Het natuurgevoel van de Zwitserse dichter Fridolin Hofer

IM MAINACHTDe dichter Fridolin Hofer, door onbekende hand voor het nageslacht bewaard: voor ons dus

Als wäre der Hauch
Wogender Blumen und Blüten
Gesang geworden
Perlt es aus leuchtenden Kronen,
Quillt es aus schimmernden Wiesen
Süß in die horchende Seele.
Siehe, da taumelt
Ein Flämmchen schneeweiß
Durch die bebende Bläue,
Und du ratest derweilen:
Ist es der singende Blüten eine
Oder sonnetrunken erster Falter?

FRIDOLIN HOFER (1861-1940)

Natuurlyriek
Hij luisterde vol overgave naar de heimelijke zang in de levende natuur van Zwitserland, dat voor hem een meer dan vanzelfsprekende betekenis had. Maar hij was niet zodanig op het buitenleven gefixeerd dat hij gespeend was van sociaal gevoel en inzicht in datgene wat tot de pijnlijke maatschppelijke realiteit van alledag behoorde.
In 1861 was Fridolin Hofer in Meggen bij Luzern geboren, als elfde van achttien kinderen in het gezin van de gediplomeerde kleermaker en uurwerkmaker Joseph Franz Hofer von Meggen. Zijn moeder had een nog mooiere naam: Barbara Schnide-von Schüpfheim. Na wat lager onderwijs ging hij als dertienjarige in een mechanische werkplaats aan de slag. Vanaf 1877 bezocht hij vier jaar het onderwijzers-seminarie in Hitzkirch, waar zijn literaire gaven door de directeur van dat instituut werden ontdekt.
Vier jaar was hij leraar, maar een slechte gezondheidstoestand dwong hem om daar in 1885 mee te stoppen. Een tijdlang ging hij in Siena een talenstudie volgen en dat deed hij in 1888 ook nog aan de Parijse Sorbonne. Nog in datzelfde jaar werd hij privé-leraar voor de adellijke familie Lawley in Florence en Pisa, en dat is hij tot 1895 gebleven. Verder gaf hij zich over aan een studie klassieke en moderne talen en literatuur.

Terug in Zwitserland
Eenmaal terug in Zwitserland ondernam hij met zijn broer uitgebreide cultuurreizen naar diverse andere Europese landen waaronder Nederland. Toen waren er inmiddels drie bescheiden bundels met gedichten van hem gepubliceerd: Stimmen aus der Stille; Im Feld und Firnelicht; Daheim.
In 1907 heeft Hofer zich definitief gevestigd bij zijn broer Jost in Ludigen, Römerswil aan het Vierwoudstrekenmeer. Vanaf die tijd tot 1930 heeft hij zijn literaire werken gepubliceerd en daarnaast heeft hij meegewerkt op de boerderij van zijn broer. Daarna ging het qua gezondheid snel bergafwaarts: een toenemende blindheid en hartzwakte waren de voornaamste klachten. Op 16 maart 1940 is Fridolin Hofer overleden.
Na zijn heengaan is hij nog op diverse manieren geëerd. Sedert 1960 is er in Römerswil een Hoferbrunnen.

*****

Een ander gedicht van Fridolin Hofer is te vinden op het weblog Cultuursfinx — Droom en daad, eveneens op 25 mei 2007: http://www.bloggen.be/cultuursfinx/

*****

Afbeelding
De dichter Fridolin Hofer, door onbekende hand voor het nageslacht bewaard: voor ons dus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *