8 november 2015 – Op maandag 14 december 2015 kunt u een lezing bijwonen van de heer Jos Meersmans – een bekend musicoloog – over het leven en werk van Gabriël Fauré, met getuigenissen van (onder andere) vriend en pianist Robert Lortat over het artiestenleven in fin de siècle van Parijs. Daarnaast bespreekt men tijdens de … Lees verder “Requiem voor Fauré in Brussel”
Auteur: Willem Vaes
‘Hoe spijtig! Het moest een grandioos stadsepos worden…’ Over De Lemen Torens van Herman Teirlinck en Karel van de Woestijne (1)
‘Het is een land van grijsaards na de zomer,’ schreef de hooggeachte Maurice Gilliams al. En inderdaad, de zomer ligt achter ons en de dagen korten. Doe het hek naar de zomertuin op slot en ontsluit de deuren van uw studeerkamer, want tijdens de lengende avonden kan u inlopen op meesterwerken die u zich voornam nog te lezen vóór het jaareinde. Ik mag alvast een titel van mijn lijstje strepen, en in de volgende twee artikels wil ik graag dit bijzondere boek aan u voorstellen. […]
‘Het is een land van grijsaards na de zomer,’ schreef de hooggeachte Maurice Gilliams al. En inderdaad, de zomer ligt achter ons en de dagen korten. Doe het hek naar de zomertuin op slot en ontsluit de deuren van uw studeerkamer, want tijdens de lengende avonden kan u inlopen op meesterwerken die u zich voornam nog te lezen vóór het jaareinde. Ik mag alvast een titel van mijn lijstje strepen, en in de volgende twee artikels wil ik graag dit bijzondere boek aan u voorstellen. […]
Over een neo-decadentistische cyclus van Nic van Bruggen: ‘De Combourg Sonnetten’ (1974) – deel 2
Het vorige artikel bood een brede schets van het neo-decadentisme als literatuuropvatting en levenshouding, alsook een beeld van de literair-historische context. In het volgende artikel ga ik over tot een bespreking van Van Bruggens cyclus ‘De Combourg Sonnetten’ uit 1974. […]
Het vorige artikel bood een brede schets van het neo-decadentisme als literatuuropvatting en levenshouding, alsook een beeld van de literair-historische context. In het volgende artikel ga ik over tot een bespreking van Van Bruggens cyclus ‘De Combourg Sonnetten’ uit 1974. […]
Over een neo-decadentistische cyclus van Nic van Bruggen: ‘De Combourg Sonnetten’ (1974) – deel 1
Verandering van spijs doet eten. Tussen de artikeltjes over André de Ridder door presenteer ik u, lezers van deze fijne webpagina, het eerste van twee artikels over een gedichtencyclus van Nikolaas Jan Karel van Bruggen (1938-1991), beter bekend als Nic van Bruggen. ‘Wat? Een post-experimenteel op rond1900!?’ roept u nu natuurlijk. U kan zich mijn verbazing dan ook voorstellen toen ik tijdens het herlezen van deze zogenaamde pink poet (afgekort als pp, dus: Nic van Bruggen pp) een cyclus ontdekte die een grote gelijkenis vertoont met de precieuze poëzie uit de laat-negentiende, vroeg-twintigste eeuw. In plaats van de ‘woordpap’ die deze experimentele generatie doorgaans serveert, om eventjes listig Paul de Vree te citeren. […]
Verandering van spijs doet eten. Tussen de artikeltjes over André de Ridder door presenteer ik u, lezers van deze fijne webpagina, het eerste van twee artikels over een gedichtencyclus van Nikolaas Jan Karel van Bruggen (1938-1991), beter bekend als Nic van Bruggen. ‘Wat? Een post-experimenteel op rond1900!?’ roept u nu natuurlijk. U kan zich mijn verbazing dan ook voorstellen toen ik tijdens het herlezen van deze zogenaamde pink poet (afgekort als pp, dus: Nic van Bruggen pp) een cyclus ontdekte die een grote gelijkenis vertoont met de precieuze poëzie uit de laat-negentiende, vroeg-twintigste eeuw. In plaats van de ‘woordpap’ die deze experimentele generatie doorgaans serveert, om eventjes listig Paul de Vree te citeren. […]
André de Ridder en de Groote Oorlog
In het kader van de rol van kunstenaars tijdens de Eerste Wereldoorlog houdt het Letterenhuis te Antwerpen op 7 december een lezing over André de Ridder. Manu van der Aa, die momenteel aan een biografie van Paul-Gustave van Hecke werkt, beschrijft De Ridders jaren in Nederland, na de val van Antwerpen in 1914. Deze jaren … Lees verder “André de Ridder en de Groote Oorlog”
‘Een bezondere vorm van moderne levensaanvoeling’ – André de Ridders Gesprekken met den Wijzen Jongeling (1910)
Voor ik aan de bespreking van De Ridders Gesprekken met den Wijzen Jongeling begin, wil ik eerst de bijzonderheden van mijn exemplaar bespreken. Het voorblad draagt een opdracht die luidt ‘Aan den maker van een Dwazen Jongeling, de maker van dezen Wijzen. Aan Jef Buyse, André de Ridder’. Van de Belgische auteur Jef Buyse (1886-1941) … Lees verder “‘Een bezondere vorm van moderne levensaanvoeling’ – André de Ridders Gesprekken met den Wijzen Jongeling (1910)”
André de Ridder – een wijzen jongeling
Heerlijk epigonaal zijn de drie vroege romans van André de Ridder (1888-1961), Belgisch kunstcriticus, auteur en redactielid van onder andere het kosmopolitische tijdschrift De Boomgaard, ‘Algemeen geïllustreerd Maandschrift voor Literatuur en Kunst’, dat slechts twee jaargangen kende tussen 1909 en 1911. Dit tijdschrift, gericht op Europa, het symbolisme en aanverwante stromingen als het dandyisme, estheticisme en decadentisme, is tegenwoordig zeldzaam en prijzig, maar de echte verzamelaar laat zich door deze futiliteiten natuurlijk niet afschrikken. Hoewel invloedrijk, heeft de Boomgaardgeneratie (waartoe ook Paul Kenis, Gust van Hecke en Hugo van Walden behoorden) weinig echt scheppend proza nagelaten, maar in de zeldzame werken die men toch van hen vindt wordt de psychologie van de toen contemporaine stedeling – lees fin-de-siècle-decadent – tegen de achtergrond van de moderne (groot)stad geanalyseerd.
Heerlijk epigonaal zijn de drie vroege romans van André de Ridder (1888-1961), Belgisch kunstcriticus, auteur en redactielid van onder andere het kosmopolitische tijdschrift De Boomgaard, ‘Algemeen geïllustreerd Maandschrift voor Literatuur en Kunst’, dat slechts twee jaargangen kende tussen 1909 en 1911. Dit tijdschrift, gericht op Europa, het symbolisme en aanverwante stromingen als het dandyisme, estheticisme en decadentisme, is tegenwoordig zeldzaam en prijzig, maar de echte verzamelaar laat zich door deze futiliteiten natuurlijk niet afschrikken. Hoewel invloedrijk, heeft de Boomgaardgeneratie (waartoe ook Paul Kenis, Gust van Hecke en Hugo van Walden behoorden) weinig echt scheppend proza nagelaten, maar in de zeldzame werken die men toch van hen vindt wordt de psychologie van de toen contemporaine stedeling – lees fin-de-siècle-decadent – tegen de achtergrond van de moderne (groot)stad geanalyseerd.