Vioolconcert van Carl Nielsen in zondagmiddagconcert op Radio 4

Carl Nielsen, componist met een geheel eigen geluidZondagmiddagconcert
De Avro zendt zondag 14 oktober, ’s middags tussen 14:02 uur en 16:30 uur op Radio 4 het Middagconcert uit, dat een opname is van vrijdag 12 oktober, met een presentatie van drie werken uit de twintigste eeuwse muziek: als eerste wordt uitgevoerd ZeroPoints uit 1999, van de Hongaar Peter Eötvös (geb. 1944), en het concert wordt besloten met één van de talrijke vreselijke orkestwerken van de Rus Sergej Rachmaninov (1873-1943): Symfonische Dansen, opus 45, uit 1940. Daartussen soleert Nikolaj Znaider, ondersteund door het Concertgebouworkest onder leiding van Vladimir Jurowksi, in het Vioolconcert opus 33, uit 1911, van de Deense componist Carl Nielsen.

De componist
Carl August Nielsen kwam in juni 1865 op het Deense eiland Fünen ter wereld in Nørre Lyndelse bij Odense. Hij was het vijfde van twaalf kinderen in een relatief onbemiddeld gezn, waarvan de vader huisschilder was, maar ook amateur-musicus. Als jonge knaap werd Carl August grootgebracht met regimentsmuziek, maar toen hij eenmaal in Kopenhagen aan het Conservatorium ging studeren, werd Niels Wilhelm Gade (1817-1890) zijn leermeester. Vanaf zijn vierentwintigste tot zijn dertigste jaar was hij als violist werkzaam in de Hofkapelle van het Hoftheater, waar hij in 1905 tweede dirigent van datzelfde orkest werd. Later leidde hij, als eerste dirigent, een zeer belangrijke tournee van het orkest van de Muziekvereniging, en werd hij docent aan het Conservatorium waar hij zelf zijn opleiding had gekregen, en dat hij ook nog korte tijd als directeur zou leiden. Carl Nielsen overleed in oktober 1931.
Evenals zijn tijdgenoot Jean Sibelius — die in hetzelfde jaar was geboren maar zijn Deense collega goed een kwart eeuw heeft overleefd — heeft Carl Nielsen een diepgaande studie gemaakt van de polyfonie der Renaissance. Exegeten menen dat daardoor zoveel melodie en harmoniek in zijn werken terecht gekomen is.

Orkestwerken
Centraal in zijn oeuvre staan de zes symfonieën, waarvan de eerste drie tot het fin de siècle behoren, maar die duidelijk maken dat hij iets verder afstond van de woelige veranderingen in alle kunsten tijdens die periode, en daarmee ook meer een eigen ‘gezicht’ heeft kunnen handhaven ten opzichte van de tamelijk dwingende Duits-Oostenrijkse stijlrichtingen. DeLudvig Holberg, (toneel)schrijver, geldt als grondlegger van de nieuwe Deense literatuur drie overige symfonieën zijn gecomponeerd tussen 1914 en 1925. Drie van de zes hebben een programmatisch aandoende titel, doch deze vervullen geen doorslaggevende functie tot een beter begrip van de muzikale inhoud. Twee opera’s componeerde Nielsen: het bijbels drama Saul en David (1902), en de komische opera Maskarade (1905), naar Ludvig (baron) Holberg (1684-1754), de Deens-Noorse (toneel)schrijver, die werd beschouwd als de grondlegger van de moderne Deense literatuur. Zijn naam duikt ook op in het oeuvre van Edvard Grieg in de suite Uit Holbergs tijd, opus 40 (1884).
Na het genoemde Vioolconcert uit 1911 schreef Carl Nielsen ook een Fluitconcert (zonder opusnummer, 1926), dat zeer veel overeenkomsten vertoont met het Vioolconcert, en twee jaar later nog een Klarinetconcert met het opusnummer 57.

Lees ook:  Rachmaninovs Derde

Vioolconcert
De partituur van het Vioolconcert werd voltooid op 13 december 1911, en op 28 februari van het daarop volgende jaar voor het eerst uitgevoerd, in Kopenhagen. Solist was Peder Møller, die na een langdurig verblijk in het buitenland, onder meer in Parijs, naar Denemarken was teruggekeerd, en voor wie de componist dit werk had geschreven. Nielsen dirigeerde zelf. Samen hebben ze dat vioolconcert tevens in diverse andere steden van Europa uitgevoerd: respectievelijk in Stockholm, Gothenburg, Oslo, Berlijn, Parijs en nog elders. In Gothenburg ontmoetten zij bij die gelegenheid de Zweedse componistLinks op de foto uit 1914, — die is genomen ter gelegenheid van de uitvoering van het vioolconcert van Nielsen — ziet u de componist, in het midden diens Zweedse collega Wilhelm Stenhammar en rechts de violist Peder Møller Wilhelm Stenhammar.
Nielsen vond het wel een moeilijke taak, maar hij zag het tegelijkertijd als een aangenaam gebeuren. Hij besefte dat kwaliteit voorop moest staan en dat hij bij het schrijven ook heel nadrukkelijk rekening zou moeten houden met het solo-instrument dat op de juiste manier in het licht moest worden geplaatst, en dat hij zodanig zou moeten schrijven dat het werk een populaire status zou kunnen krijgen zonder dat het oppervlakkig mocht zijn: “Deze conflicterende elementen moeten en zullen elkaar vinden en een hogere eenheid vormen.”
___________

NB: Over Nielsens kamermuziek zullen we u bij een andere gelegenheid nader informeren.
___________
Afbeeldingen
1. Carl Nielsen, componist met een geheel eigen geluid.
2. Ludvig Holberg, (toneel)schrijver, geldt als grondlegger van de nieuwe Deense literatuur.
3. Links op de foto uit 1914, — die is genomen ter gelegenheid van de uitvoering van het vioolconcert van Nielsen — ziet u de componist, in het midden diens Zweedse collega Wilhelm Stenhammar en rechts de violist Peder Møller.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *