Het is het einde van het jaar, en dan komt men traditiegetrouw met allerlei lijstjes van zaken die ‘het beste’ waren het laatste jaar, en in dit geval vaak het laatste decennium. Zie hier bijvoorbeeld. Nu, voor ons, 1900-fin-de-siècle-geesten, gaat dat een beetje lastig, maar we willen uiteraard niet achterblijven. Dus wij presenteren hier doodleuk, alsof de tijd zeker 100 jaar heeft stilgestaan, de top 50 van de beste Nederlandse romans uit het literaire fin-de-siecle (1885-1910). Daar gaat-ie dan!:
1. Jacob Israël de Haan, Pathologieen (1908)
*Moet ik deze keuze hier nog toelichten?
2. Louis Couperus, Metamorfoze (1897)
*Een van schijvers dezes alltime favorites.
3. Louis Couperus, Noodlot (1890)
*Behoeft geen toelichting: duister en somber.
4. Marcellus Emants, Een nagelaten bekentenis (1894)
*Bij recente herlezing bleek dit inderdaad een literair meesterwerk: een meesterlijke roman zonder één sympathiek personage. Bijzonder.
5. Frederik van Eeden, Van de koele meeren des doods (1900)
*Blijft prachtig.
6. Henri van Booven, Tropenwee (1904)
*Een nog hogere vermelding voor de Hollandse Heart of Darkness, indien Van Booven niet meerdere drukken nodig had gehad om de juiste structuur te vinden.
7. M.G.L. van Lochem, Fokel (1898)
*De meest decadente en literaire Nederlandse roman van destijds. Schandelijk ondergewaardeerd.
8. Frits Lapidoth, Goetia (1894)
*Een roman waarin Peladan als personage optreedt: wat wil je nog meer?
9. Maurits Wagenvoort, De droomers (1900)
*Decadentie, anarchisme en mystiek in het Parijs van 1900.
10. Louis Couperus, Aan den weg der vreugde (1906)
*Dit is wat mij betreft een pareltje dat je aan kan raden aan de grootste Couperus-haters.
11. Willem Paap, Vincent Haman (1898)
*Een sleutelroman én een uitstekend literair werk. Unicum.
12. Aletrino, Zuster Bertha (1891)
*Treuriger kan het haast niet.
13. ‘E.S.’, Stille Wegen (1898)
*De literaire verbeelding van menig verstild, symbolistisch schilderij van destijds.
14. J. Reyneke van Stuwe, Hartstocht (1900)
*De eerste en meteen de beste van Kloos’ veelschrijvende echtgenote.
15. Henri van Booven, Van de vereering des leevens (1906)
*Onverhuld egodocument en alleen daarom al het lezen waard.
16. Joh. W. Broedelet, Feest (1902)
*Door Gekkken geïnspireerde, korte grote stadsroman.
17. Frans Coenen, Een zwakke (1896)
*De romans van Coenen zijn vrij inwisselbaar onderling, dus dan maar deze.
18. Henri Borel, Een droom (1899)
*Voor de liefhebber van fin-de-siecle-luchtigheid.
19. Henri Borel, Vlindertje (1901)
*Etherische liefde in Den Haag met pre-rafaëlitisch-achtig einde.
20. Louis Couperus, Eline Vere (1889)
*Een hogere vermelding indien het minder beginnerswerk was.
21. Louis Couperus, Majesteit (1893)
*Voor de liefhebber. Ik dus.
22. Jacob de Haan, Pijpelijntjes (1904)
*Een bijzonder, maar toch overschat werk van de auteur van de beste Nederlandse roman aller tijden.
23. Louis Couperus, Langs lijnen van geleidelijkheid (1900)
*Tweede helft blijft minder, maar de eerste helft, de openingscènes in Rome maken dit tot een knaller.
24. Vosmeer de Spier (M. Wagenvoort), Een passie (1891).
*Een aardig voorbeeld van verlaat, Amsterdams naturalisme/impressionisme. Wagenvoorts beste?
25. Louis Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-03)
*Een hogere vermelding als je je bij de lezing niet af en toe last heb van plaatsvervangende schaamte, vanwege al dat getut. Wordt uiteraard gecompenseerde door de somber-prachtige persoon-, weer- en andere settingbeschrijvingen.
26. Vosmeer de Spie (M. Wagenvoort), Felicia Beveridge (1895).
*Kon Wagenvoort dialogen schrijven, dan was dit waarschijnlijk prachtig geweest.
27. Louis Couperus, Van oude menschen… (1906)
*Een obligate vermelding. Ik zou het eens moeten herlezen.
28. Adriaan van Oordt, Irmenlo (1896).
*Een prachtroman, een van de weinige overtuigende historische romans uit de periode.
29. Louis Couperus, De berg van licht (1905-06)
*Uniek werk uiteraard.
30. Lodewijk van Deyssel, Een liefde (1887)
*Voor velen waarschijnlijk een kennismaking met de Nederlandse roman van destijds. Blijft Van Deyssels topstuk.
31. Louis Couperus, De stille kracht (1900)
*Een obligate vermelding.
32. Lodewijk van Deyssel, De kleine republiek (1889)
*Niet geheel geslaagd, zoals het meeste werk van Van Deyssel. Bevat echter onvergetelijke beelden, zoals de aankomst in Rolduc.
33. Marcellus Emants, Waan (1905)
*De eerste druk heeft een fraaie band. Inhoudelijk wat vlakker, maar Emants’ werk springt er nu eenmaal uit.
34. Arthur van Schendel, Drogon. (1898).
*Mooi vormgegeven boekje, aardig verhaal.
35. Marcellus Emants, Inwijding (1901)
*Hier hoor je nooit meer iemand over. Een eerste druk zou ik graag bezitten.
36. Cecile van Goekoop de Jong van Beek en Donk. Hilda van Suylenburg (1897)
*Vanwege de eerste 40 pagina’s.
37. Aug. P. van Groeningen, Martha de Bruin (1889)
*Martha is een personage dat je op een of andere manier bijblijft, ondanks haar niet-sympathiek zijn. Een prestatie.
38. Josephine Giese, Gevloekt (1890)
*Deze kan alleen al vanwege de titel niet ongenoemd blijven. Door verregaande zeldzaamheid helaas vooralsnog ongelezen.
39. Josephine Giese, Sphinx (1890)
*Deze kan alleen al vanwege de titel niet ongenoemd blijven. Door verregaande zeldzaamheid helaas vooralsnog ook ongelezen.
40. Frans Coenen, Zondagsrust (1902)
*Vanwege het indrukwekkend, Hollandse, filmisch langzame begin.
41. Henri Louis Rigail Certon, Aan de vijver der sphinx (1900)
*Had Certon enig schrijftalent gehad, dan stond deze waarschijnlijk in de top 25.
42. Johan Everts, Uit het leven van een hypochonder (1907)
*Het boek waar Ton Anbeek – die verder waarschijnlijk niks van boeken weet – toevallig eens op is gestuit op een boekenmarkt en het vervolgens opnam in zijn suffe studies over naturalistische literatuur. Alleen de titel doet een normaal verstaander natuurlijk begrijpen dat dit in een andere ‘stroming’ past. Desondanks niet een heel erg goed boek.
43. L. de Rooy van Heerlen, Het liefdeleven van Leo Trelong (1902)
*Een van die marginale, bildungsromans die doorgaans het lezen meer dan waard zijn.
44. Jac van Looy, Gekken (1892)
* Het begint veelbelovend, maar de urgente schoonheid van zijn eerdere knaller De nachtcactus weet Van Looy helaas niet te bereiken.
46. Nico van Suchtelen, Quia Absurdum (1906)
*’Het boek van een generatie’ en eens een klassieker over Walden en aanverwant idealisme.
47. Herman Heijermans, Kamertjeszonde (1897)
*Als Heijermans een verfijnder schrijver was en minder dialect had weergegeven een veel hogere notering.
48. M.G.L. van Loghem, Victor (1888)
*Zie L. de Rooy van Heerlen.
49. M. Wagenvoort, Maria van Magdala (1897)
*Een lievelingsboek van Couperus. De eerste druk heeft een mooi formaat en een fraaie, sobere band.
50. Eduard Thorn Prikker, Kunstmenschen (1902).
*Als ik weer de beschikking had over dit unieke, curieuze scheldboek, dan had ik het zeker in de top 15 gezet!
Ik ben onder de indruk van de lijst, die allerlei desiderata bevat. Ik mis echter een auteur: Johan Hora Adema. Astrale liefde is immers een klassieker!
Klopt: gansch vergeten [deze keer dan: https://rond1900.nl/?s=hora+adema%5D dank u! Kunt u mij trouwens zijn boeken leveren?
Wederom grote dank voor prima lijstje… is Hora Adema auteur van Thea en Wormstekigen?
Verder graag info over Esjee en Mario, beide schrijvers ahw.
Bizar is dat mijn lijst van 1900 -boeken via Antiq of andere site geen
resultaten oplevert, de gespecialiseerde antiquariaat? maar welke?
Beijers dus?
Dank voor reactie.
Geen dank hoor!
Dat is die Hora Adema ja, heb je zijn boeken dubbel misschien?-:
Esjee = Sjoerdina Modderman-Gratama. kort hier: https://rond1900.nl/?p=2414
later nog steeds meer.
Mario weet ik minder van, maar diens boeken kom je wel tegen. http://dbnl.nl/auteurs/auteur.php?id=mari020
Bizar is dat niet, van dat lijstje, via reguliere kanalen doorgaans niet te vinden, want geen interesse of ‘waarde’, je moet geluk en een goede hand hebben, maar veel is simpelweg verdwenen ondertussen..
Hgr
S.
Waar is nummer 45? En Wagenvoorts pseudoniem is Vosmeer de Spie en niet Spier. Verder erg leuke lijst!
Nr., 45 is, uh, komen te vervallen. Spier was een tikfout, gewijzigd, dank je!