Ich bin freund und führer dir und ferge
Nicht mehr mitzustreiten ziemt dir nun
Auch nicht mit den Weisen ∙ hoch vom berge
Sollst du schauen wie sie im tale tun.
Weite menge siehst du rüstig traben
Laut ist ihr sich mühendes gewimmel:
Forscht die dinge nützet ihre gaben
Und ihr habt die welt als freudenhimmel.
Drüben schwärmen folgen ernst in qualme
Einen bleichen Mann auf weissem pferde
Mit verhaltnen gluten in dem psalme:
Kreuz du bleibst noch lang das licht der erde.
Eine kleine schar zieht stille bahnen
Stolz entfernt vom wirkenden getriebe
Und als losung steht auf ihren fahnen:
Hellas ewig unsre liebe.
Stefan George (1868-1933)
Uit: Der teppich des lebens und die lieder
von traum und tod mit einem vorspiel (1899)
Ferg(e): verouderde vorm van Fährmann — veerman (ook: overzetplaats). Het is een woord dat zelfs dichters heden ten dage vrijwel niet meer gebruiken, maar in de tweede helft van de negentiende eeuw kwam het wel meer voor, o.a. bij Gottfried Keller (1819-1890) in diens cyclus Lebendig begraben, later getoonzet door de Zwitserse componist Othmar Schoek (1886-1957). Voor een opname van ongeveer een halve eeuw geleden was de keuze voor de zangsolist gevallen op de gewoonlijk slechts afgrijzen wekkende Dietrich Fischer-Dieskau met zijn eeuwige, ondraaglijke lamento; wonderwel past hij uitstekend in de klaagzang van een dode die alles hoort wat er om hem heen gebeurt en mijmert over de tijd dat hij niet in een doodkist lag. “Ich übersing Euch wie ein Ferg’ am Strand….”
Het ontbreken van hoofdletters in bijna alle Duitse zelfstandige naamwoorden is een bewuste keus die de dichter Stefan George heeft gemaakt.