In januari 1897 had het roemruchte tijdschrift Simplicissimus een novelle van de nog volkomen onbekende schrijver Thomas Mann gepubliceerd, en uitgever Samuel Fischer besloot niet alleen wat meer novellen van die jonge auteur te vergaren voor een boekje, maar hem tevens op te dragen een groter prozawerk te schrijven, aanvankelijk samen met zijn broer Heinrich [1]. Thomas reisde daarop naar Italië, waar hij in Palestrina het vele voorbereidende werk heeft gedaan. In de herfst keerde hij naar Rome terug en verbleef daar in de Via Torre Argentina.
“Meine Vaterstadt hatte nicht viel Realität für mich, man kann es mir glauben . . . drei Jahre schrieb ich an dem Buche, mit Müh’ und Treue.” Het allereerste blad van de oerversie van het Buddenbrooks– manuscript draagt het opschrift Rom — Ende Oktober.
“Was ist das. –Was – ist das . . .”
“Je, den Düvel ook, c’est la question, ma très chère demoiselle.”
Thomas Mann kon toen zeker niet vermoeden dat deze ‘familiesage’ hem zo’n drie decennia later, in 1929, de Nobelprijs voor Literatuur zou opleveren.
*****
Zie daartoe tevens ons artikel Thomas Manns Buddenbrooks-verfilming uit 1959 op Arte in deze krant opgenomen op zondag 17 december 2006. Verder kunt u nog meer informatie vinden in onze bijdrage van zondag 7 januari 2007 over een nachtvoorstelling van deze film.