Eenmaal! Andermaal! Schuhmacher De Nerée tot Zwiggelaar [1]

‘Kijk eens wie er is?!’ Ikkes!’ ‘Wie? ‘Ikkes, de grootste man die ooit over het gezicht van de wereld liep! En wie ben jij dan, jonguh?’ ‘…’ ‘Gaat je nou dit weblog zitten lopen aan te zwengelen?’ ‘Ach ja, misschien wel. Je weet, je wordt oud en weemoedig en terugkijkerig. En daarnaast in mijn specifieke geval, zoals intimi weten, onvoorspelbaar, grillig en zijn algemeenheid niet goed bij mijn eigenste hoofd. Edoch mentale problematiek terzijde was er de laatste maanden een bizar onverwachte concrete flashback naar ooit, van vroeger en lang geleden toen de dieren nog kon praten.’

Dit weblog, althans mijn aandeel erin, begon in de tijd dat ik bij Antiquariaat Schuhmacher werkte. Als u er nooit binnen bent geweest, begrijpelijk, de drempel was nogal elitair hoog, kent u waarschijnlijk wel het prachtige pand op de Geldersekade 107. Max begon de zaak in 1952 en zat vanaf 1957 op de Geldersekade. Ik werkte er vanaf eind 2003 tot de loop van 2008, na het overlijden van Max Schuhmacher. Toen was het wel weer welletjes geweest. De winkel bleef min of meer geopend tot het overlijden van Wilma Schuhmacher in januari van dit jaar.

En daar, lieve kijkbuiskinders, daar begon het rond1900-gedonder allemaal dus. Vanaf omstreeks 1993 hield ik in kringloopwinkels, boekenmarkten en later internet als vanzelf de ogen open voor de meer obscure, vergeten en gewoon zeldzame romans van rond 1900. (Poëzie begrijp ik doorgaans niet.) In diverse talen maar om pragmatische redenen toch vooral Nederlands. Hoewel ik de laatste ongeveer 15 jaar vooral ogen open houd voor de beeldende kunsten raak je zo’n malle jeugdhobby nooit meer kwijt.

Ikkes op de Boekjesbeurs in de PTA, 2005, treurig peinzend wat ik in godsnaam met de rest van mijn leven moest. Tussen de stoffige mannetjes blijven of me laten herscholen?

Het was bij Schuhmacher, waar ik dankzij leermeester en vriend Dick van Halsema binnen kwam, dat ik een en ander meer systematisch kon aanpakken. Klanten waren er niet of nauwelijks en salaris deed men in feite ook niet aan dus reden genoeg om dag in dag uit te bladerlezen in het pand op de kade en toen ook nog in de twee pakhuizen, een op de Brouwersgracht en een op de Oude Waal. Met Nederlandse en Vlaamse literatuur had ik niks maar als je tussen een miljoen boeken op dat vlak werkt krijg je er toch wel wat van mee. Schuhmacher had oprecht zo ongeveer alles wat er in letterkundig Nederland en Vlaanderen van mid 19e- tot mid 20ste eeuw verscheen. Onleesbare rommel als E. du Perron, Ter Braak en Vestdijk maar ook eveneens onleesbare maar toch in ieder geval curieuzere rommel van Maurits Wagenvoort, Bernard Canter, Lucie Broedelet, Louis Couperus, Hans Steengracht, J.L. Gregory, Johan Hora Adema en talloze andere obscure schrijferts.

De Louis Couperus-etalage op de Geldersekade, vermoedelijk eind jaren ’60. Foto collectie Erven Schuhmacher.

Mijn eerste literair-historische publicaties in de Parelduiker, Zacht Lawijd en Arabesken vonden hun oorsprong in de kelders, zolders en pakhuizen van Schuhmacher. En idem dito de talloze rond1900-stukjes over de meest obscure boeken en schrijvers. En als het even kon verkochten we en vele jaren daarna ik zelf uiteraard deze boeken voor goed geld. Je bent en blijft een antiquaar, een handelaar en ander tuig van de richel of niet.

Schuhmacher was ook waar het Carel de Nerée-megaproject ontstond. Je ontmoette er iedereen. De Art Nouveau-kunsthandelaar Wouter van Leeuwen, in de eerste plaats, woonde om de hoek, die me me in contact bracht met Dick Veeze, ook Schuhmacher-klant. Daarover las u in het voorwoord van mijn De Nerée-biografie. Ja, die las u want het verkocht zo’n 900 exemplaren. Las u het niet, nu kopen! Over boek en tentoonstelling, was knalsucces, later nog een retrospectief artikel. Van Leeuwen bracht me ook in contact met rond1900-verzamelaar Gerard van Wezel, die ik tot op zijn helaas te vroeg overlijden regelmatig mooie grafische items deed toekomen. Ook Komrij ontmoette ik er, ook De Nerée-fan.

Jezus, ben nu alweer de draad kwijt en alle kanten op aan het gaan. Klassieke rond1900-chaos!

Een fractie van de eindeloze hoeveelheid gevulde boekendozen, Geldersekade, zomer 2025.

[Snel vooruit gespoeld naar nu.] Na het overlijden van Wilma moesten op haar wens de gedrukte werken naar de collectie Ritman, tegenwoordig a.k.a. de Embassy of the Free Mind. In een vlaag van spirituele geestesverwarring stapte ik in juni het daar gevestigde nieuwe prachtig mooie antiquariaat binnen en voordat ik, en u, het wist, heb ik de laatste 5 maanden weinig anders gedaan dan samen met een geweldig team het hele pand op de Geldersekade leeg te halen en de inhoud te conserveren. Aangezien Schuhmacher véél te duur was en meer horders dan handelaren was het bevroren in de boekenijstijd. Onwerkelijk. Aan mij de schone, en onwijs smerige hete stoffige taak, om alle alreeds ingepakte dozen waarin zeker meer dan een miljoen boeken, prenten, tijdschriften en nog zo wat grondig door te lopen om zeker te zijn dat alles van belang (vrijwel alles) niet in de container belandde.

Alsof je terug ging in je eigenste leven. Nou ja, niet jouw leven, mijnes, want het gaat hier nu lekker even over mij. En over een belangrijk stuk antiquarische geschiedenis! Ik vond bijvoorbeeld nog het exemplaar van Bernard Canters De geraffineerde met mijn gele plakkertjes met leesaantekeningen voor het artikeltje er nog in. Of het exemplaar van Reyneke van Stuwe’s Mater Triomfatrix (1911) met de band van Lebeau dat ik op weg naar de kade vond met het briefje van collega Truusje Goedings er nog in. Onwerkelijk. Wordt allemaal bewaard natuurlijk. Wat je ermee moet? Geen idee. Maar toch!

De beruchte slurf en container waarin het proles dat de winkel nog nooit had bezocht omdat ze te druk waren massaal te ontlezen op hun smartphones meende bibliofiel goud te vinden omdat ze dachten dat we niet donders goed wisten wat we deden en dan kraaiend van ‘zie je wel!’-plezier wegliepen met een beschimmelde oude Goethe om het thuis ongelezen in de prullenbak te donderen.

Het wordt bewaard in de Ritman-bibliotheek, in grote containers op een geheim terrein elders in het land waarop tevens bloedstollende experimenten met UFO’s worden gedaan, onderdelen zijn geschonken of schappelijk verkocht aan de juiste en beoogde instituten enzovoorts.

Maar aangezien een miljoen boeken best veel is om op te slaan en de kachel deels moet branden om het voetvolk ook de kans te geven om tegen normale prijzen bibliofiel Schuhmacher-goud te bemachtigen wordt er, zie ik zojuist tot mijn stomme verbazing, een bescheiden deel geveild bij de Amsterdamse veilingtoko Zwiggelaar Auctions. Allemaal in het Engels helaas, het was Wilma een gruwel geweest om haar Ned. Lit. in die taal te hebben zien beschrijven, ook lekker krom gezegd expres. En desondanks is het wonderlijke, ik zat net vanochtend de afdeling Nederlandse- en Vlaamse literatuur te bekijken, lijken de beschrijvingen te zijn gemaakt door een van jullie, door een wel heel trouw rond1900.nl-lezer want ze geven kennis van een diepgaande vertrouwdheid met de wonderschone en in dit geval allemaal uberzeldzame exemplaren van Aug. P. van Groeningen, Karel van de Woestijne, Rudolf Atelee, Frits Roosdorp, Emile Erens, Maurits Wagenvoort, Lodewijk van Deyssel, Emanuel de Bom, Johan de Meester, Albert Verwey, Aug. Timmermans, Carry van Bruggen, J.I. de Haan, Ary Prins of Victor De Meyere!

Lot 1484: Opdracht van Albert Verwey aan Breitner!

De volgende keer: wie of wat is deze persoon of personen die niet onthuld zullen worden want belangrijker: wat voor prachtige, gezochte, unieke, literairderige boekskes hebben ze beschreven en waarom? Waarom?! Waarom?! Waarom?!

5 gedachten over “Eenmaal! Andermaal! Schuhmacher De Nerée tot Zwiggelaar [1]”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *