Van 17 februari tot en met 3 juni 2007 is in het Gemeentemuseum in Den Haag een expositie te zien, getiteld Plein Air, een ode aan twee kunstenaarsgroepen die schilderden in de negentiende eeuw: de School van Barbizon en de Haagse School. De makers van de tentoonstelling willen vooral aantonen dat de School van Barbizon een belangrijke inspiratiebron is geweest voor de ‘Hagenaars’, wat zich vooral uit in de keuze voor de landschapschildering en het kleurgebruik.
De School van Barbizon, genoemd naar het gelijknamige dorp vlakbij Fontainebleau, werd rond 1830 de bakermat van een groep Franse schilders die zich afzetten tegen de ideeën van de Académie der Schone Kunsten, die vooral schilderijen in neo-classistische stijl prefereerde. Wanneer een kunstenaar het waagde een ander genre te beoefenen, werd zijn stuk niet geëxposeerd en dus ook niet verkocht. De nieuwe avant-garde gooide het, min of meer gedwongen en uit protest, over een geheel andere boeg en trok de natuur in om het prachtige Franse landschap vast te leggen. Voor Barbizon had niemand ooit ‘en plein air’ gewerkt: elk doek werd in het atelier gemaakt. De uitvinding van de tube met verf zorgde er voor dat men voortaan buiten kon schilderen.
Wie behoorden er tot de School van Barbizon? Die vraag is niet zo eenvoudig te beantwoorden, want van een school met gelijkgestemde schilders die eensgezind samen naar buiten traden, was eigenlijk geen sprake. Ook verbleven ze niet allemaal in Barbizon. Kunsthistorici zijn tot de conclusie gekomen dat men ongeveer zestig schilders tot deze richting kan rekenen, van wie de bekendsten Théodore Rousseau (1812-1867), Jean-Francois Millet (1814-1875) en Camille Corot (1796-1875) zijn.
De Haagse School ontstond een tiental jaren na de opkomst van Barbizon en bestond uit een groep kunstenaars die zich voordien in de Pulchri Studio verenigden. Ook deze schilders wilden de natuur zo realistisch mogelijk weergeven. Weissenbruch, Maris, Mauve en Mesdag gaven, evenals de School van Barbizon, er de voorkeur aan om buiten te schilderen, als het moest zelfs in weer en wind.
Er moet voor de leden van de Haagse School zeker inspiratie zijn uitgegaan van de Franse voorgangers. De Nederlandse schilders Willem Roelofs en Jozef Iraëls kenden het werk van Barbizon bijzonder goed, want zij waren regelmatig in Frankrijk te gast geweest. De schilder Mesdag bewonderde de kustlandschappen van Daubigny dermate, dat hij enkele werken van de Fransman aankocht.
Op de expositie zijn behalve schilderijen van de Barbizon-groep en de Haagse School ook litho’s en etsen van de School van Barbizon te zien. Daarnaast wordt er een collectie foto’s van wijlen Paul Huf getoond. Hij bezocht en fotografeerde in 1986 de locaties waar de schilders van Barbizon werkten.
Wie heeft dit schilderij geschilderd