Nog een literair raadsel, ontsluierd door serendipiteit

Zoeken en Vinden
Je hebt van die dagen dan loopt alles anders dan je je hebt voorgenomen en kom je alleen maar andere dingen en namen tegen dan die, naar welke je op zoek bent, en toch los je en passant iets op. Vandaag hebben we de mystificatie Antoinette voor negenennegentig procent opgehelderd, en het Bajuwarische Rätsel waar Sander Bink mee aankwam, in een minieme handomdraai opgelost en tot Westfaalse proporties gereduceerd. En tijdens al dat werken met bedrukt papier, kwamen wij nog een naam tegen, die ons al enige tijd voorkwam als niet geheel authentiek, daarentegen zeer welluidend aandeed. Zo welluidend zelfs dat wij ietwat achterdochtig werden. Niet dat wij aan de ziekte van Hermans lijden, doch soms laten wij ons leiden door impulsen, die op exogenen grondslag schijnen, doch vanzelfsprekend volmaakt endogeen van karakter zijn.

En zie, hedenmiddag in dat deel van de huisbibliotheek dat zich op de derde woonlaag bevindt, tussen alle anthologieën en chrestomathieën, die wij in ruim een halve eeuw hebben vergaard, keken wij even of wij een aardig portret van Dr. Jan ten Brink konden vinden, doch toen wij één dier prachtwerken opsloegen, zagen wij plotsklaps en overmoed de naam Fiore della Neve staan en konden wij direct, en op dezelfde pagina, concluderen dat deze niet alleen al die hartverscheurende en onnavolgbare zielekreten in nimmer te evenaren — en dus geheel en al niet te overtreffen — poëzie van Carmen Sylva in het — nou vooruit, het zit vandaag mee, dus: — Nederlands heeft overgebracht, doch ook zelf zich in poeticis heeft geuit. En in de eerste regel komt alweer het fenomeen Woud voor, en dan begrijpt men direct hoe het toch kon gebeuren dat zo een iemand zich aangetrokken voelde tot al die poëtische bomen welke de Roemeense vorstin van anno ooit heeft opgezet.

Jong speelt de morgenscheemring door het woud,
Zóó jong, als waren ’t Schepping’s eerste stralen,
Dwars schietend door de ruime looverzalen.
Hoog, waar ’t gewelf zijn bogenbreedte ontvouwt,
Terzij, waar ’t net van gangen en portalen
In trillend groen der rossen gloed weerhoudt,
Laag, waar z’ in ’t diepe moskleed paarlend dalen,
Vluchten de neevlen, paars en rose en goud.

In ’t grijs des hemels trilt en beeft geflonker;
Straks strooit de wind van takken en struweel
Wel kille tranen; nu nog is ’t, als blonk er
Aan ieder blad een druppelend juweel; . . . .
Nog eind’loos schijnen diepte en verte; ’t donker
Is purper, ’t licht is goud, de grond fluweel.

*****

Het levensboek, wie heeft het ooit gelezen?
Helaas, wij zien het boek zelfs niet van verre . . . .
Het Noodlot leest er ons uit voor, in ’t duister,
Soms hooren wij een blad, dor ruischend, omslaan,
Maar of er veel nog volgen zegt ons niemand.
Vóórdat wij ’t weten komt de laatste bladzij
En ’t boek slaat klepp’rend dicht . . . .

FIORE DELLA NEVE
Pseudoniem van
Martinus G.L. van Loghem (1849-1934)

Mr. M.G.L. van Loghem, afkomstig uit Den Haag, schreef novellen toen hij redacteur van De Huisvriend was, en romans, welke ten dele als premie door de courant Nieuws van den Dag werden verstrekt. Tussen 1887 en 1919 was hij redacteur van Nederland en reeds in 1877 had hij, samen met Taco de Beer, De Groene Amsterdammer opgericht. In 1880 was hij tot meester (in de rechten) gepromoveerd, en vanaf 1894 tot 1919 werd hij letterkundig adviseur van Het Nederlands Toneel. In 1920 vestigde hij zich te Florence.

*****

NB De in deze bijdrage gebruikte illustraties van Fits Lensvelt hebben wij overgenomen uit Onze dichters door Gust. van Elring, uitgegeven door Meulenhoff & Co. te Amsterdam in het jaar MCMVIII.

4 gedachten over “Nog een literair raadsel, ontsluierd door serendipiteit”

  1. “…kom je alleen maar andere dingen en namen tegen dan die, naar welke je op zoek bent, en toch los je en passant iets op.”
    Thats serendipity bro, oftewel serendipiteit. Je zoekt dan een speld in de hooiberg, en rolt eruit met een boerenmeid. (Vrij naar Pek van Andel)

  2. Wat voor de één een boerenmeid is, is voor de ander een boerenroman, voor een derde een boerenkaas en voor een eventuele vierde niet alleen al deze drie, doch het grootste verlangen gaat dan uit naar de grote boerderij inclusief opstallen als toegift.

  3. Het was een andere tijd, dat zal ieder beamen, die deze heeft meegemaakt. Ruim veertig jaar geleden had ik Sander niet alleen aan de roman Pokel kunnen helpen voor de somma van 98 cent, maar eveneens aan Victor, van, als ik het wel heb, 1888, tien jaar vóór het eerstgenoemde boek. Het laatste was volgens mij één van die premie-boeken van de courant Nieuws van den Dag. Ik heb deze werken de laatste decennia echter niet meer (bewust) door handen gehad. Soms gebeuren in dergelijke aangelegenheden echter op de meest onverwachte momenten — als in een plotse golfbeweging — weer de meest onvermoede dingen. Mocht dat geschieden, dan schrijven wij gezamenlijk geschiedenis, al neem ik aan dat Sanders aandeel in eerste instantie naar (het) lezen (van die boeken) zal uitgaan. ’t Is ook allemaal net echt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *