Oscar Wilde’s ’triviale komedie’ over de ernst en luim van Ernst

Oscar Wilde in 1894, op het hoogtepunt van zijn roemKostuumdrama

Woensdag 3 januari, des avonds, tussen 20:30 uur en 22:00 uur Nederlandse tijd, zendt BBC Two een Brits-Amerikaanse coproductie uit van The Importance of Being Earnest uit 2002, geregisseerd door Oliver Parker, die tevens het script, naar het gelijknamige toneelstuk van Oscar Wilde (1854-1900), voor zijn rekening nam. Bekende acteurs nemen deel in dat spel, onder hen: Rupert Everett (geb. 1959) — die op een site met zijn naam wordt omschreven als “one of the greatest actors of this century” — Colin Firth (geb. 1960), die al heel jong werd ontdekt toen hij Hamlet speelde, en Reese Witherspoon (geb. 1976), wier fanclub met het wereldschokkende nieuws kwam dat er net een nieuw behangetje van haar is uitgekomen.

Reeds diverse keren is dit, volgens sommigen beste, toneelstuk van Oscar Wilde verfilmd. Enige keren is het ook op muziek gezet, onder meer pas in 1965, door de in Zwitserland geboren Paul Burkhard (1911-1977) (1), onder de titel Bunbury — eine Komödie für Sänger, op tekst van H. Weigel (2), en in 1966 te Basel voor het eerst uitgevoerd. De tweede Duitse vertaling (1908) van het toneelstuk had ook die titel gekregen, zij het met als toevoegsel Die Bedeutung, ernst zu sein, nadat de eerste vertaling, vijf jaar daarvoor, als Ernst sein was verschenen.

Ontstaan

Oscar Fingal O’Flahertie Wills Wilde was er, volgens de tekst van één van zijn epigrammen, van overtuigd dat de ontwikkelingsgang der geschiedenis een volkomen andere zou zijn geweest, indien de holenmens had geweten hoe hij moest lachen. Mede daarom zal hij zoveel komische situaties hebben gecreëerd, zowel in zijn proza, alsook in zijnActeur-theaterdirecteur George Alexander in de rol van John Worthing, hier met Rose Leclerq in een scene uit de oorspronkelijke productie van 1895 toneelstukken. Zijn laatste drama, The Importance of Being Earnest, heeft Wilde geschreven aan de zuidkust van Engeland in een gehuurd huis aan Worthings esplanade, waar hij werd vergezeld door zijn echtgenote Constance en hun beide zonen: Vyvian en Cyril. Dat was in september 1894, en na drie weken intensieve arbeid had hij alle vier bedrijven compleet. Hij gaf het aanvankelijk de titel Lady Lancing, maar toen hij eenmaal zo ver was om het op te sturen aan acteur George Alexander (1858-1918), had hij de titel reeds gewijzigd.

In zijn begeleidende brief deed Oscar Wilde het voorkomen dat het niet geschikt zou zijn voor Alexander — die tevens artistiek manager was het het Londense St. James’s Theatre —, wel wetend dat de ijdele man in zijn val zou trappen en niet alleen de kans zou aangrijpen om het stuk op de planken te brengen, maar ook zelf de hoofdrol (John Worthing) te spelen. Wilde was zich maar al te goed bewust van het feit dat die man het eigen matinee-idool was.

Uitvoeringen

Alexander — die als manager toch ook op de kleintjes moest letten — slaagde er, pas na veel tegensputteren van Oscar Wilde, uiteindelijk in de auteur ertoe te bewegen, in te stemmen met het schrappen van één bedrijf. De auteur liet hem nog wel even per brief weten wat voor een uitzonderlijk offer hij hiermee bracht, omdat het van hem niet alleen zo veel uitputtend werk en hartzeer, maar ook heel veel zenuwen had gevergd. “….I assure you on my honour that it must have taken me fully five minutes to write it!”

Op 14 februari werd de eerste opvoering gegeven met de spullenbaas in de hoofdrol en een bezetting van in die dagen prominente actrices en acteurs. Menigeen beschouwde het stuk als een geestrijke aanval op de zeden en gebruiken van de adel anno toen. Maar toen Wilde werd uitgenodigd zelf een beschrijving van zijn nieuwe stuk te geven, reageerde hij: “The first act is ingenious, the second beautiful, the third abominably clever!” Wilde was beroemd, en hier en daar ook wel berucht, voor zijn bon-mots, die meestal gespeend waren van elke vorm van bescheidenheid. Zijn aforismen getuigen eveneens van veel levenservaring, intuïtie, wijsheid en inzicht in de menselijke geest. Vooral in zijn komedies komen veel van beide categorieën voor, die zeker hebben bijgedragen tot het niveau van de stukken en tot het genoegen dat het theaterpubliek bij de talrijke opvoeringen heeft ervaren. Gevraagd naar zijn verwachting met betrekking tot een eventueel succes van zijn nieuwe stuk, sprak Wilde de historische woorden: “My dear fellow, you have got it wrong. The play is a success. The only question is whether the first night’s audience will be one.” Of al die apodictische uitspraken altijd wel even gemeend waren, mag, gezien het karakter en het sterk histrionische element in de persoon, worden betwijfeld. Desondanks blijven veel van die uitspraken even mooi, zelfs als ze later zouden blijken, niet zo heel echt gemeend te zijn. Bij voorbeeld: “Most women are so artificial that they have no sense of Art. Most men are so natural that they have no sense of Beauty.” En, om tot slot maar bij het thema Kunst te blijven: “Art is the only serious thing in the world. And the artist is the only person who is never serious.” Rest ons de klemmende en importante vraag, hoe “serious”, respectievelijk “earnest”, of simpelweg wild Oscar was toen hij de stelling poneerde: “All Art is quite useless.”

Blijvend succes

Op 7 maart heeft Oscar Wilde de voorstelling, samen met zijn vrouw Constance en zijn minnaar Alfred Douglas bijgewoond. Douglas vermeldt in zijn Autobiography (1929) dat mevrouw Wilde daarbij tranen in de ogen had. De opvoering werd een overweldigend The Marquess of Queensberry, vader van Oscar Wilde’s minnaar Alfred Douglassucces, en tot en met de eerste week van mei werden er 66 voorstellingen gegeven. Toen werd besloten het van het repertoire te nemen in verband met de negatieve publiciteit die omtrent Oscar Wilde was losgebarsten door de processen later dat jaar, leed Alexander daarmee een verlies van bijna 300 Pond. Toen hij het stuk in 1902 opnieuw op de planken bracht, behaalde hij een kleine winst, maar in 1909 werd het elf maanden achtereen opgevoerd (met 324 voorstellingen) en dat leverde hem een voor die dagen enorme winst op: ruim 21.000 Pond. In 1911 en twee jaar daarna heeft Alexander The Importance of Being Earnest opnieuw in het repertoire opgenomen, waarna deze komedie nog weer menig maal is opgevoerd. Ook andere theaters namen het in de loop van de jaren over en zo is er, ook in onze 21ste eeuw, nog steeds geen einde gekomen aan de zegetocht die het stuk ook tot ver buiten het land van oorsprong, via de planken, de beeldbuis en het witte doek, heeft mogen ondervinden. Ook het amateurtoneel en schoolgroepen hebben zich erover ontfermd. En dat is zeer begrijpelijk: de thematiek van deze vorm van Ernst is van alle tijden, en Wilde’s humor blijft ongeëvenaard.

Neveneffecten

Voor de première had de vader van Wilde’s minnaar, Lord Alfred Douglas (‘Bosie’), die naam Marquess of Queensberry droeg, een kaart weten te bemachtigen, opdat hij de voorstelling zou kunnen verstoren. Een dag voor de première zond Oscar Wilde een met potlood geschreven briefje aan Robert Shone, die toen zakelijk directeur van het bewuste theater was, met het verzoek om Lord Queensberry — die in Carter’s Hotel, Albemarle Street, verbleef — te laten weten dat de aan hem toegewezen plaats reeds was uitgegeven, en hem de toegangsprijs te restitueren. “This will prevent trouble, I hope.” Op die manier kon Queensberry geen direct theaterschandaal veroorzaken, en beperkte hij zich tot het afgeven, aan de artiesteningang, van een ‘boeket groente’ voor Oscar Wilde.

Op 17 februari schreef Wilde een brief aan Bosie, waarin hij onthulde dat een wederzijdse vriend, Algernon Bourke (1854-1922) hem had gewaarschuwd voor de snode plannen van de Lord. Omdat Bosie’s vader hem zo’n grotesk boeket had geschonken, kwalificeerde hij diens gedrag met de woorden “idiotic, robs it of dignity.” Wilde vervolgt: “He arrived with a prize-fighter!! I had all Scotland Yard—twenty police—to guard the theatre. He prowled about for three hours, then left, chattering like a monstrous ape.” ….

Aangifte en processen

Op 28 februari vond Oscar Wilde het visitekaartje van Lord Queensberry met daarop de woorden posing somdomite (!). Wilde deed daarop aangifte en zette zo een raderwerk aan juridisch getrouwtrek in beweging, waarvan hij uiteindelijk zelf als zware verliezer tevoorschijn kwam. Hij werd veroordeeld wegens “sodomie” — dat twee jaar tevoren in het Wetboek van Strafrecht als een misdrijf was opgenomen — en moest twee jaar gevangenisstraf met dwangarbeid uitzitten in Reading. Reeds toen Wilde in beschuldiging was gesteld, waren zijn stukken in alle theaters van het repertoire gehaald en waren zijn boeken uit alle bibliotheken verwijderd.

Hoewel hij in Reading toestemming kreeg om te schrijven, kwam hij er, bij zijn vrijlating op 19 mei 1897, als een gebroken man vandaan: weliswaar pafferig, maar tegelijkertijd slechts een vage schaduw van de oude Oscar Wilde. Hij vertrok naar Frankrijk, reisde vervolgens door naar Napels, waar hij nog enige tijd met Alfred Douglas samenleefde, maar van wie hij zich in december definitief heeft afgewend.

In februari 1898 verscheen zijn gevangenisgeschrift The Ballad of a Reading Gaol als boek, en in de zomer van het volgende jaar kwam ook The Importance of Being Earnest als boek uit. In 1900 ondernam Wilde nog weer een reis naar Palermo en Rome, maar keerde later dat jaar terug naar Parijs, waar hij op 30 november — nadat hij zich tot het katholicisme had bekeerd — in Hotel d’Alsace, Rue des Beaux Arts, aan de gevolgen van een middenoorontsteking is overleden. Het enige wat hij toen nog had, waren torenhoge schulden. Zijn lichaam werd bijgezet op het kerkhof van Bagneux. Op 19 juli 1909 werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar de Parijse begraafplaats Père Lachaise, waar drie jaar later de beeldouwer Jacob Epstein (1880-1959) een grafmonument heeft voltooid.

Dagboeken en Brieven

In zijn stukken refereert Wilde dikwijls aan dagboeken, waaruit een zeer intieme kwestieOmslag van de Duitse editie van de representatieve selectie, door Wilde’s kleinzoon Merlin Holland, uit het Brievenwerk met de dialoog wordt verweven, en wat veelvuldig tot lachsalvo’s heeft geleid, zoals “Ik reis nooit zonder mijn dagboek. Je moet altijd iets sensationeels te lezen hebben in de trein!”

Merlin Holland wijst erop dat zijn grootvader zelf geen intiem dagboek heeft bijgehoden en dat hij er niet over piekerde om zijn memoires te schrijven. Wilde is beroemd geworden door zijn theaterwerken, zijn enige, zeer briljante roman en de betoverend fraaie sprookjes.

Merlin Holland heeft zich gedurende een kwart eeuw intensief beziggehouden met het oeuvre van zijn grootvader, en samen met Rupert Hart-Davis heeft hij de eerste complete editie van de 1562 brieven van Oscar Wilde uitgegeven, die bewaard zijn gebleven. Uit dat geheel heeft hij een zeer persoonlijke keuze gemaakt van 400 brieven, die een duidelijk beeld geven van een leven vol met hoogtepunten en diepe dalen, en met veelzijdige spanningen als rode draad. Die kleinzoon is er uitstekend in geslaagd om via die selectie, zonder onnodige opsmuk, een beeld te creëren van alle aspecten van Wilde’s leven, vooral van de Mens Oscar.

*****

(1) Paul Burkhard is vooral naar voren getreden als componist van muzikale komedies, sprookjesspelen — o.a. Die Schneekönigin naar Hans Christian Andersen (1805-1875); Spiegel das Kätzchen naar Gottfried Keller (1819-1890), operettes en komische opera’s, en toneelmuziek voor o.a. Friedrich Dürrenmatt (1921-1990) —, filmmuziek en een groot aantal liederen, en voorts liturgische stukken. Burkhard heeft zijn reputatie vooral te danken aan de amusementsmuziek die hij heeft geschreven. Hij heeft getracht de operette te ontdoen van verouderde vormen, en met zijn lied O, mein Papa, op een eigen tekst, heeft hij internationale faam verworven. In de jaren zestig van de twintigste eeuw heeft hij zich meer en meer gericht op religieuze, vocale werken.

(2) Mogelijk gaat het hier om Hans Weigel, (1908-1991) een Oostenrijks dramaschrijver, verteller, (theater)criticus en essayist. Ook publiceerde hij in 1951 de roman Unvollendete Symphonie.Tussen 1938 en 1945 had hij, als vluchteling, voor Gekke Goebbels, Dolle Dolf en Hongerige Himmler, een goed heenkomen in Zwitserland gevonden. Toch werd hem na de oorlog veelvuldig een antisemitische instelling verweten. Ook boycotte hij in Oostenrijk de opvoering van stukken van Bertolt Brecht (1898-1956), omdat deze communist was.

Aankondiging van de première van The Importance of Being Earnest in het Londense St. James’s Theatre op 14 februari 1895 en daarna “every evening at 8:45?

*****

Jörg W. Rademacher: Oscar Wilde. 160 pag. met 91 illustraties in kleuren, resp. zwart/wit; Originalausgabe in de reeks dtv-portrait. Deutscher Taschenbuch Verlag, München, 2000; ISBN 3-423-31038. Prijs € 8,50.

Oscar Wilde: Ein Leben in Briefen. Herausgegeben und kommentiert von Merlin Holland. Aus dem Englischen von Henning Thies. 608 pag., gebonden. Karl Blessing Verlag, München, 2005; ISBN 3-89667-279-7. Prijs € 24,90.

Mark Nicholls: The Importance of Being Oscar — The Life and Wit of Oscar Wilde. 238 pag., gebonden. Robson Books, London, 1981 (met latere herdrukken); ISBN 0-86051-128-6.

(De genoemde prijzen van de Duitstalige boeken gelden in het land van herkomst en in Nederland, maar daar uitsluitend bij Boekhandel Die Weisse Rose te Amsterdam.)

*****

Afbeeldingen

1. Oscar Wilde in 1894, op het hoogtepunt van zijn roem. In september van dat jaar schreef hij zijn vierde en laatste komedie, The Importance of being Earnest, in Worthing, aan de zuidkust van Engeland, waar hij werd vergezeld door zijn vrouw en de beide zonen. Het is de laatste foto die van Oscar Wilde is genomen voordat hij terecht moest staan.

2. Acteur-theaterdirecteur George Alexander in de rol van John Worthing, hier met Rose Leclerq in een scene uit de oorspronkelijke productie van 1895.

3. The Marquess of Queensberry, vader van Oscar Wilde’s minnaar Alfred Douglas. Deze foto verscheen in het tijdschrift The Cycling World Illustrated, 1896.

4. Omslag van de Duitse editie van de representatieve selectie, door Wilde’s kleinzoon Merlin Holland, uit het Brievenwerk.

5. Aankondiging van de première van The Importance of Being Earnest in het Londense St. James’s Theatre op 14 februari 1895 en daarna “every evening at 8:45”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *