‘Een overleden, homofiele, Veluwse kippenfokker’

Zowaar eens een aansluiting op de actualiteit mijnerzijds. Nu ja, dat meen ik. Naar aanleiding van Fasseurs boek over Juliana en Bernard schreef historicus H.L. Wesseling afgelopen dinsdag in de NRC:

‘Het boek van Fasseur is openhartig, evenwichtig en fair. Er blijven ook na lezing hiervan natuurlijk nog altijd vragen over. […]

Zowaar eens een aansluiting op de actualiteit mijnerzijds. Nu ja, dat meen ik. Naar aanleiding van Fasseurs boek over Juliana en Bernard schreef historicus H.L. Wesseling afgelopen dinsdag in de NRC:

‘Het boek van Fasseur is openhartig, evenwichtig en fair. Er blijven ook na lezing hiervan natuurlijk nog altijd vragen over. De belangrijkste daarvan is wel deze: hoe was het mogelijk dat een zo intelligente en zelfstandige vrouw als Juliana zo volledig in de ban raakte van een vrouwelijke charlatan die haar ‘doorgevingen’ ontving van een overleden, homofiele, Veluwse kippenfokker die van elke kip een horoscoop trok’

Ik heb het boek nog niet in handen gehad — dat zou uitsluitsel kunnen geven uiteraard —, en kan mij aldus enorm vergissen, maar ik meen elders ooit eens gelezen te hebben dat deze kippenfokker ‘niemand minder dan’ J.H. Francois was. Hij schreef onder het pseudoniem Charley van Heezen de twee belangrijke homo-emancipatieromans Anders (1918) en Het Masker (1922), alsmede een van de eerste voorlichtingsbrochures over homoseksualiteit: ‘Open brief aan hen die anders zijn dan anderen’ (1915). Ik weet zeker dat trouwe lezers, Paul S. bijvoorbeeld, hier meer van weten. Dank u!

3 gedachten over “‘Een overleden, homofiele, Veluwse kippenfokker’”

  1. Was dat niet M.J.J. Exler. die spiritistische kippenfokker? Het was dan wel weer J.H. François (als Charley van Heezen) die bij zijn dood stilstond in Levenrecht.

    Maar Paul S. weet meer.

  2. Maar Sandertje, je haalt toch echt een paar dingen door elkaar, met klokken en klepels enzo. Natuurlijk is Fasseur niet de eerste die de waarheid over Hofmans vertelde. Dat waren wél A. Bredenhoff en J.T. Offringa, toegegeven, geen beroemde hoogleraren, maar ze hebben toch vakkundig hun klus geklaard, in hun boek ‘Greet Hofmans. Occult licht op een koninklijke affaire’. Al in 1996.

    Daarin kun je lezen dat de kippenfokker in kwestie M.J.J. Exler heette (1882-1939). In 1911 verscheen diens enige roman, ‘Levensleed’, een zogenaamde tendensroman die de verachting van homoseksuelen aan de kaak stelde en pleitte voor een meer liefhebbende benadering, waarin homoseksuelen niet zo duizelingwekkend verachtelijke figuren zouden zijn als men in die tijd gewoon was te denken.

    François besprak, ongeveer als enige recensent, de roman ‘Levensleed’ in het literaire tijdschrift ‘Den Gulden Winckel’, en gunstig, hoewel hij de schrijfstijl niet erg waardeerde (waarmee hij ons, moderne lezers, aan zijn zijde heeft). Ik vind Exler en François, die anno 1911 onder hun eigen naam opereerden, buitengewoon moedige mensen. Naar mijn idee is Exler in de jaren twintig en dertig een beetje typisch geworden met zijn horoscopen en zijn pluimvee, maar misschien was dat in die tijd gewoner dan nu.

    François heeft onder pseudoniem inderdaad twee emancipatoir belangrijke en bijzondere romans geschreven. Maar hij had weinig met Exler te maken, helemaal niets met Hofmans en nog minder met Juliana en Bernard.

  3. ha! bedankt Paul! Exler, dat was hem natuurlijk, vond het al vreemd dat ik op het net met de combo Hofmans + Francois niks kon vinden om mijn herinnering te bevestigen. En ook des te leuker dat het Exler was, want diens Levensleed verscheen nog dichter rond het jaar 1900 dan de romans van Francois. Nu maar hopen dat op een of andere indirecte manier de roman/persoon van Exler ook de Telegraaf of NRc haalt!-: Ciao!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *