Canvas-documentaire
Voor wie vandaag, dinsdag 15 mei 2007, niet al te vroeg moet of wil gaan slapen — eventueel omdat de “weemoedigheid, die niemand kan verklaren”, toch de kop opsteekt —, bestaat de mogelijkheid om op Canvas — het tweede, Nederlandstalige Belgische televisienet — tussen 23:20 uur en 00:15 uur, de documentaire te zien van Suzanne Raes over Ida De Ridder, nu 87 jaar, die tracht te achterhalen wie toch die vader Alfons De Ridder — die onder de naam Willem Elsschot (1882-1960) zulke grote literatuur schreef — in werkelijkheid was. Over hem wordt gezegd, en dat valt vrij gemakkelijk te staven, dat hij zo’n extraverte auteur was die in zijn geschriften al datgene uitte wat hij als introverte ouder, en later als grootouder, nadrukkelijk heeft binnengehouden.
“Kom, laat ons d’afstand eens verbreken”
Voor zijn dochter Ida is in dat opzicht altijd sprake geweest van een onverenigbare tegenstelling, die zij — inmiddels op de leeftijd der zeer sterken — thans, zij het met behulp van de doumentairemaakster, wil proberen te overbruggen — “kom, laat ons d’afstand eens verbreken” — om op die manier meer inzicht te krijgen in de persoonlijkheid van haar vader, de mens Alfons De Ridder, de man met de twee gezichten, levend tussen droom en daad, maar in de weg gestaan door de aan zichzelf opgelegde wetten en praktische bezwaren. Wellicht deed hij dat in een poging om de weemoedigheid de baas te blijven, die ook hij, als echtgenoot en vader niet kon verklaren, doch als schrijver de diagnose wel aan het papier kon toevertrouwen. En het is niet erg vergezocht om te veronderstellen dat hij “bij een ander lief in eenig ander land” — zijn werk als romancier, als man van de reclame en als redacteur van Snoecks Almanak — zich meer heeft kunnen uiten in overeenstemming met zijn wezen, en dit wellicht ook bij de minnares heeft gekund, die hij er sedert 1952 op nahield, en bij wie hij kennelijk de verloren uren heeft doorgebracht. Ida De Ridder staat het, ook bijna een halve eeuw na het heengaan van haar vader, nog zeer helder voor de geest dat de auteur in de man die haar biologische verwekker was, uitstekend en met veel dieper gravende humor, over de wereld der reclame en de kern daarvan kon schrijven en al even goed over het fenomeen gezinsleven. In de praktijk bleef hij echter zeer op afstand, kennelijk “van lijf en leden veel te zwaar”. Maar dochter Ida blijkt zich “gemeden en gekrenkt” te voelen, al is zij de overtuiging toegedaan: “Toch is ons aller vleesch en bloed van eene soort”. . . Voor de zeer nadrukkelijk teruggetrokken en in zichzelf gekeerde vader is eventueel zijn eigen versregel “Vergeef het mij, maar ‘k durf u niet genaken” de leidraad geweest, en dat Ida De Ridder als gevolg daarvan heeft moeten vaststellen dat de man die zij haar vader heette, en die “bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten” niet de aanblik bood, die zij zich van een vader, terecht had gewenst. Daarom is Ida De Ridder, samen met Suzanne Raes in de rol van De Baggerman gekropen, omdat zij niet zonder meer wilde berusten in de gedachte “Het is des Heeren wil of ’t zou niet wezen”.
Schitterend oeuvre
De elf romans en enkele gedichten, die kort voor het overlijden van Elsschot in 1960 als zijn oeuvre werden beschouwd, zijn in 1957 bij P.N. van Kampen en Zoon N.V. als Verzameld werk op de markt gebracht. De inhoud vormt op zich een krachtige bijdrage van zeldzaam niveau aan de Nederlandse literatuur. Eerst in 1979 kwamen daar nog eens de ongebundelde teksten bij, die onder de schitterende titel Zwijgen kan niet verbeterd worden zijn uitgegeven door Loeb & Van der Velden te Amsterdam voor Nederland, in samenwerking met de Belgische uitgever Baart te Borsbeek. [1]
In 2005 meldde het Willem Elsschot Genootschap dat na jaren van onderzoek het Verzameld Werk geheel was gerestaureerd, en tevens herspeld en geannoteerd, en in oktober van dat jaar is het uitgekomen met speciaal voor die uitgave gemaakte tekeningen van Peter van Hugten.
Van de romans Lijmen en Het Been samen is door Manuel van Loggem nog een toneelstuk gemaakt, dat in 1961 in de reeks Literaire Pockets van uitgeverij De Bezige Bij is verschenen. Deze beide boeken zijn ook als een geheel verfilmd, en diverse andere boeken van Elsschot zijn eveneens voor de planken of voor het witte doek, dan wel voor het beeldscherm in de huiskamer, bewerkt en uitgebracht.
__________
[1] Deze uitgave, die is samengesteld door Annemarie Kets-Vree, bevat veel poëzie, en wel 22 Jeugdgedichten, alsook 4 Gedichten uit ‘Het Cahier’, 7 Gedichten uit ‘Alvoorder’ en ‘Arbeid’, 4 Gelegenheidsgedichten en 4 Vertalingen, gevolgd door één prozastuk in de vorm van ‘Brief aan mijn zoon’, gevolgd door één stuk Beschouwend proza: ‘Autobiografie in briefvorm’, 10 stukken onder de kop Journalistiek werk, 7 Opstellen, een achttal Inleidingen op het werk van anderen en een bijdrage over Multatuli. Tot slot staan er in dat boek vier Gelegenheidsstukjes. De Verantwoording voor de samenstelling van de bundel Zwijgen kan niet verbeterd worden, die het boek besluit, wordt nog voorafgegaan door een Bibliografie van het Verzameld Werk, met de stand van toen.
____________
Afbeeldingen
1. Willem Elsschot, hier in de weer met nog een heel echte, en dus bij een ware schrijver passende, typemachine.
2. Voorkant van het stofomslag van het boek uit 1979 met de tot dan toe ongebundelde teksten, getiteld Zwijgen kan niet verbeterd worden.
3. Voorzijde van LP 56 uit 1961, van De Bezige Bij, met daarin de toneelbewerking, door Manuel van Loggem, van de twee Elsschot-romans Lijmen en Het Been.
Die Alfons Deridder was wel een speciaal man. Eventjes d8 ik er mezelf
(een beetje in modernere versie) in te herkennen zelfs. NIettegenstaande alles dat ged8en toch quasi inhoud hetzelfde zijn, maar niettemin wél in een ander gesl8 bekeken natuurlijk, kon ik enkel tot het besluit komen dat het schrijverswereldje toch wel een raar district is soms.!
Fanny B