‘De Cézanne à Picasso’ in Musée d’Orsay

Gare d'Orsay, aan het begin van de twintigste eeuwEen van de mooiste musea in Parijs is ongetwijfeld het Musée d’Orsay aan de Seine. Het museum dat in een voormalig treinstation is gevestigd, werd in 1986 geopend en herbergt een grote collectie negentiende-eeuwse kunst. Behalve de beelden van Rodin en de doeken van de Impressionisten is ook het gebouw zeer de moeite van het aanzien waard. Het station werd in 1900 geopend en deed dienst als kopstation voor de elektrische trein die tussen 1900 en 1939 op het traject Parijs-Orléans reed. De Franse architect Victor Laloux, die een Grand Prix de Rome won, tekende voor het ontwerp waarin veel glas was verwerkt. Na 1939 werd het station vervangen door een ondergronds station. De Franse president Valérie Giscard d’Estaing — Franse presidenten laten graag wat imposant onroerend goed na — wilde iets bijzonders met het station doen en bedacht het plan om Orsay om te toveren tot een museum en een deel van de negentiende-eeuwse kunst uit het Louvre en het opgeheven Musée du Jeu de Paume over te brengen naar het stationsgebouw. Voordat het zo ver was, moest er nog wel even iets verbouwd worden. Dus schreef de gemeente Parijs een concours uit dat door het architectentrio Renaud Bardon, Pierre Colboc en Jean-Paul Phillipon werd gewonnen. Zij lieten het prachtige cassette-plafond intact en zorgden voor een mooie en functionele aankleding. Een museum voor negentiende-eeuwse kunst in Parijs was een feit!

Het was afgelopen week al weer mijn vierde bezoek aan het Orsay en nog steeds is het een feestje om langs de doeken van Monet, Pisarro, Sisley, Millet, Van Gogh en al die andere grootheden te lopen of om eens stil op een bank naar het prachtige danseresje van Degas te kijken. Maar naast de permanente collectie biedt Orsay ook wisselende tentoonstellingen aan en ditmaal heeft men gekozen voor het werk uit de verzameling van een van de grootste en belangrijkste kunstverzamelaars uit de negentiende eeuw, Ambroise Vollard (1866-1939). Onder de titel ‘De Cézanne à Picasso, chefs-d’oeuvre de la galerie Vollard’ kunt u tijdens de zomer werk uit deze beroemde verzameling bekijken.
Wie was Ambroise Vollard? Nadat hij zijn jeugd had doorgebracht op het Ile de Réunion, vond hij als jong student een baantje in een gespecialiseerde kleine galerie in Parijs. Hij maakte in die jaren kennis met de wereld van de kunst en bleek over een geniale handelsgeest, een grote intuïtie en een zeer goede smaak te beschikken. Zo ontdekte hij Cézanne, wiens eerste expositie hij in november 1885 organiseerde en ondersteunde hij de carrières van Picasso en de Fauvisten. Hij ontpopte zich niet alleen als kunsthandelaar maar wist ook het vertrouwen van de kunstenaars te winnen. Zo stimuleerde hij Renoir om te gaan beeldhouwen en durfde hij het aan om werk van de dan onbekende kunstenaars Redon en Matisse ten toon te stellen. Hij schreef daarnaast ook diverse monografieën, onder andere over Cézanne, Degas en Renoir.
Overigens bleef de man als mens een enigma. Uit zijn in 1936 verschenen autobiografie ‘Souvenirs d’un marchand de tableaux’ dat van anekdotes aan elkaar hangt, wordt men niet veel wijzer over zijn drijfveren. Dat neemt niet weg dat Ambroise Vollard in 2007 nog steeds als een van Frankrijks grootste promotors van de ‘moderne kunst’ geldt. Tot 19 september is zijn verzameling nog in het Musée d’ Orsay te bewonderen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *