Hoera! Gefeliciteerd! Gisteren is officieel het Couperusjaar begonnen! Dus lees mee, bezoek voorstellingen en musea, enzovoorts. Ook verschijnt binnenkort de uitgaaf van wat vooralsnog Couperus’ complete correspondentie is, verzorgd door de heer Van Vliet. En diezelfde heer Van Vliet werkt ook nog eens aan een nieuwe Couperusbiografie die, gezien zijn werktempo, naar we mogen aannemen binnen enkele jaren zal verschijnen. In die context zoekt Van Vliet overigens een zeker exemplaar van de periodiek De Indische Revue. Mocht een van de boekensneupende, trouwe lezers een exemplaar hebben of vinden, laat het ons of Van Vliet dan weten.
Ondertussen merken wij hier — misschien ten overvloede, want mogelijk reeds bekend bij Van Vliet of anderen — weer eens een Couperuscuriosum op.
Het is te vinden in het standaardwerk La Chirurgie ignée en général et ses avantages en particulier dans les maladies chroniques et rebelles de l’utérus van J. Abeille (Parijs, 1886). In afdeling LXXV (‘Antéversion avec flexion du col, atrésie du méat (col conique). — Opération de l’antéversion, et après elle de I’atrésie du méat. — Guérison complète.’) verhaalt dokter Abeille uitvoerig van een door hem behandelde 27-jarige, ietwat nerveuse, op Java geboren mevrouw: ‘Mme Coupérus, vingt-sept ans, châtain clair, un peu lymphatique, à prédominance nerveuse, créole d’origine, est née à Java (Chéribon), de parents français, en deuxième génération.’ Dokter Abeille stelt dat:
[I]l est de la dernière rigueur que je donne tous les détails avec précision, écrits qu’ils ont été sous la dictée des époux Coupérus. Cela mettra en évidente lumière que mon opération, venant après tous les traitements si longtemps suivis, a triomphé de toutes les difficultés, rétabli l’utérus en situation normale, détruit l’atrésie cervicale et reconstitué en harmonie les fonctions physiologiques.
Deze medische details over de wel heel intieme delen van mevrouw kunt u in dit boek lezen, uiteraard op discrete negentiende-eeuwse wijze in het Frans zodat het personeel niet mee kan lezen.* Gelukkig komt het, mede dankzij de assistentie van de heer Couperus, allemaal weer goed.
Zal dat nu ‘onze’ mevrouw Couperus zijn? Zij is echter pas in 1893 27 jaar oud, en deze medische kwestie speelt zich in of kort voor 1885 af. Maar Couperus + Java? Er zal toch wel enig verband met Louis zijn? Dat lijkt ook zo te zijn, want deze mevrouw Couperus heeft een echtgenoot die controleur op Java is (‘M. Coupérus, qui est contrôleur à Java, c’est-à-dire deuxième sous-directeur de province’), met wie zij, via Parijs?, naar Den Haag afreist om te herstellen. Zal de heer in kwestie dan Louis Couperus’ jongere broer Frans (Francois Emile) zijn, die van 1857 is en blijvende roem heeft vergaard met zijn Het rechtswezen op Sumatra’s Westkust uit 1882? Maar die trouwde toch pas in 1896 met ene Marie Ernestine Clementine Cuny? Mij is het allemaal te ingewikkeld, Bastets biografie is mij te wollig om hier uitsluitsel over te verkrijgen en daarnaast zijn er zekere Couperianen die van dit soort zaken een voltijdstudie hebben gemaakt.
Kortom: wie was dit echtpaar Couperus en welke verband is er met Louis? En, dat zou wel heel mooi zijn: is dit verband relevant? In het ideale, maar denkelijk onwaarschijnlijke geval verklaart het de kinderloosheid (‘het zit in de familie’) van ‘onze’ mevrouw Couperus, zodat allerlei romantische fabeltjes, zoals die van de onbevlektheid van Louis, naar hun verdiende rijk kunnen worden verwezen. Maar dát is dus aan de lezer.
*Het gemakkelijkst gaat dat door het te downloaden als tekstbestand en dan te zoeken op Coupérus, met é dus.
Hoogstwaarschijnlijke is het Mevr. Camille Clémentine Bédier de Prairie (1857-1906) getrouwd met John Ricus Couperus, controleur der eerste klasse bij het binnenlandse bestuur op Java en Madoera.
Dan is het dus Louis Couperus’ schoonzus? (Want. J.R. diens broer)
Inderdaad, sander. Volgens F.L.Bastet: ” De walgelijk vette echtgenote van de buffel John Ricus heette van zichzelf Camille Clémentine Bédier de Prairie.”
Het is zeker dat het hier om Camille Clémentine Bédier de Prairie als je het hele hoofdstuk over haar leest. Het klopt exact dat ze 23 was toen ze trouwde, dat ze in Cheribon geboren is en dat ze van de tweede generatie van Franse afkomst is. Bovendien wordt op p. 406 verwezen naar haar nicht, Mme Bédier. Het is wel opmerkelijk dat ze daar in ieder geval nog niet zo buffelachtig is, daar ze als meisje weliswaar gezet was maar dus aanvankelijk vermagerd was. Aardig is natuurlijk dat opgemerkt wordt dat J.R. Couperus, echtgenote van mevrouw Bédier en broer van Couperus, een “homme fort intelligent” is, de arts helpt bij de operaties en medische handelingen en in staat is zelfstandig de nodige handelingen te verrichten bij zijn vrouw zonder tussenkomst van de arts.
Nog familie van E. du Perron’s moeder? Immers ook née Bédier de Prairie.
De moeder van Du Perron zal zeer beslist ook familie zijn. Het betreft hier een kleine familie met Franse roots en een Indisch verleden.
“De walgelijk vette echtgenote” staat dat er echt? Had Bastet destijds wel een redacteur of alles werd alles wat ‘ie schreef (dat genante ‘papa Couperus’ bv) welbevonden? Blijkbaar wel.
In de ‘Bons Souvenirs d’un vieux Père’ van John Ricus sr. blijkt deze Camille door haar man vooruitgezonden te zijn naar Den Haag. Zij wordt liefdevol verzorgd door haar schoonvader en -moeder. Bij de vertaling van het gedicht,onlangs verschenen als ‘Herinneringen van een oude vader’, Uitgeverij Team Baarn, heb ik me al afgevraagd wat haar mankeerde. Dat wordt nu duidelijk.
Vader Couperus rept niet over de aard van haar ziekte, maar noemt haar ‘maladive de corps son coeur plein de jeunesse’. Heel discreet, begrijp ik nu. Het paar wordt verenigd tijdens John Ricus jr. zijn groot verlof in 1885.
Ha, mooi. Plaatje rond!
Het betreft deze uitgave overigens van uitgeverij Tiem
http://www.uitgeverijtiem.nl/index.php?page=prominent
1 Verschenen is: J.R. Couperus, Herinneringen van een oude vader en S. Vestdijk, De duizendvoudige tong.
In april wordt het eerste exemplaar overhandigd van P. Spigt, Notities van een lezer.
In mei verschijnt de biografie van A. Roland Holst met een bloemlezing uit zijn gedichten van de hand van Jan van der Vegt.