Niet gezocht maar toch gevonden
Vanochtend vond ik, bij het bekijken van de nieuwste afgeschreven boeken in een doos en kratten — buiten, voor een antiquariaat in mijn woonplaats — of er nog iets van mijn gading tussen lag, enkele zeer aantrekkelijke drukwerkjes. In het stapeltje aan varia dat ik heb meegenomen, bevond zich één boekje met tekst en illustraties voor een deel van de periode 1908-1910. Het betreft een kalender in boekvorm, die begint met de maand augustus 1908 en eindigt met januari 1910. Het boek is gepubliceerd door een Offizin — uitgeverij te Leipzig, die geruime tijd gold als specialist voor letter-specimina in diverse talen: W. Drugulin. [1]
Inleidende woorden
Voorafgaand aan het kalendergedeelte met zeventien maanden — de laatste vier van 1908, het gehele jaar 1909 en de eerste maand van 1910 — dat summa summarum achtendertig bladzijden beslaat van de vierenzestig die het in donkerrood linnen gebonden boekje, op het formaat 14,5 cm breed x 19 cm hoog, staat een inleidend woord van Dr. Johs. Baensch-Drugulin, die daarin niet alleen de hoop uitspreekt de vroegere vrienden van deze vorm van kalender een genoegen te doen, maar met de uitgave tevens nieuwe vrienden te werven voor zijn uitgevershuis, dat steeds het streven hoog in het vaandel houdt, het beste te presteren.
Voorts vertelt de uitgever trots dat deze kalender extra waardevol is geworden door de tekeningen van professor Grünwedel (1856-1935), die hem in de herfst van 1907 had bezocht en hem de tekeningen had overhandigd van een kalender die tijdens een van zijn laatste reizen was ontstaan. Aangezien de kalender nog moest worden uitgegeven, zijn de in 1906 ontstane tekeningen met de bijbehorende teksten in het boekje voor de overeenkomstige maanden van het jaar 1909 gebruikt.
In de inleiding, behorende bij de illustraties en de teksten, schrijft professor Grünwedel over het ontstaan van de tekeningen in Chinees Toerkistan in de omgeving van de boeddhistische ruïnes van “Kutscha, Karashahr und Turfan” tijdens de werkzaamheden die de door de leden van de expeditie werden verricht, welke het Königlich preußische Kultusministerium in het leven had geroepen. Deze was in januari 1906 van start gegaan in Kaschgar en in mei 1907 via Tschugutschak naar Duitsland teruggekeerd.
De in het boek opgenomen illustraties voor de kalenderbladen had de professor zelf als briefkaart gebruikt en aan bekenden gezonden. Ze waren ontstaan na kennisname van en inspiratie door de bij de expeditie gevonden tekeningen in de boeddhistische grotten van de bovengenoemde plaatsen. Dan vervolgt de professor zijn betoog met een verklaring van datgene wat op de verschillende afbeeldingen te zien is.
Tekst voor JUNI 1909
Ein blauer Qualm zieht durch die Lüfte,
Kein Weihrauch und kein Kerzenrauch,
Den Göttern ungewohnte Düfte
Und behaglich sind sie auch.
Und zu des Malers Badestunde
Entschließt sich eilig unsre Schar
Und tritt begierig in die Runde,
Wo erst der Qualm zu spüren war.
Der Ortsgott macht den Cicerone,
Denn ihm entgeht nicht leicht ein Ding.
Er findet das Gerät nicht ohne,
Wann drin der Tobak Feuer fing.
Abscheulich nennen es die Schlangen,
Laut lacht der Donnergott dazu
Wie wird das Ding erst Feuer fangen,
Schlüg ich den Donnerkeil dazu.
So judizieren sie befangen
Und der Versuch läg wirklich nah,
Wär nur der Tobak zu erlangen,
Da das Paket noch keiner sah.
Uninteressiert für die Entscheidung
Und lächelnd zeigt Fee Menakâ
Die Reize deutscher Fußbekleidung
Dem höchst verblüfften Brâhmana.
____________
Afbeeldingen
1. Oblong-ornament opgenomen onderaan de pagina met de tekst voor maand juni 1909.
2. Oblong-prent voor de maand juni 1909, getekend door Prof.Dr. Albert Grünwedel (1856-1935). [2]
_________
[1] Offizin: dit begrip, afkomstig van het Latijnse officina, wordt in het Duitse taalgebied gebruikt voor zowel een apotheek, alsook voor een drukkerij (al dan niet annex uitgeverij).
[2] Verklarende tekst van Professor Grünwedel, behorende bij de afbeelding van de maand juni : “Der Lokalgott erklärt anderen Göttern einzelne Gegenstände, die ein Mitglied der Expedition vorübergehend liegen ließ.”
Het ornament dat onderaan de tekening is ‘bevestigd’, stamt uit Girisch (in Kutscha), en is gereconstrueerd met behulp van een beter bewaard ‘exemplaar’ uit een tempel in Idikutschari (Turfan).
Door middel van een muisklik op de afbeeldingen kunt u een grotere versie oproepen, waardoor details nog duidelijker worden.
NB: De spelling van de plaatsnamen etc. heb ik overgenomen uit de teksten van Professor Grünwedel.