In 1864 begon men er aan. Een eeuw en aantal decennia later is het met zo’n 450.000 trefwoorden uitgegroeid tot het grootste woordenboek ter wereld: het Woordenboek der Nederlandsche Taal, kortweg WNT. Vanaf zaterdag 27 januari zijn de 43 kloeke banden ook online te raadplegen. Gratis, welteverstaan.
Het WNT omvat de betekenis en geschiedenis van honderdduizenden bekende en onbekende woorden, jonge woorden en zeer oude woorden, kortom het geschreven Nederlands van bijna vijf eeuwen (1500-1976). Van de opgenomen woorden zijn er vele inmiddels van betekenis veranderd of helemaal van het taaltoneel verdwenen.
Alle trefwoorden kunnen worden opgevraagd in hun originele spelling uit 1863, maar ook in de moderne spelling. Daarnaast is het onder andere mogelijk te zoeken naar delen van woorden (bijvoorbeeld achtervoegsels en voorvoegsels), naar woordcategorieën (bijvoorbeeld tussenwerpsels en voegwoorden) of naar termen die in betekenisverklaringen gebruikt zijn (bijvoorbeeld alle woorden die de term plant of schip in de betekenisverklaring hebben).
In het WNT online zijn ook koppelingen aangebracht naar bronnen buiten het woordenboek, onder andere naar alle tot nu toe verschenen delen van het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands. Verder worden er verbanden gelegd met overeenkomstige woorden in het Afrikaans, afbeeldingen van planten en dieren en dialectkaarten.
De samenstelling van het woordenboek was van de aanvang af een Nederlands-Belgische onderneming die in de traditie stond van de grote negentiende-eeuwse woordenboeken zoals het Oxford English Dictionary (OED) van James Murray en Deutsches Wörterbuch van de Gebroeders Grimm. Beginnend met Matthias de Vries halverwege de negentiende eeuw, hebben vijf generaties van redacteuren bijna anderhalve eeuw aan het WNT gewerkt, tot het in 1998 werd voltooid. Het bestond toen uit 29 delen plus een Supplementdeel; in totaal 40 dikke banden. In 2001 volgden nog eens drie delen ‘Aanvullingen’ met nog niet eerder in het WNT behandelde, vooral twintigste-eeuwse woorden.