Rond 1900 begonnen letterkundigen, musici, toneelspelers, architecten en andere kunstenaars zich nadrukkelijker en anders dan voorheen te organiseren in beroeps- en belangenverenigingen. Hoe voltrok deze ontwikkeling precies in de Lage Landen? Op welke manier grepen kunstenaars rond 1900 terug op beroepsverenigingen die eerder in de eeuw door artsen, predikanten en onderwijzers waren opgericht? Welke overeenkomsten en verschillen zijn er te constateren in de organisatiedrift van kunstenaars uit diverse disciplines in Nederland en België? Welke onderlinge contacten bestonden er?
Op onder meer deze vragen probeert een aantal sprekers antwoord te krijgen op een studiedag die wordt georganiseerd door de Werkgroep Verenigingsgeschiedenis van het Huizinga Instituut. De studiedag vindt plaats op 22 oktober in de Tesselschadezaal van het Huygens Instituut, Prins Willem Alexanderhof 5, Den Haag, van 14.00 tot 17.00 uur. Aanmelden kan via verenigingsgeschiedenis@gmail.com.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
– ‘Turbulentie om contract en zelfwaardering. Musici en toneelspelers op zoek naar beroeps- of vakorganisatie. ‘ (Florian Diepenbrock)
– ‘”L’art aux artistes”. Kunstenaars, schrijvers en hun coöperaties.’ (Christophe Verbruggen)
– ‘”Het edele beroep van architect”. Architectenverenigingen op de bres voor architectuur.’ (Wilfred van Leeuwen)
Via K&WH Nieuws.