In de schaduw van Debussy
Hij werd in 1878 geboren in de Franse havenstad Le Havre, die na zijn muziekstudies vooral als dirigent werkzaam was, onder meer in de Verenigde Staten aan de Opera van Boston. Hoewel hij zelf een zeer oorspronkelijk componist was, kwam hij toch in de schaduw te staan van Claude Debussy met wie hij bevriend was en bleef en wiens opera Pelléas et Mélisande (1918) hij dirigeerde, en die hij ondersteunde met orkestraties van andere werken. Pas in zijn allerlaatste levensjaren — hij overleed in 1925 aan pleuritis als gevolg van een gasvergiftiging, die hij in de eerste wereldoorlog had opgelopen — maakte hij zich los van de grootmeester der Franse muziek en ontwikkelde hij alsnog een geheel eigen idioom dat met nadruk wordt gekenmerkt door de toepassing van nieuwere compositietechnieken.
Grote kwaliteiten
Hij componeerde twee stukken, die zijn gebaseerd op verhalen van Edgar Allen Poe, zoals Het masker van de rode dood in 1923, voor harp en strijkkwartet. In zijn Septet, geschreven in 1909, combineert hij drie vrouwenstemmen met een strijkkwartet. Het dagelijks brood uit 1920 is een vocaal stuk voor 15 stemmen.
Wie de moeite neemt om naar de op Radio 4 gepresenteerde composities zal vaststellen dat de man ten onrechte, ook nu nog, in de schaduw van Debussy staat.
De komende week, van maandagavond 4 februari tot en met vrijdagavond 8 februari, wordt een relatieve ‘dwarsdoorsnede’ van Caplets werk gepresenteerd op Radio 4, in het kader van het Vara-programma Componist van de week. De uitzendtijd is elke avond dezelfde: tussen half acht en acht uur. Meer over de inhoud van de vijf verschillende programma’s zijn te vinden op de website van Radio 4.
______________
Foto: André Caplet.