‘If I were a carpenter, and you were a lady,’ zong Tim Hardin (1941-1980), ‘Would you marry me anyway – would you have my baby?’ De woorden zouden niet misstaan als motto van Victoria, Knut Hamsuns liefdesgeschiedenis over een molenaarszoon en de dochter van een kasteelheer. Victoria is in 2011 heruitgegeven in een nieuwe Nederlandse vertaling.
In ingetogen, bijna onderkoelde bewoordingen vertelt Hamsun het verhaal van Johannes, die als eenvoudige plattelandsjongen verliefd wordt op Victoria. Later gaat hij naar de stad om te studeren, waar hij als dichter naam maakt om zijn jeugdliefde te imponeren. Het mag niet baten: Victoria wordt uitgehuwelijkt aan de ruwe maar rijke Otto, en Johannes vertrekt gegriefd naar het buitenland. Wanneer hij jaren later terugkeert, brengt Hamsun de liefdesgeschiedenis tot een tragisch slot.
Op het oppervlak lijkt Victoria een romantisch sprookje over de liefde, en zo kan Hamsuns roman inderdaad gelezen worden. Maar wie iets dieper duikt, voelt voortdurend de grillige onderstroom die het verhaal dreigt mee te voeren naar duisterder wateren. Victoria gaat ook over het onvermogen van Johannes en Victoria om hun werkelijke gevoelens te uiten. Door omstandigheden, maar ook door de beperkingen van de taal en hun eigen irrationele angsten en schaamte, blijft hun werkelijke liefde tot het laatst verborgen: zij wordt een bron van wederzijdse frustratie, jaloezie, en bitterheid. Pas in de gepijnigde liefdesbrief die Victoria op haar sterfbed schrijft — en die de roman besluit — komen haar werkelijke gevoelens boven water.
Hamsun zette zich in het fin de siècle sterk af tegen het sociale realisme dat de romankunst lang in haar greep had, en waarin hij een overdreven didactische en oppervlakkige opvatting van de werkelijkheid zag. In plaats daarvan trachtte hij af te dalen tot de irrationele gronden van de psyche, en met poëtische en impressionistische technieken een getrouwere weergave van het innerlijk te geven. In Victoria gaat het sprookjesachtige proza vaak over in lyrische passages over dromen en liefde, waarin de strakke wetten van het naturalisme plaatsmaken voor een vrijere schildering van het leven.
Een mooi voorbeeld is Hamsuns veelgeprezen meditatie over de aard der liefde, waarin hij het belangrijkste thema van Victoria schetst in een reeks levendige, maar ook vreemde en onverwachtse beelden. In passages als deze grijpt Victoria terug op de romantische poëzie van de voorbije negentiende eeuw; tegelijkertijd voorschaduwt zij de psychologische stream-of-consciousness-technieken, die zo belangrijk werden voor twintigste-eeuwse schrijvers. Het is een zorgvuldig getoonzette ode aan de liefde, die niettemin de indruk wekt van een achteloze improvisatie:
Gevraagd wat liefde is, antwoorden sommigen: zij is niet meer dan de wind die fluistert tussen de rozen en vervliegt. Maar zij is vaak een onbreekbaar zegel dat tot de dood standhoudt.
Wat is dan de aard der liefde?
De liefde is een zomernacht met sterren aan de hemel en zoete geuren op aarde. Maar waarom voert zij de jonge man tot verborgen paden, doet zij de oude man opstaan op zijn tenen in zijn eenzame kamer? Ach, liefde maakt het hart tot een woekerende tuin, een weelderige en schaamteloze tuin waar mysterieuze, zedeloze planten groeien.
Leidt zij de kruipende monnik niet ’s nachts door omheinde tuinen, zijn ogen vast gericht op het raam der slapenden? Ontneemt zij niet de non haar verstand, en verduistert het zicht van de prinses? Door háár legt de koning zijn hoofd langs de paden, zodat zijn haar door het stof veegt terwijl hij onzedige woorden fluistert en grijnzend zijn tong uitsteekt.
Zo is de aard der liefde.
Nee, nee, zij is wéér anders, anders dan al het andere op aarde. Zij bezoekt de wereld op een lentenacht als een jonge man twee ogen ziet, twee ogen. Hij staart, hij ziet. Hij kust een mond, en twee lichten smelten samen in zijn hart, een zon die een ster begroet. Hij valt in haar armen en de wereld rond hem wordt stil en vervliegt.
Liefde was Gods eerste woord, de eerste gedachte die zijn geest binnendreef. Hij zei, Laat er licht zijn, en er was liefde. En alles dat hij maakte was goed, en niets wilde hij ongedaan maken. En liefde was de bron der schepping en werd haar heerser; maar al haar wegen zijn bezaaid met bloed en bloesems, bloesems en bloed.
Nieuwe vertaling van Victoria door Cora Polet: http://www.degeus.nl/book/2165.html.
Naar aanleiding van deze Hamsun-vertaling een vraagie: de eerste Nederlandse vertaling van Hamsuns Pan verscheen in 1904, vertaalster was Hermine Schuylenburg: wie o wie weet of zij meer vertaald heeft?.. Ik kan niet meer vinden, maar wie weet meer?