Wanneer je met een Finse kunstkenner over negentiende-eeuwse schilderkunst spreekt, dan zal hij het met enige trots en pathos over twee kunstenaars hebben: Akseli Gallén-Kallela en Helene Schjerfbeck. Mij overkwam dat persoonlijk toen ik onlangs het Ateneum Museum in Helsinki bezocht. Wat Jean Sibelius voor de Finse muziek betekende in de negentiende eeuw, is voor dit tweetal van toepassing op de beeldende kunst. En ook in Nederland zijn ze niet onopgemerkt gebleven: Gallén-Kallela heeft onlangs een eigen expositie gehad en nu is het de beurt aan Helene Schjerfbeck. Tot en met 2 september aanstaande toont het Haags Gemeentemuseum werk van deze veelzijdige en sterke vrouw.
Helene Schjerfbeck (1862-1946) begon vroeg met tekenen; al op elfjarige leeftijd werd ze toegelaten tot de Finnish Art Society in Helsinki. Vier jaar later maakte ze op een privéacademie kennis met de Franse technieken op het gebied van het schilderen met olieverf. Nadat Schjerfbeck in 1879 de derde prijs in de jaarlijkse wedstrijd op de Finnish Art Society had gewonnen, vestigde ze zich in Parijs. Met haar vriendin Helena Westermarck gaat ze vanaf 1881 studeren aan de Académie Collarossi. In deze periode laat Schjerfbeck zich sterk beïnvloeden door de Franse impressionisten. Ze blijft niet onopgemerkt en verkoopt goed, want op de grote tentoonstellingen is ze met haar werk frequent aanwezig. Het meest springen haar portretten in het oog, maar ook blijkt Schjerfbeck zeer bedreven in het schilderen van landschappen en stilllevens.
In 1887 gaat de kunstenares naar Engeland waar ze Adrian Stokes huwt. Door ziekte geveld vertrekt ze vier jaar later naar Finland waar ze intrekt bij haar moeder. Haar chronische ziekte, de ouderdom en het isolement op het platteland in Finland missen hun uitwerking niet op haar schilderijen. Ronduit onthutsend is haar laatste serie zelfportretten, waarin ze haar aftakeling zonder terughoudendheid op het doek heeft gezet.
Iedere zondag is er een rondleiding in het Gemeentemuseum in Den Haag.
Aanvang 14.00 uur. Men verzamelt zich in de centrale hal van het museum en kan gratis mee met geldig entreebewijs.