Die Braut von Messina van Zdenék Fibich, naar Schiller, op radio WDR3

Hedenavond wordt in het programma Bühne: Radio van de regionale Duitse zender WDR3 — tussen 20:05 uur en 23:05 uur — een uitvoering gepresenteerd van de opera Die Braut von Messina uit 1884 van de Tsjechische componist Zdenék Fibich (1850-1900), naar het drama ‘Die Braut von Messina oder die feindlichen Brüder’ uit 1803 van Friedrich Schiller (1759-1805).
Het orkest van het Nationaltheater in Praag staat, evenals het koor en de solisten, onder leiding van Frantisek Jilek. […]

Relatief onbekende grootheid in het westen
Op zoek naar wat meer gegevens met betrekking tot de veelzijdig begaafde kunstenaar Zdenék (of Zdenko dan wel Zdenik) Fibich in mijn daarover handelende literatuur, van folianten tot en met mini-uitgaven, ben ik op de meest uiteenlopende kwalificaties gestoten en, opvallenderwijs in de als vooraanstaande naslagwerken over het fenomeen Opera — van de bijbel van Kobbe tot en met de als richtingwijzende, dan wel maatstaf bepalende, boekwerken van Kloiber/Konold: Handbuch der Oper, tot en met Reclams veelgeprezen Opernführer en Paul Bekkers standaardwerk Wandlungen der Oper — op een schijnbaar samenzweerderig stilzwijgen omtrent de man in kwestie. Maar in een aantal in de praktijk niet bepaald eersteklas naslagwerken omtrent het muziektheater — al hebben al de drie hierna genoemde wel een zekere status bereikt — vond ik zelfs gegevens over Zdenko Fibich die mij tot op heden verborgen waren gebleven.

Tegenstrijdigheden
Dat er in opera-lexica tegengestelde feiten en meningen worden gegeven, is nu eenmaal een gegeven waarmee we moeten leven: het heeft te maken met de wijze van onderzoeken, met punctualiteit, en wellicht ook nog met enig fanatisme waar het de wens betreft tot adequaat informeren. Dat daarbij de ‘onderzoekers’ tot volkomen afwijkende inzichten geraken, is weliswaar legitiem, maar laat dikwijls zien waar de prioriteiten van de lexicograaf liggen.
Zo staat in Reclams Opernlexikon dat Fibich de belangrijkste Tsjechische componist in de tweede helft van de negentiende eeuw was na Bedrich Smetana (1824-1884) en Antonín Dvorák (1841-1904). Dat dan hun meest geniale landsman Leos Janácek over het hoofd wordt gezien, mag te maken hebben met het feit dat hij zijn beide kunstbroeders met een ruim veertig jaar, respectievelijk een kwart eeuw heeft overleefd en zijn hoogtepunt qua componeren niet gelijkop ging met de beide anderen. Maar waarschijnlijk getuigt de kwalificatie in andere vakliteratuur [1], dat Fibich weliswaar min of meer gelijktijdig met zijn drie grote collega’s werkzaam was, maar steeds in hun schaduw is gebleven, van meer realiteitszin. Daarin wordt tevens vermeld dat de man weliswaar talrijke opera’s heeft gecomponeerd, die bijna geen van alle erg succesvol zijn geweest en meer getuigenis hebben afgelegd van vooral Duitse invloeden dan van inspiratie die hij van eigen bodem heeft opgedaan. In Elseviers Groot Operaboek van Leo Riemens daarentegen wordt Fibich afgeschilderd als nationalist wiens opera’s echter niet echt in het buitenland zijn doorgedrongen.
En zo bestaan er in de literatuur nog tal van, soms voor de hand liggende, maar ook hier en daar onbegrijpelijke, nuances in de beoordeling en de interpretatie van gegevens. Opvallenderwijs is dat niet het geval met betrekking tot Fibichs geboorteplaats en dito datum, alsmede diens plaats van overlijden en sterfdag: 21 december 1850, respectievelijk 15 oktober 1900.

Oeuvre
In Horst Seegers vakboek wordt summier gewag gemaakt van Fibichs opleiding, de plaatsen waar en de personen bij wie hij heeft gestudeerd, en welke functies hij in het muziek(theater)leven van de hoofdstad van zijn vaderland hij zoal heeft bekleed. Dat hij al jong muziekdrama’s heeft gecomponeerd, moge blijken uit het feit dat de eerste die bewaard zijn gebleven uit het begin van de jaren zeventig van de negentiende eeuw stammen (vanaf 1870). Dat betekent dat de drie opera’s die hij in zijn Leipziger periode heeft geschreven, verloren gegaan zijn, en dat geldt eveneens voor drie andere muziekdrama’s uit de tijd voor zijn ‘serieus te nemen’ werkzaamheid. De eerste bewaard gebleven stukken zijn historische drama’s op teksten van landgenoten. Maar zo nationalistisch als wel eens wordt gesuggereerd, was hij niet, aangezien we onder meer zijn opera Der Sturm uit 1895 — naar Shakespeare’s drama — kennen, alsmede Hedy (1896) naar Lord Byron, en niet te vergeten Die Braut von Messina [2] gecomponeerd in 1883, naar Friedrich Schiller. Met dat muziekdrama onttrok Fibich zich aan de invloed van zijn landgenoot Smetana — die een jaar later overleed — en schiep hij volgens Rolf Faths Opern Lexikon de meest geslaagde tragische Tsjechische opera van de negentiende eeuw.
Fibich heeft ook nog een naam gemaakt als schepper van orkestmuziek en kamermuziek.

Lees ook:  Bizets Carmen live vanuit La Scala, via Arte-tv

Schillers drama
In 1801 is Friedrich Schiller er inmiddels van overtuigd geraakt dat hij voldoende inzicht heeft verworven met betrekking tot zijn eigen kunnen, en wil hij toegeven aan de neiging zijn krachten te beproeven op een simpele tragedie in de strengst denkbare Griekse vorm: verder in de richting van de ware antieke tragedie. “Zelden ondergaat men de imperatief van de taal zelf: van het onderliggende in het muzikale van de taal.”
Zdenék Fibich heeft Schillers denken in gesproken taal omgezet in muzikale klankentaal. Evenals dat in Dvoráks schwärmerische, ondramatische opera’s het geval is, domineert ook in die van Fibich een algemeen-Europees idioom. Met dat nationalistische valt het allemaal nog wel mee.
__________

[1] Anna Amalie Abert: Geschichte der Oper. Bärenreiter/Metzler, 1994, ISBN 3-476-01261-1.
[2] Schillers drama Die Braut von Messina werd negen jaar eerder, in 1874, eveneens als muziekdrama voor het voetlicht gebracht door de Duitse componist Johann Heinrich Bonawitz (1839-1917).
____________
Afbeeldingen
1. Zdenék Fibich.
2. Standbeeld (op hoge sokkel sokkel) van Bedrich Smetana in diens geboorteplaats Litomysl.
3. Standbeeld van Antonin Dvorák in New Yorks Stuyvesant Square Park.
4. De Sturm und Drang-auteur Friedrich von Schiller, geschilderd door Gerhard von Kügelgen (1772-1820).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *