Niet lang nadat Friedrich Nietzsche God ten grave droeg, poneert Oscar Wilde zijn stelling dat kunst volstrekt nutteloos is. We schrijven het jaar 1900. Het zijn de hoogtijdagen van l’art pour l’art. De kunstenaar is steeds minder genegen zijn werk in dienst te stellen van God en Vaderland. Kunst is zichzelf genoeg. De vraag naar het hogere doel van kunst is niet langer relevant. Er is geen doel, laat staan een hoger doel. Of het moet de Schoonheid zijn, die sommigen omarmen als het nieuwe geloof.
Het fin de siècle is een bewogen tijd, een periode van grote veranderingen op politiek, maatschappelijk en artistiek gebied. Revolutionairen en conservatieven strijden om de macht. Betrekkelijk nieuwe politieke bewegingen als het communisme, socialisme en anarchisme roeren zich sterker dan tevoren. Nu de emancipatie van de mannelijke burger zo goed als voltooid is, eisen arbeiders en vrouwen hun rechten op. De beschaafde mens leert intussen, dankzij de geschriften van een Weense psychiater, op een andere manier naar zichzelf te kijken. De wetenschap neemt een hoge vlucht; allerlei uitvindingen doen hun intrede die het dagelijks leven radicaal zullen veranderen.
Al deze ontwikkelingen hebben uiteraard hun weerslag op het culturele leven. Nu God noch Vorst de artiest nog langer weet te inspireren, moet de waarde en positie van de kunst opnieuw worden bepaald. Men zoekt naarstig naar nieuwe vormen en uitdrukkingsmogelijkheden. Er ontstaan talloze stromingen in de kunst die elkaar gedeeltelijk overlappen, maar andere accenten leggen of elkaar bestrijden en uitsluiten, maar grotendeels uit dezelfde vormentaal putten. Symbolisme, estheticisme, gemeenschapskunst, jugendstil, decadentisme, naturalisme, impressionisme, mysticisme — de cultuurhistoricus heeft er een hele kluif aan om enige klaarheid te brengen in de wirwar van bewegingen die in deze tijd opgeld doen.
Bij alle verscheidenheid is er een groot gemeenschappelijk streven: de grenzen dienen te worden verlegd, bakens verzet. Kunst wordt principieel experimenteel van aard. Nu zij voorgoed haar vanzelfsprekendheid in dienst van een vaststaand ideaal heeft verloren, eist zij haar vrijheid op.
Het fin de siècle luidt als scharnierpunt zowel het einde van een tijdperk, als de geboorte van de moderne cultuur in. Dit weblog richt zijn vizier op dit ‘breukvlak van twee eeuwen’; verschillende medewerkers laten in artikelen, overpeinzingen, recensies, nieuwsberichten, enzovoort, hun licht schijnen op cultuur rond 1900, in de breedste zin des woords. Welke kanten onze bijdragen ook zullen uitwaaieren, de actualiteit geeft steeds de aanzet. Inspiratie genoeg: heden ten dage is de interesse voor deze kleurrijke periode uit onze cultuurgeschiedenis nog springlevend. Dat hoeft niemand te verbazen. Kunst mag sindsdien weer nieuwe wegen bewandeld hebben, zij is nuttelozer dan ooit. En juist daarom zo belangrijk.
Peter Hoffman
hoffman@rond1900.nl