Hamburg in 1903 — Moord in de subcultuur van Sankt Pauli

Omslag van de roman Die rote KatzeZeeman aan de wal
Heinrich Hansen heeft enkele jaren de wereldzeeën bevaren als bootsman, maar in 1903 heeft hij daar genoeg van en keert hij terug naar de buurt waar hij zijn vroege kindertijd en zijn jeugd heeft doorgebracht: Sankt Pauli, dat kort tevoren deel van de Hansestadt Hamburg is gaan uitmaken. In de jaren van zijn afwezigheid is alles in het uitgaansgebied rondom de (toen reeds) bekende Reeperbahn in ijltempo veranderd, en dat geldt eveneens voor de mensen met wie Heinrich is opgegroeid. Het ene theater na het andere etablissement wordt uit de grond gestampt en het lijkt wel of alles in die buurt uitsluitend is gericht op pretentieloos amusement: een volkstheater, diverse variétés, operettehuizen en ballrooms, speelholen en bordelen, alsmede flink wat gelegenheden met een zeer dubieuze reputatie. Met Knopf’s Lichtspielhaus wordt de eerste bioscoop van de internationale havenstad geopend. “Eldorado des Vergnügens! … Das Wunderland des Fremdlings.” (1)

Eerste inzet: moord
Op zoek naar werk, komt Hansen ook terecht op Polizeiwache 13, de Davidwache, in die bewuste wijk, en daar wordt hij aangenomen als adspirant-agent. Hij wordt ingedeeld bij de afdeling recherche, waar hij onder meer wordt ingezet om een rondgang te maken langs mondaine etablissementen en een oogje in het zeil te houden in de meer — niet alleen letterlijk, maar meestentijds ook in figuurlijke zin — duistere gelegenheden waar tal van onderwereldfiguren en andere typen van twijfelachtig kaliber bijeenkomen om er hun eventuele, voornamelijk snode, plannen te smeden. “Wie pulsiert hier das Leben … erheuchelter Pracht … eine freche Weise auf den Lippen.” (2)
Direct tijdens zijn eerste inzet voor de Davidwache wordt Heinrich Hansen geconfronteerd met een moord. Een danseres van het beroemde revuetheater Die rote Katze wordt ontzield in haar garderobe aangetroffen. Als Vigilant — wat in Duitstalige krimi’s en spionageromans als Verdeckter Ermittler wordt omschreven — zet deze politieman zich tot het uiterste in om alle aanwijzingen en tips van de straat en in de broeierige krochten van de demi monde in het Reeperbahn-gebied op een rijtje te krijgen en daarmee hopelijk de moordenaar op het spoor te komen. “Von dem Polizeibeamten … muss erwartet werden, dass er nüchtern, schuldenfrei, zuverlässig … und über die Grenzen seiner Befugnisse völlig unterrichtet sei.” (3)

De auteur
Virginia Doyle is een pseudoniem van de schrijver Robert Brack, die niet alleen een reeks romans op zijn naam heeft staan, maar ook tal van populair wetenschappelijke boeken over Hamburg heeft gepubliceerd. De auteur is in 1959 geboren en hij leeft eveneens in die ‘Freie-De auteur Robert Brack, alias Virginia Doyle und Hansestadt’ Hamburg. In 1988 verschenen zijn beide eerste ‘Kriminalromane’: Blauer Mohn en Die Spur des Raben. Samen met Die siebte Hölle vormen deze boeken een Poolse trilogie. Vervolgens publiceerde Robert Brack drie romans over een aan lager wal geraakte sensatiejournalist. Na een langere pauze is hij weer aan de slag gegaan. Ook onder de naam Virginia Doyle zijn inmiddels, na Die rote Katze — gebonden verschenen in 2004 en in het jaar daarop als paperback —, weer twee verhalen gereedgekomen die in het Hamburg van anno dazumal spelen.
Robert Brack werd voor zijn detectiveroman Das Mädchen mit der Taschenlampe — volgens de website van deze auteur “een experimentele meta-Krimi” — onderscheiden met de ‘Marlowe’. De ‘Deutsche Krimi-Preis’ ontving hij voor Das Gängsterbüro. Met Das Totenschiff von Altona heeft hij al eerder een historische detectiveroman gepubliceerd, en deze heeft wekenlang op de bestsellerlijsten geprijkt. Ook voor een kort detectiveverhaal heeft Robert Brack een ‘Marlowe’ toegewezen gekregen. De fin de siècle-roman Die rote Katze is inmiddels eveneens in het Russisch verschenen, letterlijk vertaald als Красная Кошка (lees: Krásnaja Kósjka).

Vakmanschap
De Reeperbahn-roman is geconcipieerd in twee grote afdelingen, met een proloog en een epiloog. Het eerste deel — Heinrich Hansen kehrt heim — beslaat zeven hoofdstukken, het tweede — Heinrich Hansen ermittelt — heeft er tien. Deze roman is zo vlot en ook beeldend geschreven dat er relatief gemakkelijk een film- of televisiescript van te maken zou moeten zijn. De historische setting kan de lezer, enigszins geholpen door de fraaie omslagtekeningen, er wel bij denken. Voor een verfilming zijn echter heel andere straatscènes vereist dan voor een krimi, die in een hedendaagse entourage speelt. Dit is echter al met andere romans die in de bewuste periode of kort daarna spelen, met succes gedaan. Het voordeel voor de lezer van het boek is dan weer dat er in de loop van de twintigste eeuw zoveel films en televisiespelen zijn vertoond, waarvan het verhaal zich rond 1900 afspeelt, dat deze de eigen beelden kan creëren, zowel van de figuren die het verhaalOmslag van de Russische versie van Die rote Katze bevolken, alsook van straten en gebouwen, interieurs en kleding, toestanden en gebeurtenissen.
Waarschijnlijk heeft Robert Brack zich laten meesleuren in de maalstroom van de vele successen, die Engelstalige televisieseries op basis van door vrouwen geschreven politieromans hebben mogen ondervinden, en mede daarom voor een vrouwennaam als pseudoniem gekozen. Ach, dat is dan weer eens iets anders: nog niet zo heel lang geleden moesten vrouwen hun manuscripten onder een mannennaam aanbieden, anders legden de uitgevers die teksten steeds ongelezen terzijde. De kwaliteit van de inhoud verandert echter in het geheel niet.

Historische detectives
Decennia geleden kwam de historische detectiveroman plotseling in het centrum van de belangstelling te staan, mede door de verfilming, zo’n twintig jaar geleden, van De naam van de roos van Umberto Eco (*1932), op de voet gevolgd door een Britse reeks over Broeder Cadfael. Deze boeken spelen alle in de late middeleeuwen, en dat geldt ook voor een aan de bovengenoemde boeken voorafgegane, Nederlandse roman over Lapo Mosca, die als “ongedurige bedelmonnik met een neus voor de misdaad” door Italië zwerft en de rol van protagonist vervult in de roman Geen been om op te staan (1978) van Helene Nolthenius (1920-2000), die eveneens veel over Italië in het algemeen en specifiek over de Renaissance heeft gepubliceerd.
Langzaam maar zeker komt het fin de siècle als entourage voor de detectiveroman verder in beeld. Uitgeverij Knaur heeft in de voorjaarsaanbieding voor 2007 ook weer een nieuwe detective aangekondigd, welke in die tijdspanne speelt en van dezelfde auteur ook al niet de eersteling is over die periode. Dit genre zou best eens, in de goede betekenis, populair kunnen worden.

*****

(1) Geciteerd naar Johannes Meyer: St. Pauli wie es leibt und lebt.
(2) Geciteerd naar August Trinius: St. Liederlich.
(3) Geciteerd naar Gustav Roscher, politiechef van Hamburg van 1893-1915.

*****

Virginia Doyle (ps.): Die rote Katze — Ein historischer Kriminalroman. 416 pag., paperback. Wilhelm Heyne Verlag, München, 2005 (2de druk); ISBN 3-453-43095-6. Prijs € 6,95 (in Duitsland en in Amsterdam bij Boekhandel Die Weisse Rose).

*****

Afbeeldingen
1. Omslag van de roman Die rote Katze.
2. De auteur Robert Brack, alias Virginia Doyle.
3 Omslag van de Russische versie van Die rote Katze.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *