Saaiheid bevorderende beeldenneurose
In deze kolom en elders, zowel in eigen land alsook zuidelijk, oostelijk en westelijk daarvan heb ik meer dan eens gewaarschuwd tegen de cultus, die is ontstaan als gevolg van een niet tijdig als zodanig gediagnostiseerd ronde getallen-fetisjisme. Daarbij gaat het niet zelden meer om het feit van de herdenking met allerhande, althans volgens insiders daarbij behorende, festiviteiten en rituelen. Sedert ik echter besef dat mijn wil tevens wet is, doe ik niet mee aan al dergelijke flauwe kool en kippenkuren en laat ik elke viering van welke aard en elke glunderend uitgesproken, doch intrinsieke waarde missende, toast als een heidense beker aan mij voorbijgaan met de gedachte wat niet raakt, dat niet deert. Vieringen en alles wat daarbij hoort, zijn nu eenmaal — evenals zo heel veel anders — aan mij niet besteed; het Hemelsche Gerecht van de Aemstellandse Gijsbrecht zij dank.
Gigantische Stap op Blauwe Planeet
U begrijpt vast al wel waar ik met deze inleidende woorden naar toe wil: het is deze week vier decennia geleden dat er een eerste gigantische mensheids-stap op de Maan zou zijn gezet, en dat wordt tot in den extremen treure — door welhaast nog meer dan alle thans reeds bestaande zendgemachtigden bijeen — herdacht met slechts een enkele zinvol (b)lijkende documentaire en non-conformistische terugblikken, doch niet zelden eveneens in heel wat bijdragen waarvan de gekwadrateerde nutteloosheid al geruime tijd vaststond. En dat dan eveneens de 1247 erkende zendgemachtigden veertigduizend driehonderd en elf keer hetzelfde filmpje uitzenden — waardoor nu juist steeds meer mensen blijken te zijn gaan twijfelen aan de echtheid van de First step on the moon, maakt het in harmonie verder leven met een beeldbuisapparaat er bepaald niet gemakkelijker op. Tenzij men een ferme jongen, stoere knaap of doodsverachtende scribent is, en maatregelen treft die ertoe zullen leiden dat bij herhaling van zulke hoeveelheden overbodigs maanbelasting zal worden geheven, welke er dan in zal slagen de eventueel nog heersende financieel-economische crisis met een redelijke oerknal te beëindigen.
Het mag dan ook geen wonder heten dat er hier en daar verstandige lieden zijn opgestaan welke een veilig heenkomen hebben gezocht in de replica van een laatmiddeleeuws pannenkoekenhuisje zonder beeldbuis, waar men — al die tijd dat de treurnis-en-gifbeelden-producenten het ondermaanse teisteren — slankheidspoffertjes zal consumeren, dan wel in een eigentijdse, meditatieve retraite zich gaat beraden op de stappen welke de komende vier decennia hij/zij/het het beste op deze benedenzonse planeet zelve zou kunnen doen.
Toch ook reeds Rond 1900
Er zou dan ook in principe in het geheel geen reden zijn om in het kader van deze eigenste kolom eveneens stil te staan bij het feit dat al die omroepen, en daarna ook nog zoveel naäpende volgelingen — Luna, wat een ‘understatement’ — zich te buiten-aards gaan met betrekking tot de maan. En bij het gegeven dat een geestelijk gezond mens juist in deze periode niet meer maanachtigs zal blijken te kunnen verwerken. Het mag u waarlijk niet verbazen als, binnenkort, in de herfst zal blijken dat meer tweebenige aardbewoners dienen te worden behandeld voor velerlei typen van door maanziekte veroorzaakt hersenbotulisme, dan voor één en/of andere van pampa’s en andere onherbergzame gebieden op deze globe afkomstige influenza-achtige symptomen.
Toch is die reden er wel en zelfs in verband met een Reis naar de Maan, helemaal uit 1902. Ja ja, hebben wij u daar even gefopt. . . . .
De Reis naar de Maan in Dertien Minuten
Arte-televisie, de Frans-Duitse culturele beeldenzender, houdt zich evenmin verre van tal van die maanactiviteiten van ooit en thans, alsmede van die welke voor de toekomst worden gepland, waarbij over een jaar of tien de maan eveneens — dan wel nog slechts — zal functioneren als tussenstation naar de zich nog verderaf bevindende planeet Mars.
Gelukkig wijkt men met dat laatste af van het gros van de programmering van vrijwel alle collega-zendgemachtigden. Een tweede, en in ons kader van Rond 1900 absoluut interessante, bijdrage op deze zender zal worden gepresenteerd op maandag 20 juli, ’s avonds tussen 23:55 uur en de nacht op dinsdag 21 juli, 00:10 uur. Het betreft hier een korte — dertien minuten durende — zwijgende, Franse film uit 1902, Le voyage dans la lune, van Georges Méliès (1861-1938), een Franse filmpionier, die anno dazumal heeft beweerd dat hij bij de allereerste filmvertoning van de gebroeders Lumière in 1895 aanwezig was geweest.
Historisch Moment
De film werd in mei 1902 opgenomen en drie maanden daarna kon deze rolprent in roulatie gaan. Hoewel het geheel nog geen kwartier in beslag neemt, is er toch sprake van een mijlpaal in de geschiedenis van de filmkunst. En vijf jaar tevoren had deze man reeds een ander historisch mo(nu)ment gerealiseerd door de bouw van de eerste filmstudio, en ook op detailgebieden van het filmvak heeft Méliès één en ander geëntameerd. Zo heeft hij al voor de toenmalige eeuwwisseling geëxperimenteerd met kleuren.
Le voyage dans la lune is Méliès’ beroemdste rolprent, waarin hij een groep leden van een Astronomisch Genootschap een maanreis laat ondernemen, door middel van een raket welke exact in het Oog van de Maan terechtkomt. Hoewel men in de loop der eeuwen steeds van alles en nog wat heeft gedacht, gevreesd en ook verwacht over het Mannetje van de Maan met zijn lunair-interstellaire kongsi, stuiten de leden van de maanexpeditie inderdaad op wezens van een geheel ander kaliber dan men zelfs in de minder deftige kringen op de aardkloot aantreft.
Deels agressieve wezens
Het blijkt te gaan om een gepantserd soort groene wezentjes op de blauwe planeet. Daar kunnen de nieuw aangekomenen niet alleen meemaken hoe de Aarde Opgaat, maar moeten zij vaststellen dat die wezens niet op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen in de aardse hoofdsteden der cultuur van het fin de siècle, inclusief de can can van Moulin Rouge, al wordt zulks niet met zoveel woorden kond gedaan.
De leden van het Astronomisch Genootschap worden gevangen genomen, maar weten te ontkomen, slagen erin hun ruimtecapsule aan de rand van de maan te bereiken en terug te keren richting aarde. Doch zo gemakkelijk kwamen ze er ruim een eeuw geleden ook al niet af. De capsule komt in een oceaan terecht, maar wordt opgevist. Nog een geluk dat er toen geen Nederlandse, respectievelijk (Pan-) Europese minister bestond die bepaalde vangquota had vastgesteld, anders hadden ze er nu nog steeds rondgedobberd.
Eind goed, al goed
Al die ver bereisde leden van het Astronmisch Genootschap onder leiding van Professor Barbenfouillis worden van de verdrinkingsdood-op-termijn gered en, om te drogen en tevens vanwege eerbetoon, in het zonnetje gezet, omjubeld en met roem en eer, geld, goed en ridderorden overladen, zoals dat reeds toen gebruik was na heroïsche daden. ’t Is dat zij Fransen waren, anders was de Militaire Willemsorde voor uitzonderlijke verdiensten hun deel geworden en op het Pays Bas-vliegveld Deelen uitgereikt.
Georges Méliès, die een groot bewonderaar was van zowel de toekomstvisionaire Franse auteur Jules Verne (1828-1905), alsook van de Engelsman Herbert George Wells (1866-1946), heeft nadrukkelijk kennis genomen van Verne’s De la terre à la lune (1865; NL-vertaling 1985), en tevens van Wells’ The First Men in the Moon (1901) en die kennis gebruikt voor zijn korte maar hevige film.
Vier uitzendingen binnen drie weken
Voor wie genoegen beleeft aan deze bijdrage van Arte France in een gerestaureerde versie van deze rolprent met de stem van een verteller en passende muziek, en die daar geen droge ogen bij kan houden, wordt door diezelfde zender nog maar liefst driemaal in staat gesteld tot herbeleving van dit intergalactische liefdesavontuur met betrekking tot het enorm spannende retourtje via omwegen in de ruimte. Met andere woorden: Arte geeft u de ruimte te kiezen, te delen of steeds opnieuw te kijken. Binnen een redelijke termijn — drie weken — volgen de drie herhalingen: op zondag 26 juli, des namiddags om 15:45 uur, vervolgens op zondag 2 augustus om 09:50 uur in de ochtend en ten slotte op vrijdag 7 augustus, nog net voor de noen: vanaf 11:45 uur.
Het gaat bij deze uitzendingen om een gerestaureerde versie van de film uit 1902. Al wordt het niet met zoveel woorden vermeld, maar het teken voor High Definition en dat voor het beeldformaat 16:9 glunderen ons op de site van Arte toe.
____________
Afbeeldingen
1. De Blauwe Planeet: maanoppervlak. Het oog waarin de expeditieraket van professor Barbenfouillis terechtkwam, is hierop goed zichtbaar.
2. Scène uit de zwijgende film Le voyage à la lune uit 1902, geregisseerd door filmpionier Marie Georges Jean Méliès.
3. Jules Verne, gefotografeerd door Nadar, circa 1890.
4. Herbert George Wells, de Engelse auteur van ’toekomstverhalen’. Tekening, afgebeeld tegenover de titelpagina van de Collins-editie uit 1959.