In de tentoonstelling ‘Modepaleizen 1880-1960’, vanaf 26 april tot en met 26 augustus in het Amsterdam Historisch Museum, staat de opkomst van de eerste chique modehuizen in onze hoofdstad centraal.
In het laatste kwart van de negentiende eeuw laat de Europese elite haar kleding veelal in Parijs maken. Daar worden kleren ontworpen die vervolgens overal in Europa worden nagemaakt. Door de economische groei ontstaan rond 1900 de eerste grote modehuizen in Amsterdam. Deze verkopen behalve maatwerk ook luxe confectie. De introductie van elektriciteit maakt grote verlichte etalages en het gebruik van roltrappen in de winkels mogelijk.
In 1892 openen de gebroeders Gerzon de dameszaak Gerzon in de Kalverstraat, de eerste elektrisch verlichte straat van Nederland. Er verrijzen imposante gebouwen als het warenhuis de Bijenkorf op de Dam (1914), Maison de Bonneterie in de Kalverstraat (1907) en het ‘witte paleis’ Hirsch & Cie aan het Leidseplein (1912), waar ook het koningshuis clientèle is.
‘Modepaleizen 1880-1960’ toont de opkomst en sfeer van het winkelen, de verleiding van de betoverende etalages en natuurlijk de ontwikkeling van mode in deze periode. Ook aan het interieur, de architectuur en de context van deze modehuizen binnen de stadsontwikkeling van Amsterdam wordt aandacht besteed.