Dit stuk hadden we al enkele jaren onaf in de portefeuille, maar een nieuwe tentoonstelling in Museum Arnhem is de reden om het eruit te halen en af te maken. Geaarde kunst vertoont een grote selectie foutige oorlogskunst uit de depots. Veel moois zit daar niet bij, maar daar het uiteraard niet om.
Een van de namen die je in dit verband steeds tegenkomt is ene Henry van de Velde. Niet de beroemde Belgische sierkunstenaar en ontwerper maar een tot voor kort volstrekt vergeten kunstenaartje. Zijn Engel der gerechtigheid is, ondanks zijn Leonard Sarluis-achtige neosymbolisme, zo fout als maar kan. En mooi is het ook niet. Nu zijn wij hier juist aangenomen om zo nu en dan een vergeten kunstenaartje op te diepen, dus volstrekt niet toevallig waren we de laatste jaren zo af en toe al met hem bezig. Overigens niet wetende dat-ie zo enorm fout was.
Heel veel konden we niet over hem vinden, naast zijn geboorte- (1896) en sterfjaar (1969). Waaróm waren we naar hem op zoek? Welnu, begin 1928 vond er in de welbekende kunstzalen van Kleykamp in Den Haag een tentoonstelling plaats van het werk van Van de Velde. In Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift wordt deze uitvoerig besproken. We lezen erin dat Van de Velde, ‘die de laatste jaren in Italië werkt’ (…) ‘ blijkbaar geen vriend is van wat men “moderne kunst” noemt’. Geciteerd wordt uit het door Henri van Booven geschreven voorwoord bij de catalogus. Die catalogus bezit ik helaas niet, maar uit een bespreking van de expositie in tijdschrift Nederland lijkt me dat we Van de Velde als een verlaat symbolist kunnen kenschetsen, die, met symbolistisch aandoende titels als Medusa of Ondine, verwantschap toont met een kunstenaar als Antoon van Welie. Dat kunnen best aardige en interessante werken zijn (Het oude lied bijvoorbeeld, hiernaast afgebeeld, is inderdaad aardig maar niet spectaculair), maar we raakten pas echt in hem geïnteresseerd toen we lazen dat een werk getiteld Lilith volgens het tijdschrift Nederland ‘doet denken aan Beardsley en De Nerée’.
Die invloed van Aubrey Beardsley en Carel de Nerée tot Babberich zal Van de Velde hebben ondergaan tussen 1910 en circa 1916, toen hij in Den Haag en elders in het land de diverse De Nerée-exposities zal hebben bezocht. Vermoedelijk heeft hij in 1917 bij d’Audretsch ook de tentoonstelling van zijn vak- en leeftijdsgenoot René Gockinga. Dat durf ik te zeggen, want Van de Velde was net als Gockinga een leerling van H.M. Krabbé. Interessant natuurlijk. Dat het ook nu juist Van Booven is die de inleiding schrijft, is in verband met de Beardsley en De Nerée-link natuurlijk ook opvallend. Kende Van Booven, of, erg speculatief, Couperus misschien ook de jonge, in zowel Italië als de hofstad vertoevende jonge schilder?
Het is trouwens curieus dat juist deze, in zijn vroege jaren mogelijk ‘decadente’ kunstenaar later zo fout werd, maar tegelijkertijd past het ook in een zeker discours. Er zou een heel proefschrift gewijd kunnen worden aan de verbanden tussen de décadence en het fascisme. Denkt u aan het belang van concepten als ‘zuiverhuid’, ‘puurheid’, ‘(re)generatie’, ‘elite’ en ‘uitverkoren’. Tegelijkertijd is het zéér ingewikkelde, precieus cultuurhistorische materie, waar je al veel te snel je vingers brandt aan verkeerde conclusies en schijnverbanden.
Hoe het zij, genoemd werk zouden we graag willen zien. Maar waar? We weten het niet. Natuurlijk hebben we gezocht, maar vooralsnog zonder resultaat. Dus: welke kunsthistorisch onderlegde, vlijtige lezer heeft een afbeeldingen van werk van Van de Velde, bij voorkeur van dat van rond 1915, toen hij werkte in de stijl van Beardsley en De Nerée? Laat het ons weten! Bij voorbaat dank.
Hoi Sander, volgens mij ligt er ook een link tussen symbolisme en fascisme. De meeste symbolisten waren op zoek naar een nieuwe ideale samenleving. Sommigen van hen hebben daarbij de “verkeerde afslag” genomen.
Denk bijvoorbeeld aan Erich Wichman en Cris Agterberg. En het beste voorbeeld is misschien wel Maarten Meuldijk, die zijn carrière begon als links georiënteerde symbolist, maar in de jaren 20/30 in de ban raakte van het fascisme en uiteindelijk zou uitgroeien tot een van de belangrijkste NSB-propagandisten.
Van Jan Toorop is trouwens ook bekend dat hij een zwak had voor Mussolini. Maar Toorop stierf in 1928 en heeft de ellende waar het fascisme toe zou leiden, dus niet meer meegemaakt.
Ik wil binnenkort een keer een bericht schrijven over deze link tussen symbolisme en fascisme. Hier vast een link naar een ontwerp van Maarten Meuldijk (toen hij nog niet “fout” was):
http://anno1900.nl/boekbanden1/boekbanden2/lrimg197re/
Ha Sipke, dank! Is precieuze materie hoor: ben benieuwd! groetjes