Benoît Meniers opera Frühlings Erwachen naar Frank Wedekind

Voorgevel uit 1819 van de Brusselse MuntschouwburgFrank Wedekinds drama op muziek
Op 9 maart is in Schouwburg De Munt in Brussel de première gegeven van een nieuwe opera van Benoît Menier, op een libretto van Jacques De Decker, naar het gelijknamige toneelstuk van Frank Wedekind uit 1891. De laatste voorstelling van deze reeks van acht, en misschien wel van het gehele seizoen, is op zaterdag 24 maart. Aangezien deze om 20:00 uur begint en op de Belgische klassieke radiozender Klara op datzelfde tijdstip een programma wordt uitgezonden met deze opera, zoals deze wordt opgevoerd in het Brusselse Munt-Theater, had er in principe, zoals dat zo dikwijls het geval is, sprake kunnen zijn van een rechtstreekse uitzending, maar de website van Klara meldt dat het om een opname van de — Franstalige Belgische radio — RTBF gaat.

De opera Frühlings Erwachen werd gecomponeerd in opdracht van Schouwburg De Munt, en kon worden gerealiseerd met steun van de kinderen van Godelieve de Kerchove d’Exaerde, ter nagedachtenis van hun overleden moeder. Tevens heeft de Fortis Bank steun verleend. De voorstellingen zijn gegeven als opening van het Festival Ars Musica, en het project wordt door De Munt gekwalificeerd als Wereldcreatie.

Uitvoerenden
Twaalf zangsolisten worden in de lijst met gegevens van De Munt met name genoemd: zes vrouwenrollen en zes voor heren. Kerstin Averno, Gaëla Le Roi, Diana Axentii, Angélique Noldus, Sabina Garrone en Anna Pierard geven de stemmen van de vrouwelijke rollen in Frühlings Erwachen gestalte; de rollen van de mannelijke figuren in dit drama worden in deScène uit de opera Frühlings Erwachen van Benoît Menier opera vertolkt door Thomas Blondelle, Nikolay Borchev, Michele Angelini, Johannes Weiss, Patrick Schramm en Konstantin Wolff. Het symfonieorkest en het jeugdkoor van de Brusselse Munt-Schouwburg worden gedirigeerd door Jonas Albers.

Componist en librettist
Over de componist en librettist kunnen wij hier helaas geen nadere mededelingen doen. Beide namen op het Internet verwijzen steeds weer naar de opera, en (dus) weer naar het Munt-Theater in Brussel, wat op zich geen slechte zaak is, maar in de gegevens van dat theater waren we nu juist op een muur van stilzwijgen gestoten: meer dan de namen konden we ook daar niet vinden. Het is de bekende kringloop, die niets nuttigs oplevert: net een neurose. Ondanks een ander ‘geluid’ van de zijde van de Persafdeling van de Munt-Schouwburg heeft men niet op ons verzoek om informatie voor dit weblog gereageerd. Het valt dan ook te hopen dat er tijdens de pauze van de uitzending op zaterdagavond — het geheel, inclusief pauze, duurt drie uur en de uitzending op Klara daarentegen vier uur, wat op zich voldoende gelegenheid zou kunnen bieden om nadere informatie aan de luisteraars te verstrekken, wat doorgaans ook wel gebeurt. Klara Radio meldt dat de presentatie wordt gerealiseerd door Lucrèce Maeckelbergh, die, samen met Gerda Bats, ook voor de samenstelling heeft gezorgd. Aangezien het geen rechtstreekse uitzending betreft, zou het best eens kunnen dat er vooraf al het nodige aan informatie zal worden verstrekt.

Frank Wedekind en zijn vele ambachten
Een kleurrijk bestaan heeft de schrijver Frank Wedekind (1864-1918) beslist gehad: hij heeft vanaf 1884 eerst rechten gestudeerd, zij het met tegenzin; mede daarom hij brak die studie twee jaar later af. Dat leidde tot een breuk met zijn rijke Dramaschrijver Frank Wedekindvader. Wedekind stapte over naar het beroepsleven, waar hij zich profileerde als journalist, als hoofd van de reclame-afdeling van de firma Maggi en als secretaris. Nadat hij in1889 naar München was verhuisd, kwamen daar nog tal van functies bij: mede-oprichter (1896) en mede-redacteur van het tijdschrift Simplicissimus, cabaretier, toneelspeler (vooral in de eigen drama’s). Uitgever Albert Langen slaagde erin Wedekind als vaste medewerker voor dat tijdschrift te behouden door hem steeds voorschotten te betalen, waarover de schrijver zich eens in een brief van 23 december 1897 — aan Hans Richard Weinhöppel (1867-1928), die publiceerde onder het pseudoniem Hans Ruch— heeft beklaagd door te spreken van “Lohnsklavenarbeit.”
In Simplicissimus publiceerde Frank Wedekind onder tal van pseudoniemen, en heeft hij daarin gedichten gepubliceerd naar aanleiding van de Palestina-reis van Willem II. Het komt in oktober 1898 tot een aanklacht, wegens majesteitsschennis. Aanvankelijk vluchtte hij naar het buitenland maar in juni 1899 meldde hij zich bij de instanties en werd hij tot een half jaar vestingarrest veroordeeld.

Max Reinhardt
Na zijn vrijlating in het voorjaar van 1900 merkt Frank Wedekind dat hij het odium van schandaalauteur op zich heeft geladen, en verkeert hij steeds in geldnood. Mede daarom heeft hij zich in april 1901 bij het pas opgerichte Münchner cabaret Elf Scharfrichter aangesloten, maar na enige tijd verdroeg hij die optredens elke avond, met eigen liederen, satirenTheaterregisseur Max Reinhardt, getekend door Emil Orlik en balladen niet meer en het publiek al evenmin. Daarom gaat hij weer sterker aan de slag met nieuwe drama’s. Hij schuwt evenmin de discrepantie tussen de auteur die zich profileert als wereldverbeteraar en het grote misverstand dat in de openbaarheid over hem heerst, in 1904 in een toneelstuk te verwerken: Hallida, dat later de titel Karl Hetmann, der Zwergriese krijgt. Immers, slechts als hansworst en grappenmaker wordt hij door het publiek gewaardeerd, maar aandacht voor zij serieuze theaterwerk is er nauwelijks. En vanzelfsprekend bleef de censuur hem volgen na die onzalige gedichten over de keizer, en omdat men nog steeds van mening was dat hij met onzedelijke teksten aansgtoot gaf. Ook nadat hij in 1906 het geluk had dat de vooraanstaande theaterregisseur Max Reinhardt (1873-1943) eindelijk zijn kindertragedie uit 1891 op de planken bracht, bleef men Wedekind vooral zien als een cynische provocateur en een schandaalbeluste profeet van het vleselijke.
Als dramaschrijver stelde hij zich echter in eerste instantie nadrukkelijk op tegen de schijnheiligheid van de heersende, burgerlijke moraal, net als zijn tijdgenoot en collega, de Noor Henrik Ibsen, die weliswaar veel eerder dan Wedekind was geboren, doch slechts zes jaar voor hem overleed.

Frühlings Erwachen
Bij het ontwaken van het voorjaar, letterlijk in de natuur, maar ook figuurlijk in het leven van de mens, en specifiek in dat van jongeren, zou je geneigd kunnen zijn om aan prille onschuld te denken, en er eventueel in te geloven, maar in het dramaVoorplat van de dtv-uitgave met de tekst van 1891 van 'Frühlings Erwachen' van Frank Wedekind, anno 1891, is er, van al dan niet prille, onschuld niets te bekennen. Een mislukte abortus is de oorzaak van het overlijden van een jong meisje, een ander jongmens realiseert suïcide en nog een jongen wordt in het cachot geworpen. Het voorjaarsontwaken — als titel voor de Nederlandstalige versie van het toneelstuk in gebruik — gaat ook gepaard met strubbelingen, die — waar het de seksualiteit betreft — heel wat meer negatieve begeleidingsverschijnselen vertonen dan bij dieren in de natuur en voor veel onzekerheid zorgen en vooral angsten die niet zelden gelijk opgaan met even sterke verlangens. Een citaat uit Frühlings Erwachen, dat, hoewel afgedrukt achterop een kleine paperback, toch boekdelen spreekt: “Gieb mir Antwort — wie geht es zu? — wie kommt das alles? — Du kannst doch im Ernst nicht verlangen, daß ich bei meinen vierzehn Jahren noch an den Storch glaube.”
Misschien is deze tekst door de componist wel gebruikt voor een fraaie, indringende aria. Dus luistert u vooral goed en lees de tekst er later eens op na. De seksuele drijfveer, die hier en daar de boventoon voert, is echter één van de symptomen in het leven van de jeugd anno eind negentiende eeuw, en vanzelfsprekend niet alleen in het Duitse taalgebied. Maar de alles verstikkende, burgerlijk-destructieve moraal die — overgens niet alleen in deze ‘Kindertragödie’ — door Frank Wedekind wordt aangeklaagd, is wel (mede) oorzaak voor een steeds stijgende mate van Verunsicherung tijdens die zo intens beangrijke fase in elk mensenleven: de puberteit. En juist die natuurlijke fase binnen een normaal verloop van het menselijk bestaan werd eind negentiende eeuw extra sterk bestreden vanuit een intens benauwend-burgerlijk ontwikkelde ‘cultuur’.

Actueel tijdsbeeld
Frank Wedekinds Frühlings Erwachen is helaas niet alleen een tijdsbeeld in de dubbele betekenis van het begrip, maar kan, mutatis mutandis, worden gezien als een zeer actueel stuk. Zo menige kindertragedie verloopt anno nu nog net zo als ruim een eeuw geleden. Uiterlijk mag het tegenwoordig dan wel in een modern jasje worden vertoond, de innerlijke verscheurdheid is veelal dezelfde gebleven: van alle betrokkenen, ook van de ‘daders’ binnen de gezinnen en in de gestalte(n) van andere opvoeders der jeugd. Hun eigen verscheurdheid ligt immers ten grondslag aan het veelvuldig afwerende gedrag jegens die jeugd, en is daardoor tevens mede de oorzaak van het doorgeven van de eigen neuroses aan de volgende generatie. Dàt is de Erfzonde.

*****

Frank Wedekind: Frühlings Erwachen — Eine Kindertragödie, Zürich 1891. Herausgegeben von Joseph Kiermeier-Debre; 164 pag., paperback in de dtv-reeks Bibliothek der Erstausgaben; Deutscher Taschenbuch Verlag, München, 2005 (5de druk); ISBN 3-42302609-X. Prijs € 5,— (in de BRD en bij Die Weisse Rose, Amsterdam).

*****

Afbeeldingen
1. Voorgevel uit 1819 van de Brusselse Muntschouwburg.
2. Scène uit de opera Frühlings Erwachen van Benoît Menier.
3. Dramaschrijver Frank Wedekind.
4. Theaterregisseur Max Reinhardt, getekend door Emil Orlik.
5. Voorplat van de dtv-uitgave met de tekst van 1891 van Frühlings Erwachen.

3 gedachten over “Benoît Meniers opera Frühlings Erwachen naar Frank Wedekind”

  1. De (lange, want meer dan 3 uur durende) opera, geschreven in opdracht van de Munt en door Mernier opgedragen aan een andere huiscomponist van de Munt, Philippe Boesmans (juist 70 geworden) vond ik heel bijzonder. Het is in de regie een vrij sobere opera, alles concentreert zich op de tekst, en muziek en regie zijn opvallend complementair. Dat laatste zal vooral het resultaat zijn van zéér nauwe samenwerking tussen componist en regisseur. Er waren twee verschillende casts, helaas was die werd opgenomen de mindere van die van de première. Mogelijk dat ik nog wat over de componist zal kunnen schrijven aan de hand van interviews en biografie.

  2. De Persdienst van de Muntschouwburg in Brussel meldt:
    “De persdienst van de Munt is verheugd u als lid van de pers te verwelkomen op deze website.”
    Ten tweede: “Indien u niet vindt wat u zoekt, zullen wij u graag verder helpen.” Mooi niet dus.
    Alle voorstellingen van Fühlings Erwachen zijn achter de rug, maar een reactie op onze aanvragen hebben we, ondanks die uitnodigende woorden, niet mogen ontvangen.
    Dat was dus de reden dat er geen nadere gegevens over de componist etc. van Frühlings Erwachen in onze kolommen konden worden opgenomen. Mocht het muziekdrama in het volgende seizoen alsnog weer in het speelplan worden opgenomen, proberen we het gewoon opnieuw.
    Van vooraanstaande operahuizen ter wereld, New York, Wenen, Hamburg en Gent, krijg ik alle gewenste medewerking. De Muntschouwburg van Brussel wil zich kennelijk niet in die rij scharen. Het zij zo. We blijven niet bezig met aanvragen, er moeten ook teksten in onze elektronische krant verschijnen, en het aanbod dat op enigerlei wijze met Rond 1900 in verband kan worden gebracht, is zo gigantisch dat ook dertig auteurs, die dezelfde hoeveelheid zouden produceren als ik, slechts een klein gedeelte zouden kunnen ‘verwerken’.

  3. Ik ben gaan kijken en ik vond het fantastisch. Ongelooflijke goede enscenering, goede zangers, hier en daar wat humor. Soms ging de muziek me iets te traag, maar ik heb er toch van kunnen genieten zonder in slaap te vallen 🙂

    Groetjes

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *