In het stadhuis van Brussel en het Musée Félicien Rops in Namen is tot en met 18 juni de dubbeltentoonstelling ‘Obsessions’ te zien. Hierin wordt het bizarre grafische oeuvre van Alfred Kubin (1877-1959), een van de belangrijkste Oostenrijkse kunstenaars uit de twintigste eeuw, geconfronteerd met dat van Félicien Rops en andere voorlopers, onder wie Francisco de Goya en James Ensor.
Kubin werd – als zoveel fin de siècle-kunstenaars – geobsedeerd door de vrouw. Voor hem was zij bepaald geen lieflijke muze, maar een symbool voor de oermoeder, de moordenares, de hoer, de verleidster, het symbool van het kwaad, een dubbelwezen tussen mens en dier. Zijn tekeningen zijn het decor van een theater van de wreedheid, met in de hoofdrollen walsende skeletten, heksen, spoken, golems en vampieren.
Kubin was een verwoed kunstverzamelaar; in Brussel hangt een selectie van zijn uitgebreide collectie werk van onder anderen Ensor, Munch en Goya. In het Félicien Rops Museum hangt zijn werk tussen dat van zijn gastheer. Hun thematiek is nauw aan elkaar verwant; het werk van beide kunstenaars is doortrokken van angstaanjagende, macabere erotiek.
De obsessies van Alfred Kubin
In het stadhuis van Brussel en het Musée Félicien Rops in Namen is tot en met 18 juni de dubbeltentoonstelling ‘Obsessions’ te zien. Hierin wordt het bizarre grafische oeuvre van Alfred Kubin (1877-1959), een van de belangrijkste Oostenrijkse kunstenaars uit de twintigste eeuw, geconfronteerd met dat van Félicien Rops en andere voorlopers, onder wie Francisco de Goya en James Ensor. […]