Zo af en toe lees ik een boek en doe ik daar hier verslag van. Dat klinkt heel mooi, maar de waarheid is natuurlijk dat ik legio boeken níet lees. Daarnaast zijn de talloze boeken die ik half lees, waar ik in blader, slechts het omslag of de plaatjes van bekijk, drie zinnen in lees of die ik ooit in een adem uitlas, maar waar ik nu tevergeefs in herbegin. Nogmaals, die boeken zijn legio, want ben meer een kortlezer (boeken over boeken, korte verhalen, biografieën (ook vaak deels) dan een langlezer (dikke romans, al dan niet in een moeilijke taal). De boeken die ik ‘halflees’ zijn echter ook, als je het mij vraagt, meer dan de moeite van het vermelden waard, dus daar gaan we:
– George Moore, The confessions of a young man (1888). George Moore is een beetje de Maurits Wagenvoort van de Engelse literatuur, in die zin dat ze beiden vergeten zijn en niet zo goed konden schrijven. Toegegeven, een beetje te kort door de bocht. Moore is echter wel ‘belangrijker’ dan Wagenvoort, maar dat komt omdat hij Engels is. Hoe dan ook, met de Confessions schreef Moore, volgens Praz, ‘een wat oppervlakkige versie van het evangelie van Mademoiselle de Maupin en À rebours‘. Dat klopt, van dat oppervlakkige. Ik las het jaren geleden en ook toen was ik op de helft mijn interesse en de kluts kwijt. Het was wél zeer de moeite waard vanwege de beschrijvingen en ontmoetingen met schrijvers en schilders in Parijs in de jaren 1870-1880. Ik denk trouwens dat Couperus deze ‘decadente’ roman ook gekend heeft, aangezien zijn vrouw rond 1890 het een en ander van Moore in het Nederlands vertaalde.
– Henry James, Daisy Miller (1878). Ik heb het hier nooit over hem, maar James vind ik een heel goede schrijver. Deze beroemde, maar door mij nog niet gelezen novelle valt echter wel erg in de categorie die Thomas Hardy beschreef als ‘saying nothing in infinite sentences’. Doe mij dan ook maar het latere werk van James, zoals bijvoorbeeld de Aspern Papers (1888): een van mijn all-time favoriete verhalen.
– Jac. van Looy, Gekken (1892). In deze Tachtigersroman, die aardig begint maar mij simpelweg niet pakt, ben ik al zeker vijf keer begonnen. Op een dag lees ik hem uit en zal daar dan, in een verre toekomst, verslag van doen.
– Louis Couperus, De berg van licht, De boeken der kleine zielen (en nog een paar). Het grote Couperus-herleesproject was uiteraard wat megalomaan. Ik pauzeer even bij Langs lijnen van geleidelijkheid, dat ik in mijn recente chronologische herleesprogram zijn eerste écht aangrijpende werk vond. Daarnaast zijn genoemde titels meer iets voor op vakantie. (De stille kracht las ik twee jaar geleden nog, dus die sloeg ik deze maal over.)
– Baron Corvo, Don Tarquino (1905). Het Engels van Corvo werd door zijn tijdgenoten al amper begrepen, dus laat staan dat ik dit nu voor mijn lol herlees. Ik las het echter lang o zo lang geleden – rond mijn twintigste ongeveer – toen ik alles verslond wat ook maar een beetje decadent en tussen 1780 en 1915 verschenen was. Ik herinner mij een prettige leeservaring, maar of ik er veel van begreep? Misschien in de aanstaande zomervakantie nog eens proberen!
Good article, the advertisment is sold?
Als die ‘Baron Corvo’— burgerlijke naam Frederick Rolfe — toch wel interessant (b)lijkt, kan het eventueel helpen het volgende boek in begrijpelijk Engels te lezen: ‘The quest for Corvo — An experiment in biography’ van A.J.A. Symons (1900-1941), voor het eerst verschenen in 1934 en vanaf 1940 als blauwe Penguin; in die laatste vorm aanvankelijk op krantenpapier.
Mijn editie daarvan stamt uit 1944 en is dan ook voorzien van de toen gebruikelijke mededeling omtrent ‘wartime production difficulties’ met gevolgen voor de oplage en de daaraan verbonden voorraad.
Het boek is veel meer dan een experimentele biografie, maar graaft veel breder en dieper dan de bekende opsomming van feiten, toestanden en gebeurtenissen.
Inzicht in de structuur van de persoonlijkheid van een schrijver wil nog wel eens de basis bieden voor een beter begrip van wat hij schrijft; ook, en niet in de laatste plaats, heel letterlijk.
Over onbegrijpelijk Engels gesproken: de hieraan voorafgaande reactie is een voorbeeld van wartaal, die met het hedendaagse begrip ‘spam’ dient te worden geornamenteerd.
Als iemand op de inhoud van een in het Nederlands gesteld artikel reageert met een paar Engelse woorden in een onbegrijpelijke context, dan kan deze snel met het grof vuil mee.
(Eerste reactie is inderdaad een bekende vorm van spam. Ik dacht dat iemand’s eerste reactie op een bijdrage altijd op toelating moest wachten?)
Heb niet geheel toevallig net zelf ook de Quest for Corvo herlezen. Symons houdt het gelukkig bij het aanstippen van een psychiatrisch ziektebeeld, zonder zich te vergalopperen. De portretten van sommige kleurrijke informanten die hij opvoert zijn dan weer wel ‘over the top’.
Als iemand een reactie plaatst, is deze reeds luttele seconden later op het net te zien. Van voorafgaande beoordeling voor eventuele toelating is geen sprake, en de voordelen die daaraan zijn verbonden, zijn groter dan de nadelen. Wel kan degene die het artikel heeft gepubliceerd waarop de reactie komt, deze verwijderen of aanpassen, bijvoorbeeld als er flink wat, net te ver gaande, taalkundige onzin in staat, of simpelweg woorden die verkeerd zijn gespeld. Niet iedereen is altijd even gelukkig met die terechte vrijheid van de auteur in kwestie, want degene die de reactie schrijft, is immers verantwoordelijk voor de inhoud. Van de andere kant kun je iemand op die manier ook tegen zichzelf in bescherming nemen als die orthografisch, qua interpunctie, dan wel grammaticaal en/of syntactisch,in de reactie ernstig heeft geblunderd.
Een andere overweging zou kunnen zijn dat een cultuur-weblog als het onderhavige absoluut een minimumeis zou moeten hanteren. Aan die maatstaf wordt echter — althans in de praktijk — noch door alle betrokkenen evenveel waarde gehecht, noch wordt deze veelvuldig praktisch toegepast.
Wat betreft Symons boek: ‘over the top’, zoals de heer Simons dat noemt, is — net als het understatement — een tijdlang wel een zeer nadrukkelijk Engels fenomeen geweest, dat allengs de lage en andere landen heeft weten te veroveren. Maar in de periode in kwestie was dat zeker minder het geval in onze contreien dan in het land van herkomst.