Opwinding in Parijs bij de première van Le sacre du printemps — mei 1913

Voordat het op 29 mei 1913 in het nieuwe Parijse Théâtre des Champs Elysées tot een eerste uitvoering van het ballet ‘Le sacre du printemps’, met muziek van Igor Stravinski, kon komen, is daar heel wat aan voorafgegaan. Het wel en wee — en vooral dat laatste — komt uitstekend naar voren in Andy Wilsons televisiedrama ‘Riot at the Rite’ dat zondag op de Belgische zender Canvas te zien is. […]

Speelfilm met documentaire elementen
In 2005 heeft de Engelse regisseur Andy Wilson voor de BBC het televisiedrama Riot at the Rite gerealiseerd waarin wordt getoond hoe een relatief jonge Igor Stravinski zich — niet geheel onbevooroordeeld — beweegt tussen alle anderen, die betrokken zijn bij de voorbereidingen voor de eerste uitvoering van Le Sacre du Printemps, die in mei van het jaar 1913 onder muzikale leiding van  Pierre Monteux aan het publiek in Parijs zou worden voorgesteld. Dat het allemaal niet van een leien dakje is gegaan, weten alle in eigentijdse muziekgeschiedenis geïnteresseerden inmiddels wel. Maar nu Andy Wilson 92 jaar na het gebeuren een televisiefilm heeft gemaakt over alle parafernalia en marginalia, is het meeste met betrekking tot de voorbereidingen wel voor een veel breder publiek inzichtelijk gemaakt, en dat op een voortreffelijke, kleurrijke manier, die de dramatiek van het geheel niet overdrijft, maar deze evenmin probeert te reduceren.

Uitzending op Canvas
De Nederlandstalige, Belgische televisiezender Canvas heeft de film op de rol staan voor zondag 22 maart vanaf het exacte middaguur tot 01:30 uur. Dan kan de kijker ook eens — hier: letterlijk spelenderwijs — zien wat er allemaal komt kijken voordat een ballet ‘startklaar’ is en hoe zeer veel ego’s op elkaar kunnen, en niet zelden ook zullen, botsen.
Ten eerste was daar de choreograaf en topdanser Vatslav Nijinki — uitgebeeld door Adam Garcia — die al flink wat successen op zijn naam had staan, maar tegelijkertijd de niet onterechte reputatie genoot, vrij gemakkelijk controverses te kunnen uitlokken. Dat was ook onder zijn eigen mensen het geval: lang niet alle dansers van Les Ballets Russes waren even gelukkig met de nieuw te realiseren creatie. En dan waren er, uiteraard, nog de orkestmusici — niet zelden mensen met uitermate lange tenen, een enorm grote mond, en een intens klein hartje — die de nodige moeite hadden met de revolutionaire muziek van Igor Stravinski — een uitstekende, want zeer geloofwaardige  rol van Adam McArdle. En tussen al die verschillende mensen met elk hun eigen belang moest de beeldend kunstenaar Nicholas Roerich als decorontwerper(1874-1947) ook nog eens zijn weg vinden.

Het Parijse theaterpubliek van toen
Parijs gold rond 1900 als hèt als centrum van de kunsten in Europa, en in dat kader was het steeds opnieuw met nogal wat vernieuwing geconfronteerd, zowel in de literatuur alsook in de schilderkunst, in de cabarets en op het ‘burgerlijke’ toneel, en dat al zeker een halve eeuw achtereen toen Stravinski met zijn muzikale ‘nieuwlichterij’ kwam opdagen.
Het is dan ook niet zo verbazingwekkend dat de Parijse journalist en zakenman Gabriel Astruc (1864-1938) het plan had opgevat om in de lente van 1913 aan de Champs Elysées van de Franse hoofdstad een nieuw theater te openen dat met een eigentijdse productie van start zou moeten gaan. Dat is hem gelukt, want door de zeer verdeelde opvattingen over, en de al even uiteenlopende reacties op de Sacre, kreeg zijn nieuwe theater meer aandacht dan ooit met advertenties had kunnen worden gegenereerd.

Kopstukken
Onder de vooraanstaande figuren, die dat heel direct wilden volgen, vond men de duizendpoot — want schrijver, tonelist, cineast, dichter en ontwerper — Jean Cocteau (1889-1963), die zelf bepaald niet afkerig was gebleken van diverse onalledaagse manieren om mensen met kunstuitingen te confronteren; en de Amerikaanse schrijfster Gertrude Stein (1874-1946), wier leven nu ook niet bepaald langs lijnen van stijf-kleinburgerlijke geleidelijkheid verliep, en die sedert ze zich in 1903 in Parijs had gevestigd, zelf het nodige had ondernomen om modernismen een stevig verankerde plek binnen de cultuur van die dagen te verschaffen.

Lees ook:  Camille Saint-Saëns Vijfde Pianoconcert zondagochtend op Radio 4

Aanbeveling
Dat het televisiedrama Riot at the Rite geen documentaire is, zal duidelijk zijn, aangezien het een lopend verhaal vertelt met uitsluitend acteurs. Maar als een regisseur zich zoveel mogelijk omtrent de feiten heeft georiënteerd, kan juist zo’n rolprent meer mensen bereiken dan een echte documentaire, die — hoe onterecht ook — nog wel eens lezers en kijkers wil afschrikken, en vooral diegenen die menen dat door en voor intellectuelen gemaakte kunstproducten toch veel te moeilijk zullen zijn voor mensen die liever een prettig lopend verhaal met feiten ‘consumeren’. Doch nog altijd geldt de stelregel dat het één niet per definitie het ander hoeft uit te sluiten. Niet elke intellectuele schrijver of regisseur woont op een wolk ver boven ons; sommigen van hen kunnen uitstekend een voor een breed publiek begrijpelijk verhaal vertellen. Iedere filmregisseur die dat eveneens kan, verdient het dan ook dat de in zijn thema geïnteresseerden kennis nemen van zijn scheppingen.

Ongeregeldheden
Het feit dat deze film niet ’s avonds laat, maar op een ‘vrije dag’ wordt uitgezonden op een tijdstip dat de meeste zaterdagse feestgangers ook weer in het land der levenden kunnen zijn teruggekeerd en derhalve lering en vermaak kunnen ondergaan bij Riot at the Rite, zou wel eens een wat groter aantal kijkers kunnen trekken dan tegen middernacht.
Dat één en ander op 29 mei 1913 (on)behoorlijk werd verstoord door ontevreden toeschouwers/luisteraars, is in de film met de juiste focus uitgebeeld. Pierre Monteux had het er af en toe best moeilijk mee, en de meeste andere betrokkenen zullen zich evenmin in de zevende hemel van succes hebben gewaand.
Exact een halve eeuw na de première van Le sacre du printemps is in Parijs dit spectaculaire werk weer uitgevoerd onder leiding van een inmiddels dicht besnorde Pierre Monteux. Er klonk toen geen valse noot in het orkest, er was geen disharmonie in het publiek, en ook bij de kritiek was er geen sprake van dissonanten. Het applaus duurde toen een kwartier; een foto van Monteux die de ovatie in ontvangst nam, werd de volgende dag in tal van kranten, verspreid over de wereld, afgedrukt.
____________
Afbeeldingen

1. Igor Stravinski in de beginjaren van de twintigste eeuw.
2. Vatslav Nijinski als negentienjarige in 1907.
3. De schilder Nicholas Roerich, die als decorontwerper voor de eerste uitvoering van de Sacre werd geëngageerd.
4. Dirigent Pierre Monteux; karikatuur in verband met Le sacre du printemps.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *