Als je als auteur maar beroemd genoeg bent, word je zelf weer een personage in een boek van een andere auteur. Dat overkwam recentelijk Arthur Conan Doyle (1859-1930), geestelijk vader van de doortastende detective Sherlock Holmes.
De Britse auteur Julian Barnes reconstrueerde in de roman Arthur en George een onverkwikkelijke geschiedenis die je zou kunnen omschrijven als de Britse tegenhanger van de Dreyfus-affaire, met dit verschil dat de zaak-Edalji – want daar gaat het hier om – volledig in de vergetelheid is geraakt.
Het dorpje Great Wyrley krijgt in 1903 te maken met een reeks gruwelijke gevallen van dierenmishandeling; paarden, pony’s, koeien, schapen en andere dieren worden op zo’n weerzinwekkende wijze toegetakeld en gedood, dat men ervan overtuigd is dat dit het werk moet zijn geweest van een waanzinnige.
De excentrieke, bijziende George Edalji (1876-1953), een domineeszoon van Indiase komaf, wordt op dubieuze gronden als dader aangemerkt en krijgt zeven jaar dwangarbeid opgelegd. Als hij na drie jaar vrijkomt, is hij vastbesloten om eerherstel af te dwingen. Hij roept hiertoe de hulp in van niemand minder dan Arthur Conan Doyle, die tot dan toe zijn speurneus slechts in fictieve zaken had gestoken.
Hans Bouman prees de roman in de Volkskrant als een hoogtepunt in het oeuvre van Julian Barnes, die dit jaar zijn zilveren jubileum als schrijver viert. Nu is ook de Nederlandse vertaling beschikbaar; Arthur en George is een uitgave van Amstel Uitgevers en kost € 24,90.
Zie ook:
– interview met de auteur over zijn roman in het Vlaamse dagblad De Morgen.
– website, geheel gewijd aan de roman.