Jan Toorop was niet alleen een begenadigd schilder en tekenaar, maar heeft ook vele boekbanden ontworpen. Het bekendst zijn de banden voor de romans en verhalen van Louis Couperus: Metamorfoze, Psyche, Babel en God en goden. Deze fraai vormgegeven boeken zijn ruim honderd jaar na dato nog steeds gewilde verzamelobjecten.
Het eerste boek van Couperus waarvoor Toorop de band heeft ontworpen, is Metamorfoze. Deze psychologische roman verscheen in 1897 bij uitgeverij L.J. Veen in Amsterdam. Voor Toorop moet het een buitenkansje geweest zijn om zich te kunnen onderscheiden op het vlak van de boekversiering, die op dat moment een bloeiperiode doormaakte. Zijn symbolistische tekenstijl paste uitstekend bij de inhoud van het deels autobiografische verhaal waarin Couperus zijn diepste zielenroerselen prijsgeeft.
De symbolische bandtekening beslaat voor- en achterplat en loopt door over de rug van het boek. Op de voorkant staat een vrouwenfiguur met gesloten ogen en geheven gezicht, die zich ontworstelt aan haar windselen. Zij stelt de zich ontwikkelende ziel voor. De windselen vormen samen met de belettering een wirwar van lijnen. De rook bij haar voeten – een veelgebruikt motief in het symbolisme – geeft aan dat het hier niet om een gewone vrouw maar om een goddelijk wezen gaat.
Kronkelende lijnen
Couperus was zelf zeer te spreken over Toorops bandontwerp. ‘Het boek ziet er mooi uit en ik dank u van harte voor den grooten zorg, die u steeds besteedt aan de verschijning van mijn geesteskinderen,’ schreef hij aan zijn uitgever.
De band van Toorop dunkt mij heel mooi gevoeld. Mijne vrouw vindt dien te onrustig. Mij dunkt de ‘Metamorfoze’ wel mooi weergegeven in die ‘wordende’ figuur en die kronkelende lijnen.
Ook Toorop was tevreden over het eindresultaat, zoals blijkt uit zijn brief aan Veen in reactie op de naar hem toegestuurde proefbanden (in twee kleuren):
Het is heel goed geworden en mooi. Ik moet u alleen zeggen dat zwart op wit veel mooier is dan bruin en de compositie komt ook meer voor de dag, en het is veel sprekender. Ik zou u aanraden de band met zwart te laten drukken.
Symbolisch sprookje
Na de goede ontvangst van Metamorfoze zou Toorop nog drie bandontwerpen maken voor respectievelijk Psyche (1898), Babel (1901) en God en goden (1903). Ook maakte hij twee tekeningen voor de tweede druk van Psyche (1899) en de tweede druk van Fidessa (1900). Bij elk ontwerp probeerde hij de kern of een aspect van de inhoud van het verhaal te verbeelden. Zo maakte hij voor Psyche – een symbolisch sprookje over de menselijke ziel – een bandtekening van de vlucht van Psyche op de rug van haar gevleugelde paard naar de hemelse sferen. Weer valt op dat Toorop de gehele band gebruikt en de versiering laat doorlopen over de rug van het boek. Dit geldt ook voor de banden van Babel en God en goden. Opmerkelijk is ook de ‘zweepslagachtige’ belijning die kenmerkend is voor de internationale art nouveau, maar in Nederland niet zo vaak werd toegepast.
Uit de mode
De boekbanden van Toorop en andere kunstenaars werden in hun eigen tijd al als bijzonder gezien en tentoongesteld op kunstexposities in binnen- en buitenland. Alleen viel de verkoop tegen. Uitgeverij L.J. Veen bleef met grote partijen zitten en leed op de meeste boeken verlies. Bovendien veranderde de smaak van het grote publiek. Na enkele jaren was de art nouveau alweer over zijn hoogtepunt heen en raakten de duurdere prachtbanden uit de mode.
Dit was ook Couperus niet onopgemerkt gebleven. In 1916 schreef hij in een brief aan zijn uitgever:
Wat bandtekeningen betreft, ik zou je sterk raden ermee te breken, want niemand en ik ook niet, vindt op den duur die kleurige banden mooi. Ze vermoeien en naast elkaar maken ze elkaar nog leelijker dan zij zijn. (…) Heusch, spaar je onkosten uit aan de heeren artiesten-bandteekenaars. Ik kan die dingen niet meer zien.
Meer dan honderd jaar na dato worden de boekbanden van Toorop echter gezien als een van de hoogtepunten in de Nederlandse boekversiering en zijn vooral de Couperus-banden nog steeds gewilde verzamelobjecten.
Bekijk nog meer bijzondere boekbanden op de site Anno1890.
Wat ik mij al lang afvraag: in welke mate hadden Toorop en Couperus direct, persoonlijk contact? Dat wordt mij niet duidelijk uit de diverse studies, maar wel benieuwd naar..
Beste Sander, Toorop en Couperus stonden zeker met elkaar in contact, maar communiceerden ook via uitgever L.J. Veen en soms liep het ook langs elkaar heen.
Zo heeft Couperus Toorop zelf per brief gevraagd om een bandtekening te maken voor Psyche. Toorop had het op dat moment echter druk met andere opdrachten en reageerde tot ongenoegen van Couperus pas heel laat op zijn brief, maar was al wel in onderhandeling met Veen over de prijs van de bandtekening. Uiteindelijk heeft hij Couperus wel teruggeschreven en zich verontschuldigd voor de gang van zaken en heeft hij de bandtekening dus ook gemaakt.
Je kunt hier meer over lezen in het boek ‘Versierde verhalen – De oorspronkelijke boekbanden van Louis Couperus’ werk’ door H.T.M. van Vliet. Moeilijk te vinden trouwens, maar je mag die van mij wel een keer lenen.
Had Toorop, in ieder geval nadat hij zich bekeerde tot het rooms-katholicisme, niet een ongelooflijke hekel aan Couperus? Mij staat uit de biografie van Frédéric Bastet bij dat Toorop zijn werk liet verwijderen uit Kunstzaal Kleykamp toen hem ter ore kwam dat Couperus daar een voordracht zou houden.
Waarde Sipke, dank, maar die gegevens zijn me bekend, bedoelde meer nog nader, of ze elkaar persoonlijk goed kenden en thee dronken, maar op basista van peters antwoord lijkt me dat niet waarschijnlijk. Of ze kenden elkaar natuurlijk juist wel goed, hoe kan Toorop anders zo’n hekel aan hem hebben?-; Nu ja, in Den Haag toen 1900 en nu kent iedereen elkander, zeker artisten.
Ik denk dat dat idd vooral met Toorops bekering tot het rooms-katholicisme te maken had, waarmee hij zijn eigen vroege symbolistische werk in zekere zin ook afviel. Zijn voorheen rijke symboliek boette in aan diepte en kracht, want zijn latere werk was toch vooral bedoeld om zieltjes te winnen. Ik kan me voorstellen dat dit tot een verwijdering met Couperus heeft gezorgd.
Rond 1900 hadden ze iig nog wel waardering voor elkaars werk. Dit blijkt o.a. uit het feit dat Couperus zelf aan zijn uitgever voorstelde om Toorop te vragen voor de bandtekening van Psyche en dat Toorop daarna nog twee bandontwerpen kon maken voor Babel en God en goden.
Uit de brieven van Toorop aan Veen blijkt verder dat hij de bandtekening voor Psyche graag wilde maken en dat hij het boek ook eerst las voordat hij de tekening maakte. Zo schreef hij aan de uitgever: “Het is bepaald een uitmuntend, heerlijk stuk werk voor mij, want er zijn brokken in Psyche die mij zeer suggereeren om er heerlijk aan te werken.”
De onderhandelingen tussen Veen, Couperus en Toorop verliepen echter nogal moeizaam en chaotisch. Toorop stelde zelf voor om er een geïllustreerde uitgave van te maken waarvoor hij dan 10 tekeningen zou maken, maar dat vond Veen veel te duur. Uiteindelijk werd het dus alleen een bandtekening.
Kortom, het verliep allemaal niet zo soepel en dat had vooral met geld en met ego’s te maken. Maar uit het feit dat Toorop daarna nog meer (band)tekeningen heeft gemaakt voor de boeken van Couperus, blijkt dat zij toen nog niet met elkaar gebrouilleerd waren.
Over de onderhandelingen voor Psyche kun je meer lezen op de site van de KB: http://www.dbnl.org/tekst/coup002psyc02_01/coup002psyc02_01_0028.php
Beste Sander, dat lijkt mij ook waarschijnlijk, ze hebben elkaar in het Haagse circuit van schrijvers en kunstenaars zeker ontmoet. Misschien dat daar iets is misgegaan?
Beste Sander,
Wat zeker een rol gespeeld zal hebben, maar nog niet genoemd is, is dat Toorop een huisvriend was van uitgever Veen.
Han Peek