Populaire prenten uit het fin de siècle

“Niemand besteedt nog aandacht aan iets anders dan prenten, het is een rage, de jonge generatie maakt niet anders meer,” zo schreef impressionist Camille Pissarro in 1897. Rond 1900 vervaagde de grens tussen de ‘hoge’ schilderkunst en de ‘lage’ prentkunst, en het grote publiek maakte door de vele affiches op straat al kennis met het nieuwste in de kunst. Grafiek was niet langer een reproductie van een schilderij, maar werd uitgeroepen tot een op zichzelf staand kunstgenre. […]

“Niemand besteedt nog aandacht aan iets anders dan prenten, het is een rage, de jonge generatie maakt niet anders meer,” zo schreef impressionist Camille Pissarro in 1897. [1] Rond 1900 vervaagde de grens tussen de ‘hoge’ schilderkunst en de ‘lage’ prentkunst, en het grote publiek maakte door de vele affiches op straat al kennis met het nieuwste in de kunst. Grafiek was niet langer een reproductie van een schilderij, maar werd uitgeroepen tot een op zichzelf staand kunstgenre.

Ik bezocht vrijdagavond de tentoonstelling Schoonheid in veelvoud. Hoogtepunten uit de prentencollectie van het Van Gogh Museum die het museum samenstelde over dit onderwerp. Na de grootste zalen met de eveneens grootse, en prachtige kunst van de expositie Gedroomde landschappen, Symbolisme van Van Gogh tot Kandinsky, belandden we in het intieme prentenkabinet van het museum. De vele papieren juweeltjes die de afgelopen jaren aan de collectie zijn toegevoegd, worden voor het eerst in een overzicht gepresenteerd. We zien geïllustreerde theaterprogramma’s, bladmuziek, tijdschriften, boeken en affiches, in verschillende technieken, in kleur of in zwart-wit. Ook is er aandacht voor het ambacht.

De suite
Een bijzonder aspect in de wereld van de prenten is de zogenaamde suite: een groep prenten van de hand van één en soms meerdere kunstenaars, die onder één noemer is gebundeld. Je zou een suite ook kunnen zien als een serie illustraties die samen een verhaal vertelt. Dürer werkte al veel met deze vorm, en de Fransen van rond 1900 staken deze oude formule in een nieuw jasje. Een enigszins geestig voorbeeld hiervan is een serie van zes houtsneden van de kunstenaar Jean-Emile Laboureur: Toilettes, uit 1907. Het ochtendritueel van een vrouw: het ontwaken, het verzorgen van een voet, het wassen, het oprapen van een gevallen speld, het verzamelen van de vuile was en het aantrekken van een korset. [2] Laboureur zet zijn serie met een sterke lijnvoering en veel contrasten op. Decoratieve patronen zijn een belangrijk onderdeel binnen deze groep prenten. Het museum toont ons bovendien één van de originele houtblokken bij deze serie, die slechts in een beperkte oplage van zesentwintig verscheen. Want naast de vele prenten die wijdverspreid werden (zoals affiches en tijdschriften), toont het museum een tweede groep van fijnproeversprenten; deze is slechts bedoeld voor verzamelaars, gedrukt in een klein aantal exemplaren en gesigneerd door de graficus zelf.

Lees ook:  'De Cézanne à Picasso' in Musée d'Orsay

Vanzelfsprekend mogen kunstenaars als Henri de Toulouse-Laurtrec, Paul Gauguin en Edouard Vuillard op een dergelijke expositie niet ontbreken, maar daarnaast wordt ook werk van minder grote namen getoond. Het museum belooft dat dit slechts een eerste smaakmaker is van het onderzoek dat zij momenteel uitvoeren naar hun grafiekcollectie, en dat er de komende jaren nog meer moois op prentgebied getoond zal worden. Dat kan natuurlijk alleen maar toegejuicht worden. De tentoonstelling Schoonheid in veelvoud is nog te zien tot en met 23 september 2012.

Meer informatie op de website van het Van Gogh Museum.

Catalogus: Fleur Roos Rosa de Carvalho en Marije Vellekoop, Prentkunst in Parijs. De rage van het fin de siècle. Amsterdam (Van Gogh Museum), 2012.
_______________
Noten:
1. Geciteerd in: Fleur Roos Rosa de Carvalho en Marije Vellekoop, Prentkunst in Parijs. De rage van het fin de siècle, Amsterdam (Van Gogh Museum) 2012, p. 11.
2. Idem. Zie het hoofdstuk ‘De suite. Een oude formule in een nieuw jasje’, pp. 74-127.

_______________
Afbeelding:
Jean-Emile Laboureur, De likdoorn bij het gestreepte behang, tweede prent van de suite Toilettes, 1907. Houtsnede, 27,1 x 20,6 / 25 x 14,9 cm. Collectie Van Gogh Museum Amsterdam

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *