Tot en met 8 februari 2009 is in het Gemeentemuseum in Den Haag een expositie met het werk van Jozef Israëls (1824-1911) en zijn zoon Isaac (1865-1934) te zien. Met deze dubbeltentoonstelling neemt conservator John Sillevis afscheid van het museum, waaraan hij ruim 35 jaar verbonden is geweest.
Het grote verschil tussen de beide schilders werd het treffendst verwoord door de vader, die schreef dat zijn zoon de militairen schildert die naar het slagveld gaan, terwijl hijzelf de wenende weduwen verbeeldt. Het is het sentiment van pa tegenover het vlotte realisme van zijn zoon. De armoede van het vissersleven versus de onbezonnenheid van de stedelijke beau monde. De ingetogen warmte van de Haagse school contra de bruisende, frisse schittering van het impressionisme.
Jozef stimuleerde de artistieke ambities van Isaac van jongs af en legde hem geen strobreed in de weg toen hij naar de Tekenacademie wilde. Maar toen al snel bleek dat zoonlief liever zijn eigen weg volgde, raakte ma Israëls zo in paniek dat zij ging twijfelen over de geestelijke gezondheid van haar zoon en een bezorgde brief stuurde naar psycholoog en schrijver Frederik van Eeden.
Toch belooft het museum dat, ondanks alle verschillen, op de tentoonstelling duidelijk te zien is dat de zoon wel degelijk de blijvende invloed van zijn vader onderging.
Ter gelegenheid van de expositie verschijnt een catalogus met teksten van onder meer Dieuwertje Dekkers en scheidend conservator John Sillevis. Het boek is een uitgave van Waanders en kost 24, 95 euro.