Marina Tsvjetajeva (2001), en als laatste Boris Pasternak (2006). Hij is tot het laatst actief geweest met de pen.
Afwijkende biografieën
Twee andere Russische grootheden — die nog deze week, zij het in een andere context in deze kolommen zullen verschijnen en die weliswaar beiden schreven, maar: de man in casu deed dat als componist, en de bijbehorende dame vooral in de vorm van brieven, waarvan veel aan die musicus — heeft Henri Troyat in één biografie bijeengebracht: Nadjezjda von Meck met Pjotr Iljitsj Tsjajkovski. De titel van dat boek uit 2004 luidt: La baronne et le musicien.
De tweede, enigszins afwijkende levensbeschrijving is die van Henri Troyat zelf, getiteld Un si long chemin, die in 1976 voor het eerst is verschenen, en sedertdien diverse keren is aangepast en verrijkt met nieuwe inzichten en belevenissen. Het geheel wordt als weergave van gesprekken met Maurice Chavardès gepresenteerd.
*****
Henri Troyat: Un si long chemin — Conversations avec Maurice Chavardès. Nouvelle édition revue et augmenté, 264 pag., grote paperback, Éditions Stock, Paris, 1976, 1987, 1993.
*****
Afbeeldingen
1. Henri Troyat.
2. Voorzijde van de pocket-uitgave van Les ailes du diable, uit de reeks J’ai lu, verschenen in 1973, met daarin 17 novellen uit vier eerder uitgekomen bundels.
3. Voorkant van het stofomslag van de Nederlandse vertaling van La Gloire des Vaincus — het derde boek uit de vijfdelige romancyclus La Lumière des justes — uit 1961, verschenen in Frankrijk bij Flammarion, in Nederland bij L.J. Veen.
4. Voorzijde van het omslag van Henri Troyat’s uitzonderlijke autobiografie Un si long chemin.