Inleidingen op het leven en oeuvre van Sigmund Freud

Inhakend op het bericht dat Erik Schoonhoven op zondag 27 augustus op dit weblog heeft geplaatst met betrekking tot de wetenschappelijke editie van de volledige werken van Sigmund Freud in het Nederlands, welke nog in dit najaar zal verschijnen, zij gewezen op drie boeken, die ? elk vanuit een geheel andere invalshoek ? een uitstekende inleiding vormen op de persoon Sigmund Freud en zijn referentiekader, niet alleen voorzover dat zijn werkzaamheden betreft, maar tevens in de privésfeer.

Sigmund Freud door Ferdinand Schmutzer (1870-1928)Inhakend op het bericht dat Erik Schoonhoven op zondag 27 augustus op dit weblog heeft geplaatst met betrekking tot de wetenschappelijke editie van de volledige werken van Sigmund Freud in het Nederlands, welke nog in dit najaar zal verschijnen, zij gewezen op drie boeken, die ? elk vanuit een geheel andere invalshoek ? een uitstekende inleiding vormen op de persoon Sigmund Freud en zijn referentiekader, niet alleen voorzover dat zijn werkzaamheden betreft, maar tevens in de privésfeer.

Vertalingen
Erik Schoonhoven wees er in zijn reactie op de vraag van een lezer reeds op dat het om nieuwe vertalingen gaat, die de uitgever binnenkort in het circuit zal aanbieden, en dat betekent tevens dat eerdere Nederlandse Freud-vertalers ? Nico van Suchtelen en Adriaan Morriën ? er deze keer niet aan te pas zullen komen.
Direct na de aankondiging van de vorige reeks vertalingen bij uitgeverij Boom, ongeveer een kwart eeuw geleden, werd ik door een uitgever op de schouder getikt met de vraag hoe ik dacht over het feit dat er zo nodig vertalingen van die werken op de markt gebracht zouden worden. “Ieder die in psychoanalyse is geïnteresseerd, kan toch zonder problemen Duits lezen?” Zonder nader op de ontstane discussie van toen te willen ingaan, zij nog gemeld dat de uitgever in kwestie voor een heel groot deel van zijn inkomen afhankelijk was van, u raadt het al, vertalingen.

Portret
De onvolprezen dtv-reeks Portrait wordt nog steeds verder uitgebreid met middellange, rijk geïllustreerde biografieën van kunstenaars, filosofen, schrijvers en andere bijzondere figuren die het leven in, vooral, de laatste eeuwen aardig wat meer kleur en daardoor tevens extra belangswekkends hebben verschaft.
Dat Sigmund Freud daarin niet mag ontbreken, zal voor ieder duidelijk zijn, die beseft welk belang de man heeft gehad voor de ontwikkeling van het denken in de twintigste eeuw. Samen met Karl Marx en Albert Einstein vormt de ‘bedenker’ of ‘uitvinder’ van de psychoanalyse de (ook nog eens Joodse en dus op veel tegenstand kunnende rekenen) trias van onvermijdelijke genieën zonder welke het leven in de afgelopen eeuw er heel anders zou hebben uitgezien, en niet alleen in de wetenschappelijke, alsmede intellectuele en artistieke kringen waarin zij zich hebben bewogen.
Mede gezien onze eerdere aanbevelingen met betrekkingen tot delen uit de Portrait-reeks, zal het niemand verbazen dat we ook deze keer vol overtuiging, en van harte, het overzichtelijke en, door al die illustraties, tot de verbeelding sprekende portret onder uw aandacht willen brengen.

Peter Schneider
De auteur van het Portrait over Freud is in zijn dagelijkse praktijk in Zürich werkzaam als psychoanalyticus. In dezelfde stad werkt hij als docent aan de Universiteit en daarnaast als privaatdocent aan de Universieit van Bremen. Toch vindt hij nog tijd voor het schrijven van columns voor diverse weekbladen. Een keur van die bijdragen in deOmslag van Peter Schneiders Freud-biografie in de reeks dtv-Portrait Tagesanzeiger is dit jaar verschenen met als zeer intrigerende titel Soll man nackte Menschen grüssen. Die titel geeft al aan dat de man absoluut niet is gespeend van humor (een soms zeer doorslaggevend brood-met-beleg element in de contact-praktijk van bijna elke psychoanalyticus), en die gedachte wordt versterkt door het besef dat Peter Schneider tevens auteur van een dagelijkse, satirische radio-column is. En alsof al die bezigheden nog niet genoeg zijn, publiceert deze geleerde ook nog flink wat, soms samen met anderen, maar veel in zijn eentje, zoals het evenzeer van een prikkelende titel voorziene boek Darf man am Sabbat psychoanalysieren?, tien jaar geleden in Tübingen uitgegeven. Vijf jaar daarna, in 2001 dus, verscheen Erhinken und Erfliegen. Psychoanalytische Zweifel an der Vernunft. Alle titels van de in de biografische schets voorin het Freud-boek opgesomde werken van Peter Schneider hebben wel consequent betrekking op zijn vakgebied. In 2003 publiceerde hij Freud, der Wunsch, der Mord, die Wissenschaft und die Psychoanalyse.
Al het bovenstaande in rust overziende, kun je slechts het vermoeden uitspreken dat die Peter Schneider de beschikking heeft over etmalen van ten minste 36 uur, en bedenkend welke leuke dingen de man in die uren allemaal doet, ben je geneigd te overwegen of het niet de hoogste tijd is voor een politieke partij, die zich officieel ten doel stelt zulke etmalen te realiseren. Is het eenmaal zover, dan fluister ik de leiders daarvan, vooropgesteld dat ze fatsoenlijk zijn….(???) misschien nog wel iets in over de indeling van weken, maanden en het hele jaar.

Wetenschappelijke inleiding
Hans-Martin Lohmann heeft voor zijn, eveneens korte en overzichtelijke boekje, een heel ander uitgangspunt: een zevental werken van Sigmund Freud. Deze worden alle in tamelijk korte en heldere artikelen nauwkeurig onder de loep genomen, te beginnen bij de grote eersteling, Die Traumdeutung (met het jaartal 1900, maar reeds verschenen eind 1899). Daarin blijkt welk belang Freud hecht aan al datgene wat zich uit het dagelijkse bewustzijn heeft verdrongen maar via beelden, versleuteld of niet, tijdens een periode van uiterste rust, terugkeert. Dan komt het zielsleven naar boven dat achter de façade van het ‘officiële bewustzijn’ schuilgaat. Immers, voordat Freud zich met deze thematiek ging bezighouden, waren er al vele eeuwen schrijvers, filosofen en andere gevoelige wezens met belangstelling voor, en eventueel inzicht in, het droomleven van de mens geweest, die tot de conclusie waren gekomen dat het droomleven een normaal onderdeel van het menselijk bestaan vormt, zij het in een andere laag.
Nog altijd wordt door menigeen gedacht dat schrijvers van psychologische romans alle wezenlijke details van Freud en zijn collega’s hebben ‘geleerd’, en dat mag deels onomstreden zijn, maar we mogen uiteraard niet voorbijgaan aan een ander onaantastbaar feit: het is juist Freud geweest die zoveel van de betere schrijvers heeft geleerd ? van Sofokles (Oidipous!) en Shakespeare, Goethe en Lichtenberg, van Schopenhauer en eveneens van de twee grote, Duitse antagonisten uit de negentiende eeuw: Ludwig Börne en Heinrich Heine.
Omslag van Hans-Martin Lohmanns 'Einführung' op Sigmund Freud in de Junius-reeks Ook Hans-Martin Lohmann is een meester in het verzinnen van pakkende titels: de zeven hoofdstukken hebben er allemaal een die tot verder lezen uitnodigt. Der Königsweg zum Unbewussten (over Die Traumdeutung), Das Ende der Unschuld (over de Drei Abhandlungen zur Sexualtheorie), Der Preis der Wahrhaftigkeit (over het opstel Zeitgemäßes über Krieg und Tod, waarin we de in deze kolommen al dikwijls genoemde affectieve preoccupatie tegenkomen), dan Das Rätsel des Lebens (over Jenseits des Lustprinzips), en Adolf Hitler komt ook aan bod doordat hij ‘voor de deur’ stond, in de titel Der Führer ante portas, welke betrekking heeft op Freuds Massenpsychologie und Ich-Analyse.
Niet iedereen zal even gelukkig zijn met de titel Der Triumph der Priester. Hoewel deze slaat op Freuds geschrift Die Frage der Laienanalyse, zal menigeen toch denken aan inmiddels vele, zeer afgrijselijke godslieden, die zich veelvuldig tegenover kinderen weerzinwekkend gedragen en zich daarin door de opperherder in Rome gesteund weten. Een BBC-documentaire van jongstleden zondag liet weer eens zien hoe abject-manipulatief en maffia-imiterend zich zo’n wereldomspannend syndicaat dan gedraagt. Kortom, Freud zou er een dik boek over (hebben) kunnen schrijven, evenals de onovertroffen dogmacriticus Eugen Drewermann.
Tot besluit komt Freuds, door Thomas Mann zelfs ingeleide, boek Das Unbehagen in der Kultur aan de orde. Dat hoofdstuk heet Der Kampf der Giganten. Al die teksten van Hans-Martin Lohmnn zijn inleidend-wetenschappelijk, en dat is niet iets om voor weg te lopen.

Lees ook:  Natuurliefde als katharsis — Mahlers Eerste Symfonie als zelfanalyse

Freuds oorspronkelijke teksten
“Seit Jahren wird der Buchmarkt mit intim-biographischer Literatur über die Person Sigmund Freud überschwemmt. Was der Begründer der psychoanalyse gedacht und geschrieben hat, das heißt was ihn eigentlich erinnerungswürdig macht, droht dagegen mehr und mehr in Vergessenheit zu geraten.” Deze regels vormen het begin van de flaptekst van het boek van Ilse Grubrich-Simitis, waarin zij een hartstochtelijk pleidooi houdt voor de terugkeer naar Freuds oorspronkelijke teksten, dat wil zeggen: heel direct naar al datgene wat in de Urgestalt van zijn manuscripten ? en wel in de letterlijke betekenis van dat woord ? staat.
Tot verbijstering van zo menig psychoanalytica en mannelijke collega’s is er voor het gehele scala aan bewaard gebleven handschriften van Freud gedurende tal van decennia niet of nauwelijks belangstelling getoond. Enkele van die zwijgende documenten brengt de schrijfster van het fascinerende boek Zurück zu Freuds Texten tot ‘spreken’ en daarmee tot (nieuw) leven, wat tot een verhelderende visie tot in het kleinste detail moet leiden, en waarmee Sigmund Freud in al zijn hedendaagsheid moet worden bezien op het gebied van zowel zijn werk als wetenschapper èn voorzover dat zijn schrijverschap betreft. Ook al zouden er alleen maarIlse Grubrich-Simitis, Freud-deskundige bij uitstek letterkundigen zijn die hieruit de gevolgtrekking maken dat Freud een groot stilist was (en dus ook nu nog is), dan is er veel gewonnen en staat de deur zeer wijd open voor een herwaardering van een der grootste genieën uit de laatste eeuwen.

Ilse Grubrich-Simitis
De nieuwe aanpak die Freuds oorspronkelijke teksten, voorzover dat ook maar mogelijk is, hebben ondergaan, is thans voornamelijk te danken aan Ilse Grubrich Simitis, die daarin bijdragen van onschatbare waarde heeft geleverd voor zowel de Freud-Forschung alsook met betrekking tot de Freud-Edition, zoals die door de uitgever S. Fischer in Frankfurt am Main wordt gerealiseerd. In diezelfde stad is Ilse Grubrich-Simitis tevens werkzaam als psychoanalytica. Haar uitzonderlijke inbreng heeft niet alleen internationaal de aandacht getrokken en veel waardering geoogst, haar teksten zijn inmiddels ook in zeer veel talen vertaald.
In het onderhavige boek heeft mevrouw Grubrich-Simitis de geschiedenis van de diverse uitgaven in drie onderdelen gecatalogiseerd: die in de Weense periode, vanaf het begin van Freuds schrijverschap tot zijn verbanning in 1938 door het bruine moordtuig, dat ook in Wenen als giftige tengels aan de lange arm van Dwaze Dolfje fungeerde; de uitgave die vanaf 1938 in Londen werd gerealiseerd; en als derde de Frankfurter Editie vanaf 1960.
Het tweede hoofdstuk van haar boek, zo’n 200 bladzijden lang, houdt zich bezig met wat de auteur de Landschaft der Handschriften noemt, en daarin heeft ze aandacht voor alle aspecten die in de uitgave-geschiedenis en dito toekomst van belang (kunnen) zijn: het lot dat de handschriften beschoren was, de diverse notities, ontwerpen, laatste versies, varianten, eerste versies, posthuum uitgegeven en onuitgegeven werk.
In het laatste onderdeel van Ilse Grubrich-Simitis’ boek ontwerpt ze een schets voor de (toen nog ? het boek is inmiddels meer dan een decennium geleden nieuw verschenen) komende kritische editie. Haar streven wordt in een tekst vooraf nadrukkelijk ondersteundOmslag van Ilse Grubrich-Simitis’ boek over de oorspronkelijke Freud-tekste met zo’n 20 regels van de filosoof Jean Starobinski uit Le texte et l’interprète van 1974: “Die oberste Sorge muß es also sein, dem Text seine starkste Präsenz und größtmögliche Unabhängigkeit zu sichern: seine Eigenexistenz möge sich konsolidieren auf daß er sich uns mit allen Merkmalen der Autonomie darbiete.”
Wie zou daar nog iets aan kunnen toevoegen?

*****
Peter Schneider: Sigmund Freud. 160 pag. met 83 afbeeldingen z/w en kleuren, paperback, in de (biografieën-)reeks dtv-potrait. Deutscher Taschenbuch Verlag, München, juni 2006 (derde druk), ISBN 3-423-31021-9. Prijs € 10,?.
Hans-Martin Lohmann: Sigmund Freud zur Einführung. 128 pag., paperback., in de reeks Zur Einführung. Junius Verlag, Hamburg, 2002 (vijfde druk), ISBN 3-88506-362-X. Prijs € 11,50.
Ilse Grubrich-Simitis: Zurück zu Freuds Texten ? Stumme Dokumente sprechen machen. 400 pag. met ill., gebonden in dubbeldraads linnen. S. Fischer Verlag, Frankfurt am Main, 1993, ISBN 3-10-028606-5. Prijs € 12,40. (De genoemde prijzen gelden alleen in Duitsland en bij Boekhandel Die Weisse Rose in Amsterdam.)

__________________________
Afbeeldingen
1. Sigmund Freud door Ferdinand Schmutzer (1870-1928).
2. Omslag van Peter Schneiders Freud-biografie in de reeks dtv-Portrait.
3. Omslag van Hans-Martin Lohmanns Einführung op Sigmund Freud in de Junius-reeks.
4. Ilse Grubrich-Simitis, Freud-deskundige bij uitstek.
5. Omslag van Ilse Grubrich-Simitis’ boek over de oorspronkelijke Freud-teksten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *