Aan het einde van de negentiende eeuw leek de West-Europese maatschappij te zijn onttoverd. Wetenschap en industrialisatie maakten alles verklaarbaar, meetbaar en herhaalbaar. Er leek niet langer meer een plek te zijn voor het mysterie dat zo lang in duistere hoekjes had geritseld en gefluisterd.
Tegelijkertijd kwam er echter een tegenbeweging op gang die het ongerijmde juist tot uitgangspunt maakte voor haar onderzoeksterrein. Niet alleen was er een levendige belangstelling voor sprookjes en de achterliggende symboliek, maar ook het graalmysterie, met alle verhalen daar om heen, herleefde. Daarnaast was Freud in Wenen druk doende met droomonderzoek en de duiding van de symboliek die daar in voor kon komen. En verder was er nog een hele trits, zich al dan niet ‘symbolist’ noemende kunstenaars die hun onbewuste de vrije loop gaven in hun werkstukken, in de hoop op die wijze de geest te kunnen doorgronden.
Wie het art nouveau-bestiarium bestudeert zal het niet ontgaan dat daar niet alleen de overbekende pauwen, zwanen en libellen deel van uit maken, waarvan de pracht naadloos aansloot bij het schoonheidsgevoel van die kunststroming. Er was daarin echter ook plaats voor de iets eenvoudigere uil en zelfs voor de onooglijke vleermuis. Hoe laat zich dit verklaren?
Deze dieren hebben de eigenschap in twee werelden thuis te zijn, die van de dag en de nacht. En, veronderstelde men, dus ook in die van het bewuste en het onbewuste. Dat maakte ze in hoge mate interessant voor de ‘mens rond 1900’.
We zien ze dan ook vaak afgebeeld, op zichzelf of in geveldecoraties toegepast. Maar het kon nog inniger. Hier ziet u twee voorbeelden van mascarons waarbij het dier in kwestie op het hoofd van een mens heeft plaatsgenomen. Dichterbij de geest kon haast niet…
Het lijkt of men zo via het dubbele bewustzijn van het dier in de eigen geest wilde schouwen. Hoe het ook zij, deze kunstwerken hebben een kwaliteit die je als sjamanistisch zou kunnen omschrijven, één die niet nalaat een diepe indruk op de beschouwer te maken.
Als dit een gevolg was van de industriële revolutie hoe zit het dan met ons, die ons staande trachten te houden in de slipstream van de digitale revolutie? Wat komt er, vraag je je af, na de bits en de bites?
________________________
Afbeeldingen
– Vrouw met vleermuis. Weimar, Humboldstraße 21, Duitsland. © Jalf Flach
– Vrouwen met Uilen. 16 Zbroinická – D??in, Tsjechië. © Franz Bauer – Vienna
Hoi Jalf, wat een leuk stuk. Ik denk dat veel mensen zich nu nog steeds aangetrokken voelen tot de art nouveau vanwege deze diepere laag. Niet voor niets zijn ook vandaag de dag sprookjes weer razend populair. Denk maar aan het succes van Lord of the Rings e.d. Zelf voel ik weinig behoefte om als trol of elf in het weekend op een of ander sprookjesfestival rond te lopen. Ik kijk liever naar die bijzondere kunst van rond 1900 😉
Vergeet niet dat de uil en de vleermuis in de middeleeuwen zinnebeelden waren van domheid en demonie. Vooral omdat de meeste uilen en vleermuizen overdag hulpeloos/blind zijn. Ook in prentkunst van de 19e eeuw duiken ze nog op in die rol. Overigens werd ook Medusa met domheid geasscocieerd (stupor< stupiditas).
Maar Medusa werd eind 19e eeuw weer gezien als vernuftig/doortrapt/gevaarlijk? Zie althans Praz ‘Romantic Agony’ en het hoofdstuk over ‘De schoonheid van Medusa’
Ik ben een leek maar, dankzij jou, weet ik steeds meer van deze betoverend mooie kunststroom. Ik geniet er steeds meer van ook! Dank je wel!