Ja, beste lezer, u leest het goed! Van klassiek weet ik niks, maar ik weet wel dat er een cultuurhistorische link tussen 70’s-punkrock en het historische fin de siècle is. Dat verzin ik niet ter plekke, da’s oud nieuws. Er kunnen hele essays over worden geschreven, maar dat is me te veel moeite en daar kom je in dit geval toch maar mee in de knoop. Daarom slechts enkele ‘feiten’, zodat-u-dat-ook-weer-weet:
– Baudelaire verfde zijn haar groen en claimde dat hij babyhersens at, of dat die in ieder geval lekker zouden smaken. Nu, de hoeveelheid bandjes die eind jaren 70, begin jaren 80 hun haar groen verfden en claimden, om voornamelijk de bourgeois (moeilijk woord hoor!) te epateren zijn talloos. Uit het hoofd twee voorbeelden: The Meatmen: Crippled Children Suck of The Dead Kennedys: I Kill Children.
– Voorman van megabelangrijke (proto)punk band Television Thomas Miller is enkel bekend onder zijn door de Franse eindeeuwsche dichter ingegeven pseudoniem Tom Verlaine.
– In de mid-1970’s was met name in de New Yorkse punkrock (en avant-garde – dat is in die dagen vrijwel hetzelfde) A Rebours hét cultboek. (Zoals voor zovele eerdere tegenculturen voor hen, maar goed.)
– Over het zwart-romantische, decadente ondergangsstemming-discourse waarin de Velvet Underground zich plaatste behoeft geen woord te worden gezegd. Dat is oud nieuws.
– Oprichter Peter Laughner van Rocket from the Tombs en het daarna volgende Pere Ubu schreef de wereldhit Ain’t it fun (when you know you’re gonna die young) en – ik geloof op de avond dat hij op zijn 25ste zijn hoofd in de oven stak of een overdosis nam – de al even grote hit Baudelaire.
– U ziet, tragische dramatiek en ondergangstemmingen in beide gevallen maar de meeste van deze figuren zijn of dood of hebben een riant huis in L.A. en maken volstrekte muzak. Net als de negentiende eeuw destijds gewoon probleemloos in de twintigste overging!
Ach ja, deze punkers dweepten misschien met de literaire coryfeeën van het fin de siècle, maar of hun muziek nou zo estheticistisch was waag ik ten zeerste te betwijfelen.
aan die bewering zal ik mij ook niet wagen (zie mijn opmerking over ‘hele essays’ ), wijs slechts op enige betrekkelijk oppervlakkige doch wel typische overeenkomsten. alhoewel , ‘l’art pour l’art’ & ‘noise for the sake of noise’? oeps, daar begint bijna een essay!-: hgr