Korte documentaire over Caruso als tussendoortje op BRAVA NL-tv

Caruso thans in beelden uit 1904 Paljas te zien zingen, is toch een hele ervaring, ook al kun je de man en zijn extravert-emotionele presentatie niet uit diezelfde voorstelling in de New Yorkse Metropolitan Opera tegelijkertijd horen. Een andere versie doet daarvoor dienst. […]

Nieuwe muziekzender
Daarnet, bij thuiskomst — met slechts één opruimingsboek — zag ik nog een staartje van een documentaire bijdrage, welke tussen de andere programma’s door wordt aangeboden op de relatief nieuwe muziekzender BRAVA NL. Hoewel het een instelling van de éénentwintigste eeuw is, wordt er flink wat gepresenteerd dat tijdens het fin de siècle reeds hoog stond aangeschreven als verhoudingsgewijs nieuw werk op het gebied van het muziektheater — Wagner en tijdgenoten —, of in die periode werd gecomponeerd.
Hoewel ik na mijn eerste confrontatie met die zender relatief optimistisch was — hetgeen ik heb beschreven in een opiniërend artikel op mijn site Muziek en mensen, alsmede op aanverwante weblogs, en waarop uit de muziekwereld tot nu toe alleen instemmende reacties kwamen —, raakte ik binnen enkele weken reeds hevig geïrriteerd door de wijze waarop men met vooral de invulling van de Pauze in een uitvoering van Wagners opera Lohengrin is omgesprongen: een positievere kwalificatie kan ik er niet voor bedenken. Ook daarover heb ik een bijdrage gepubliceerd op de daarvoor passende, mij ter beschikking staande cultuursites. Het daarin beschrevene hoef ik hier niet te herhalen, mede doordat het geen zender is die zich uitsluitend profileert met werken uit onze periode.

Enrico Caruso
De documentaire die BRAVA hedenmiddag heeft uitgezonden, zal ongetwijfeld nog tal van malen worden herhaald en dat is een goede zaak. Ten eerste kenmerkt BRAVA NL zich — zoals inmiddels zoveel andere toegevoegde zenders — door enige keren per etmaal hetzelfde programma af te werken. In dat kader zal ook de film over Enrico Caruso (1873-1921) worden herhaald, en — naar ik mag hopen en verwachten — binnen een redelijke termijn in eenzelfde kader nogmaals.
Zoals gezegd: ik zag alleen de laatste minuten. Daarin kwamen kenners aan het woord over de kwaliteiten en de uitzonderlijkheden van de zanger in kwestie. Gelukkig werden de woorden uitgesproken in de bij de protagonist behorende taal en van Engelse ondertitels voorzien. Dat laatste mag in zo’n documentaire geen bezwaar vormen.
[1]
Het onderdeel van die impressies op celluloïd dat voor de lezers van deze site het pièce de résistance zou moeten vormen, is een aantal filmbeelden uit 1904 waarin Enrico Caruso in The Metropolitan Opera van New York de befaamde Paljas-aria uit de gelijknamige opera van Ruggiero Leoncavallo op een zeer extravert emotionele, bijna hysterische, wijze uitdraagt. Het spreekt vanzelf dat we die versie niet konden beluisteren, maar de regie had daar een andere uitvoering overheen geplakt: Caruso met pianobegeleiding, vanuit onze optiek beschouwd van een niet al te beste kwaliteit. Maar wat willen we, de man is in 1921 gestorven. Het enige opvallende, zo niet storende, element was dat de stem die we hoorden niet synchroon liep met hetgeen we konden zien.
Mocht er, als ik de hele documentaire heb gezien, aanleiding bestaan om deze notities aan te vullen, dan zal dat zeker gebeuren, zon en/of andere (weder)omstandigheden dienende.
__________
[1] Dat was overigens verleden week wel het geval met de uitzending van Lohengrin, en daarin is een weer andere buitenlandse ondertiteling volstrekt onnodig en storend. Als er echter iemand aan het woord was in het Frans of Duits werd de stem niet gedempt, maar vergezeld van een ‘voice over’ die het geheel nog eens in het Engels navertelde. Waarom daar niet ook ondertitels? Het is dermate vermoeiend dat je de neiging bij jezelf bespeurt om die twee sprekers tegelijkertijd de nek om te draaien door de uit-knop van je toestel of afstandsbediening te gebruiken. Van verder kijken nar Lohengrin, na de pauze, heb ik afgezien vanwege genoemde cultuurschok, maar er schijnt toen alsnog met Nederlandse ondertitels te zijn gewerkt.
______________
Afbeeldingen
1. Logo van BRAVA NL, de relatief nieuwe muziekzender, welke overigens op diverse plekken als operazender wordt aangemerkt. Gelukkig mag een operazender ook best Brahms-symfonieën uitzenden en mag een als muziekzender gepresenteerd insituut alles uitzenden dat binnen het kader past. Vooralsnog is het echter een algemene, klassieke muziekzender.
2. De internationaal befaamde tenor Enrico Caruso, hier eveneens in de rol van Paljas.

6 gedachten aan “Korte documentaire over Caruso als tussendoortje op BRAVA NL-tv”

  1. Nu maar wachten dat die zender ook in Amsterdam actief wordt. Op de website bravanl.nl staan vele gemeenten genoemd, maar helaas niet de hoofdstad.

  2. Ik hoop voor u dat de zender de hier en daar abjecte wijze van presentatie tegen die tijd zal hebben aangepast, aangezien het voor een estheet op de door mij gewraakte elementen een ondraaglijk gebeuren zou moeten zijn, en in streng afgebakend cultuur-theoretisch opzicht beschouw ik u als een estheet.
    Humperdincks ‘Hänsel und Gretel’ werd hedenmiddag ook alweer Engels ondertiteld. De angst voor het ‘missen’ van bepaalde minder ontwikkelde groeperingen is kennelijk groter dan waarachtig culturele overwegingen, doch wie mag dat nog verbazen als je ziet wat de andere nieuwe zenders aan volstrekt imbeciele ondertitels presenteren. Daarvan kun je eigenlijk alleen maar denken dat ze zijn vervaardigd door mensen wier geestelijke ontwikkeling hetzij op het niveau van de pre-conceptie — waren zij toch een bewijs van anti-conceptie geweest — is blijven steken dan wel reeds gedurende geruime tijd in verregaande staat van ontbinding verkeert. En dan de reeds ietwat oudere commerciëlen waaronder zich (één of) meer (bevindt) bevinden, welke onze geestelijke ontwikkeling (teistert) teisteren met volstrekt debiliserende nasynchronisatie van bepaalde programma’s. De lijfstraffen dienen daarvoor fluks, matig maar regelmatig, opnieuw te worden ingevoerd. Een volk dat zulks met zich laat doen, zal, zo vrees ik, ook bepaalde dictatoriale aspecten uit de koker van de archaïsche regenten die ons zullen blijven overrompelen, zonder al te veel morren accepteren. Tel uit de winst voor uzelf en de gehele schare der uwen.

  3. Zondag 27 juni, 08:00 uur
    Vroeg in de ochtend heb ik nog maar weer eens gekeken wat Brava NL ons te bieden had: niet gek, pianist Menahem Pressler en strijkende kornuiten. Daarna klonk er eerst een luid applaus uit de zaal, vervolgens — op te hoog geluidsniveau — de Brava NL tv-herkenningsmelodie: een gedeelte uit de Ouverture ‘Le nozze di Figaro’ van Mozart. Op zich best, maar ook hier weer heel abrupt afgesloten met een te agressieve toevoeging, en ja hoor, daar zagen we alweer een concertpodium en hoorden we opnieuw applaus voor een opkomende solist en een dirigent: de zwaar overschatte Simon Rattle. Het is niet de programmering van de verschillende muziek-onderdelen, maar alles wat daaromheen — lees: tussendoor — gebeurt dat zo storend is, mede doordat er een systeem van conditionering achter zit. Dat zijn de tot in het merg doorwerkende, uiterst kwalijke elementen, waarvan Goebbels zou hebben gevonden dat ze volks genoeg zijn om het gewenste effect te sorteren. Kortom, buiten de muzikale onderdelen van de programmering zul je er geen rustteken tegenkomen, hetgeen de broodnodige ruimte voor reflectie annexeert.
    Op deze site heb ik indertijd voldoende gefulmineerd tegen de kwalijke aspecten van Mezzo-televisie, welke overigens meer in de chaos van ‘onbereikbaarheid’ van bepaalde informatie-onderdelen lagen omdat men op de site alleen maar in kringetjes werd rondgestuurd zonder het gewenste te kunnen raadplegen. Dat is thans niet meer het geval, maar nu is er, relatief recentelijk, een ‘voice over’ toegevoegd: een stem die teksten uitbraakt welke — we onderstellen hier goede intenties als principe — als Nederlands zijn bedoeld, doch welke meer duiden op een ernstig taal- en spraakgebrek. Volkomen nodeloos en vooral nutteloos; bedacht door bureauhengsten die van de praktijk geen loot verstand hebben doch zich laten leiden door vooroordelen en cijfers die deze bevestigen, en welke zijn ontstaan op basis van total(itair)e willekeur in plaats van op feiten.
    En wat te denken van de misselijk makend zwoele vrouwenstem bij Arte-tv, een fenomeen dat eerder voor een kitschbordeel dan als ondersteunend element voor een cultuurzender kan fungeren, en daarmee eveneens volkomen misplaatst is, omdat een zender die veel voortreffelijke cultuurprogramma’s brengt, dient te beseffen dat zulk een erotisch element — ik blijf bij de stelling ‘zonder erotiek geen kunsten’ — niet mag worden ‘ge(re)presenteerd’ door een aspect buiten beeld dat alleen bedoeld is om te appelleren aan de lagere hartstochten. Vulgair-anonieme seks in een lift tussen twee verdiepingen in plaats van een gepassioneerd liefdesavontuur. Kortom, ten detrimente van de zender in kwestie en derhalve van een uiterst pijnlijke overbodigheid.
    Op deze, uw site wordt met enige regelmaat verwezen naar culturele documentaires, concerten en andere hoogwaardige aspecten van cultuur welke via Arte-televisie worden uitgezonden. Hulde daarvoor aan die zendgemachtigde. Maar dat zo’n zichzelf respecterend instituut (speel)films — welke niet uit één der beide cultuur-sferen stammen die Arte ‘dragen’: de Franse en de Duitse — laat nasynchroniseren, haalt het niveau van die instelling wel weer heel erg naar beneden. Zoiets deugt eenvoudigweg niet. Vriendelijker kan ik het niet zeggen.

  4. De zwoele damesstem bij Arte – die op het Franstalige geluidskanaal? Niet om het een of ander, maar zo doet men dat sinds jaar en dag in de francofonie. Denk ook aan het erotiserende “Ouh, Danone” dat aan het eind van spotjes voor peuterzuiveltoetjes door de ether zindert.

    Nee, over de grens is het ook niet allemaal koek en ei.

  5. Inderdaad bedoel ik dat. Van een eventuele Duitse tegenhanger die dezelfde braakneigingen zou veroorzaken, is mij niets bekend, en met dat gebrek aan masochistische ontwikkeling kan ik mij alleen maar gelukkig prijzen. En dat het in de wereld der francofonie gebruikelijk is geworden, pleit niet bepaald voor die sfeer — integendeel.
    Dat een reclame-uiting voor welk melkproduct dan ook op mij enig erotiserend effect zou kunnen hebben, acht ik uitgesloten, aangezien ik letterlijk (medisch gezien) en in overdrachtelijke zin allergisch voor koemelkproducten ben. Pier Macini en de aan hem gelieerde koeien vond ik indertijd overigens wel van klasse getuigen. Als het even kan, mijd ik elke reclame voor alle voedselproducten (niet alleen) op grond van dezelfde letterlijke en figuurlijke intolerantie. Maar dat zulks nu eenmaal in deze van foute reclame vergeven wereld niet bepaald gemakkelijk is, moge duidelijk zijn: zelfs als je een andere kant opkijkt, blijkt ooit dat het subliminaal toch ‘bezit’ van je heeft genomen. Zo had ik eens een gesprek met een hoofdredacteur van een reeks kranten die er wel voor voelde om eens een medewerker voor culturele kwesties naar een voetbalwedstrijd te laten gaan en ook verder stuivertje te wisselen. Hij wist van mijn afkeer van sport en spel, en van mijn daaruit voortvloeiende houding van totaal negeren. Toch bleek ik enkele namen en de juiste daarbij behorende sporten te kunnen plaatsen, simpelweg doordat die namen en hun associaties niet alleen maar in de daarvoor bedoelde katernen van printmedia voorkomen — welke te mijnent onmiddellijk in de zak met oud papier verdwijnen — doch ook op de voorpagina van dagbladen en elders, en zo, aanvankelijk nog ongemerkt, toch in je hersenen blijken te penetreren. Doeltreffende voorbehoedmiddelen daartegen schijnen nog niet te zijn uitgevonden. Weerzinwekkend, dat wel. Doch het heeft tegelijkertijd ook een positieve kant: dat alles vormt de ultieme schakel in de schier eindeloze keten aan bewijsmateriaal voor de stelling dat God niet bestaat. Ach, eigenlijk hebben we daarvoor niet eens al die buitenlandse inmenging nodig: de wijze waarop in ons land al die commerciële media tekeergaan, en de hele manier waarop een eventueel kabinet tot stand komt, alsmede het feit dat ‘Herenleed’ niet meer op de buis wordt vertoond, vormen alleen al voldoende bewijs, dunkt mij. Neen, duivelse machten zijn daar aan het werk, en wel minimaal 48 uur per etmaal.

  6. Hedenochtend, 29 juni, leek het er even op of men bij Brava NL van de bezwaren tegen de wijze waarop bepaalde onderdelen van de programmering worden gerealiseerd, kennis had genomen en er met een zelfkritische blik naar had gekeken.
    De pauze in de Franse opera ‘Franciscus van Assisi’ van Olivier Messiaen begon met een zogeheten ‘still’, doch deze werd al te snel gevolgd door de agressief gepresenteerde herkenningsmelodie — zo kun je van Mozarts muziek ook een plaag maken, geschikt voor een bepaalde vorm van sektarisme —, waarna direct de ‘still’ nogmaals zichtbaar werd en het muziekdrama verder ging. Het lijkt er derhalve op dat de technische kant van de programmering reeds in een sjabloon, voorbereid op reclame, is gegoten, anders had dat logo met de al te lawaaiïg gebrachte passage uit ‘Le nozze di Figaro’ immers niet getoond hoeven worden.
    Kort en goed: het instituut is bereid door en door culturele programma’s uit te zenden, maar wel naast de reeds afgezaagde herkenningsmelodie en verdere reclame.
    Opvallend was het uitblijven van een ondertiteling, die juist in het geval van een Frans origineel meer nodig is dan bij Duitse of Engelse producties. Het Frans mag dan officieel nog steeds een cultuurtaal zijn — en die status is niet op basis van natte vingerwerk ontstaan —, maar de onderwijspraktijk in ons land is reeds enige decennia zodanig dat nog slechts enkele procenten van scholieren en studenten die taal ook min of meer machtig zijn. Een kleine kwart eeuw geleden vroeg Simone de Beauvoir geïrriteerd aan Jan Brokken van HP of er in ons land dan geen cultuurtalen meer werden onderwezen.
    Verdere ontwikkelingen in de kritiek jegens de muziekzender Brava NL kunt u vanaf heden vinden op mijn sites ‘Muziek en mensen’, ‘Tempel der Toonkunst’, ‘Tempel van het Muziektheater’ alsmede op enkele algemeen-culturele sites die onder mijn beheer vallen.
    Tenzij het gepresenteerde onderdeel waarover wij iets te melden hebben, direct of indirect betrekking heeft op ons bloedeigen fin de siècle.

Laat een antwoord achter aan Heinz Wallisch Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *