In de tweede helft van de negentiende eeuw brak in Japan de zogenaamde Meiji-periode aan, genoemd naar de Japanse keizer die regeerde van 1868 tot 1912. Het werd het tijdperk van ‘Verlichte Heerschappij’; na eeuwenlange zelfgekozen isolatie richtte Japan haar blik naar buiten.
Japan ontdekte het westen, maar het westen ook Japan. Kunstenaars als Vincent van Gogh, Claude Monet en Henri de Toulouse-Lautrec lieten zich insprireren door Japanse kunst.
In het Van Gogh Museum is een uitgebreide tentoonstelling gewijd aan Japanse Meiji-kunst, afkomstig uit de befaamde Khalili-collectie, ’s werelds grootste en veelzijdigste privéverzameling op dit gebied. De Meiji-kunst bouwde voort op traditionele vormen, decoraties en technieken, maar bracht ook vernieuwing, zoals de techniek van het email cloisonné. Hierbij wordt het email gegoten in vakken die van elkaar gescheiden zijn door reepjes koper of zilver, om te voorkomen dat de kleuren door elkaar zouden lopen. Ook in lakwerk en metaalbewerking is er een ongekende ontwikkeling. De tentoonstelling toont vazen, lakdozen, panelen en zelfs hele kasten, waarmee Japan de wereld veroverde.
‘Pronkstukken uit keizerlijk Japan. Meiji-kunst uit de Khalili collectie’ is nog te zien tot en met 22 oktober.
Pronkstukken uit keizerlijk Japan
In de tweede helft van de negentiende eeuw brak in Japan de zogenaamde Meiji-periode aan, genoemd naar de Japanse keizer die regeerde van 1868 tot 1912. Het werd het tijdperk van ‘Verlichte Heerschappij’; na eeuwenlange zelfgekozen isolatie richtte Japan haar blik naar buiten. Japan ontdekte het westen, maar het westen ook Japan. Kunstenaars als Vincent van Gogh, Claude Monet en Henri de Toulouse-Lautrec lieten zich insprireren door Japanse kunst. […]